Tijdstip: 10:00:00
(1) Zij is getrouwd met Frans Jozef de Bois.
Zij zijn getrouwd op 23 augustus 1888 te Breda , zij was toen 34 jaar oud.Bron 1
worden op 18-08-1890 uitgeschreven in Breda wegens vertrek naar Antwerpen.
Kind(eren):
Moet, Wilhelmina de, publieke vrouw, gewoond hebbende te Breda
Bij verstek veroordeeld bij vonnis van hetzelfde kantongeregt, van 19 Julij 1881, tot subsidiaire gevangenisstraf van 6 dagen.
Vonnis van de Arrondissements-Regtbank, zitting houdende te Breda dd. 23 october 1884:
1. Wilhelmina de Moet oud 29 jaar, werkster
2. Margaretha Cornelia Groos oud 31 jaar, publieke vrouw
Overwegende, dat de beklaagden zijn gedagvaard ter zake van, dat zij den 22 october 1884, te Breda, elkander onderling moedwillig hebben geslagen, mishandeld en verwond.
Overwegende, dat de ter teregtziting gehoorde getuige J.C. Fransen, agent van politie en onbezoldigd rijksveldwachter te Breda, in overeenstemming met en ter bevestiging van zijn in deze op de ambtseed opgemaakt proces verbaal, heeft verklaard, dat hij heeft gezien, dat de beklaagden elkander, de één de ander, moedwillig, op tijd en plaats voormeld, hebben geslagen, waardoor zij ieder zijn verwond, zoodat naar eisch van regten is bewezen, dat de beklaagden zich hebben schuldig gemaakt aan het haar ten laste gelegde feit, welk feit voor ieder moet worden gequalificeerd: "het iemand moedwillig toebrengen van slagen en kwetsuren, waaruit geen ziekte of beletsel tot persoonlijke arbeid is ontstaan".
Overwegende, dat de minder ernstige aard van de mishandeling en het gemis aan waardeerbaar nadeel, omstandigheden zijn, die het misdrijf schijnen te verkleinen.
De oorspronkelijke eis was; bij verstek ieder te veroordelen tot gevangenisstraf voor den tijd van 30 dagen en in eene geldboete van f 8,= ten behoeve van den Staat, bij wanbetaling binnen twee maanden na aanmaning te vervangen door 3 dagen gevangenisstraf, en in de kosten van het geding solidair des noods bij lijfsdwang te verhalen.
De uitspraak ter openbare correctionele teregtzitting van den 13 november 1884 (vanwege "de minder ernstige aard van de mishandeling etc." zijn de alzoo schuldig verklaarden veroordeeld tot eene gevangenisstraf voor den tijd van ieder 10 dagen.
Wilhelmina de Moet | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1888 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Frans Jozef de Bois | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onbekend |