(1) Hij is getrouwd met Willemina Hermanusdr van Bol'es.
Zij zijn getrouwd op 22 maart 1795 te Schiedam, hij was toen 17 jaar oud.
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Maria Jacoba van Lutsenburg.
Zij zijn getrouwd op 3 november 1801 te Schiedam, hij was toen 24 jaar oud.
Kind(eren):
Op negenjarige leeftijd voer Simon Rijnbende als kadet mee op "de Maasnymph", waarvan zijn vader gezagvoerder was.
Toen Jan Rijnbende in 1786 het bevel kreeg over 's lands fregat "de Oranje-Zaal", werd ook zijn zoon daarnaar overgeplaatst. Het was een zeer avontuurlijke reis die vader en zoon op dat schip maakten. Het optreden tegen zeerovers onder Riouw bij Malakka zal op de jonge Simon waarschijnlijk wel de meeste indruk hebben gemaakt. Na langdurige omzwervingen over de wereld-zeeën keerden ze in 1789 naar het vaderland terug.Nu was het zaak om serieus over de toekomst van Simon te gaan denken.
Simon werd in de leer gedaan bij Hermanus van Bol'es, met wiens dochter Wilhelmina hij in 1795 zou trouwen.
Al in 1793 begon Rijnbende (hij was door de Staten van Holland en Westfriesland meerderjarig verklaard) zelfstandig het distillateursvak uit te oefenen, daarbij onder meer geholpen door zijn vader en schoonvader.Door deze distilleerderij, sinds 1835 "Simon Rijnbende en Zonen", bezit de naam Rijnbende nog altijd een bekende klank.In het jaar van zijn huwelijk met Wilhemina van Bol'es trad Simon Rijnbende in dienst van de stedelijke schutterij, waarin hij al spoedig tot de hoogste rangen opklom en waarin hij, met onderbreking, tot 1820 aktief was.
Zijn politieke loopbaan ving hij aan in 1802, toen hij tot lid van de municipaliteit van Schiedam werd aangesteld. Een jaar later klom hij al op tot wethouder en vice-president van de Raad, en alsof hij nog niet genoeg aan de weg timmerde werd hij in 1806 belast met de tijdelijke waarneming van de functie van Hoofdofficier van deze stad. Dit in afwachting van de uitslag van de procedures die tegen de geschorste Hoofdofficier Mr. B.J. Pielat van Bulderen aanhangig waren.In 1809 werd Pielat van Bulderen in ere hersteld en nam hij zijn ambt weer waar.
Rijnbende had zich zo goed van zijn taak gekweten, dat hij niet lang daarna tot vrederechter werd benoemd, welk ambt hij tot aan zijn benoeming als burgemeester zou vervullen.In 1816 zien we Simon Rijnbende weer in de Raad terugkeren, samen met anderen wier namen met de moutwijnindustrie worden geassocieerd. Het spreekt haast vanzelf dat de heren jenever-baronnen zich niet door politieke idealen lieten leiden, maar dat ze hun gezamenlijke economische belangen nastreefden. De belangrijkste daarvan was het bevorderen van de handel in Schiedam, iets waarvoor met name Rijnbende zich heeft sterk gemaakt.Of hij dierenvriend was weet ik niet. In elk geval werd er in 1826 op zijn instignatie een hondenbelasting ingevoerd, door welke maatregel men het steeds groter wordend aantal honden binnen de stad aan banden wilde leggen.
Grote deining veroorzaakte in 1827 Rijnbende's verzoek om ontslag uit de Raad, evenals dat van burgemeester J. Burgerhoudt. De oorzaak hiervan was dat aan de brander B.H. Harte door de Raad op principiële gronden geen verlof was verleend om zijn branderij aan de Plantage (de tegenwoordige Tuinlaan) uit te breiden, welke beschikking echter bij Koninklijk Besluit was vernietigd. Rijnbende en een verbitterde Burgerhoudt ("En dat de tijd waarin wij leven zeer dikwijlsch gevoelens vereischt die met mijne beginselen strijden, ben ik te rade geworden de post als burgemeester alhier neder te leggen en, is het mogelijk, mijn overige daden bij mijne klimmende jaren rustiger en gelukkiger door de brengen.") vonden dit zo'n aantasting van de "wettige magt" van de Raad, dat zij besloten op te stappen, ondanks de pogingen die werden ondernomen om "deze twee kundige, ijverige en verdienstelijke leden dezer vergadering" van hun voornemen af te brengen.
Eerst in 1833 waren de gemoederen zodanig gesust dat Rijnbende - in de plaats van Johannes Roelants - weer zitting in de Raad nam.Een trapje hoger op de maatschappelijke ladder bracht hem in 1840 zijn afvaardiging naar de Provinciale Staten, waarvan hij tot aan zijn dood toe -alhoewel wegens ziekte de laatste jaren niet aktief- deel zou uitmaken.Burgemeester.
Het jaar 1844 bracht Simon Rijnbende grote vreugde, maar ook groot verdriet. In Haarlem stierf ten huize van zijn zoon Willem Eliza, zijn tweede vrouw Maria Jacoba van Lutzenburg. Zij had het niet meer mee mogen maken dat haar man als burgemeester van Schiedam werd geïnstalleerd, evenmin als de feestelijkheden naar aanleiding daarvan.Voor Rijnbende zelf zal waarschijnlijk het bezoek waarmee koning Willem II op 31 juli 1846 onze stad vereerde, een hoogtepunt in zijn leven hebben betekend. Zonder zijn persoonlijke inzet zou dat bezoek nooit hebben plaatsgevonden, daar was iedereen het wel over eens. Een tijdgenoot verwoordde het aldus: ". . Onvergetelijk zal deze dag blijven maar niet minder in ieders boezem het gevoel steeds levendig zijn der verpligting aan den EdelAchtbaren Heer Burgemeester dezer stad, die zich zoo veel moeite en opoffering heeft getroost om alles te beramen en daar te stellen wat tot opluistering van dit feest, tot verhooging van aller genoegen kan verstrekken en die zich daardoor in de harten der burgeren eene eerzuil heeft gesticht."
Op 5 oktober van dat jaar werd door de Raad, in naam van de Burgerij, een zilveren schenkblad met toepasselijke inscriptie aangeboden, en van de officieren der Schutterij ontving hij een étui met theelepels en toebehoren. Dit alles "met veel plegtigheid, bij muzijk en fakkellicht".
Ook de koning liet zich niet onbetuigd. Op 6 december 1846 werden Rijnbende en A. Knappert (president van de kamer van koophandel) tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw benoemd. Dat de koning na zijn bezoek aan Schiedam meer aandacht aan de stad ging besteden, zal Rijnbende wel het meest hebben geapprecieerd. (Zo was een indirect gevolg van dat bezoek de aanleg van de Hollandschen IJzeren Spoorweg langs onze stad en de opneming
Simon Rijnbende | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1795 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willemina Hermanusdr van Bol'es | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1801 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Jacoba van Lutsenburg |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.