Tijdstip: 22:00
Hij is getrouwd met Antonia de Braekeleer.
Zij zijn getrouwd op 22 juli 1920 te Moorsel , hij was toen 27 jaar oud.
Ze zijn in de kerk getrouwdBron 3Kind(eren):
Was ingeschreven in het Militieregister. Was volgens die registratie 1,68 meter groot.
Heeft aan het front gezeten in WO I (1914 - 1918). Hij was bij de divisie Cyclisten 4 D.A
Heeft de oorlog overleeft.
Heeft een vuurkaart gekregen. Die kaart werd gegeven wanneer men aan de frontlinie gestreden had.
Hij staat vermeld in het Gulden boek der Vuurkaart boek 1936-1937 pag 489 (zie foto)
Petrus kreeg 5 frontstrepen. Dat betekent dat hij 1 jaar + 4 x 6 maand in de gevechtszone heeft gevochten.
Drie jaar in totaal. Hij kreeg die frontstrepen met een P, met Palm.
Met Palm betekent dat hij moed vertoont heeft tegenover de vijand.
FRONTSTREPEN;
Aan alle militairen die effectief vochten aan het front werden frontstrepen
toegekend.
Acht was het maximum aantal frontstrepen dat kon worden toegekend. Maar wat zijn die frontstrepen nu precies?
In totaal kon men, voor de ganse duur va n de oorlog, zeven frontstrepen verwerven. Had men die zeven frontstrepen, dan kreeg men er een achtste, "gratis", of laat ons zeggen uit erkentelij kheid, bovenop.
Om een frontstreep te krijgen moest de betrokkene wel effectief in een gevechtszone vertoefd hebben. Er wordt wel eens beweerd dat alle generaals acht frontstrepen gekregen hebben. Dat blij kt toch niet helemaal correct te zijn. Zo hebben 46 van
de 51 luitenant-generaals die het Belgisch leger tijdens de eerste wereldoorlog rij k was 8 frontstrepen gekregen. Er was zelfs een luitenant-generaal die geen enkele frontstreep gekregen heeft.
Een eerste frontstreep kreeg men na een volledig jaar gevechtszone. Vervolgens kreeg men telkens na iedere zes maanden gevechtszone een frontstreep. De frontstrepen werd ook effectief weergegeven op de linkermouw van het u niform, tussen de schouderpartij en de elleboog, in een hoek van 45° van links onder naar rechts boven. Voor de officieren waren de strepen in goud, voor de onderofficieren in zilver, en voor de korporaals, brigadiers en soldaten in rode wol. Naast het zichtbaar maken op de linker mouw van het uniform werden de frontstrepen ook weergegeven op het lint van de medaille in de vorm van een metalen streep per toegekende frontstreep.
De uitreiking van de frontstrepen werd geregeld door twee besluitwetten, die van 24 juni 191621 en die van 20 januari 1917. Ze werden aanvankelijk alleen toegekend aan diegenen die in de eerste linies hadden gevochten. Bij wet van 25 a ugustus 1919 werd het gebied van de gevechtszones uitgebreid tot het schootsbereik van de artillerie. De twee besluitwetten vertoonden nogal wat hiaten. Ze waren bovendien ook niet bindend in de naoorlogse periode en werden dan ook aangepast door de wet va n 25 augustus 1919.
Aan de frontstrepen werd ook een vergoedi ng verbonden. Wa ren de mi litairen nog in dienst, dan kregen ze 5 centiemen per dag al leen voor de eerste twee strepen. Vanaf 1 januari 1919 kregen ze 20 centiemen voor de eerste twee strepen en 10 centiemen voor iedere bij komende streep. Deze vergoedingen vormden ook de basis voor de soldij en de militaire pensioenen.
Bij wet van 1 j uni 1919 werd de vergoeding per dag vervangen door een jaarlijks bed rag. Voor de eerste streep kreeg men 100,- BEF per jaar, voor iedere bijkomende streep 50,- BEF. Militairen met meer dan vier frontstrepen kreen de vergoeding vanaf hun 50ste verjaardag; militairen met vier frontstrepen en minder kregen de vergoeding slechts va naf hun 55ste verjaardag.
Door de wet van 14 mei 1929, die rekening hield met de economische omstandigheden, werd het systeem van vergoedingen nogmaals aangepast. Voor de eerste streep kreeg men 500,- BEF per jaar, voor iedere bijkomende streep 250,- BEF. Men kreeg het bedrag voortaan vanaf zijn 45ste verjaardag. (Bron: Van mensen en dingen 12é jaargang nr 4, 2014)
-------------------------
Petrus van den Eede | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1920 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antonia de Braekeleer |