van 12 april 1881 tot 20 januari 1884.
Hij is getrouwd met Leonie Susanna Charlotte van Hogendorp.
Zij zijn getrouwd op 3 mei 1848 te Batavia, Java, Indonesië, hij was toen 26 jaar oud.
Kind(eren):
Werd opgeleid aan het Koninklijk Instituut voor de Marine te Medemblik en kreeg in September 1839
zijn benoeming tot adelborst ie klasse. In dezen rang maakte hij o a een reis naar de
Middellandsche en de Zwarte Zee aan boord van het fregat De Rijn, dat onder commando stond van
Prins Hendrik der Nederlanden. Nadat hij in Januari 1844 bevorderd was tot luitenant ter zee 2de
klasse, vertrok hij den 2den Juni 1843 naar Indie op zms fregat Jason, dat zijn oom, den G G
Rochussen, derwaarts overbracht. Slechts kort was hij werkzaam op het topografisch bureau te
Weltevreden, toen hij 15 November 1843 ordonnance officier werd van Rochussen. Als zoodanig
vervulde hij een zending naar Bandjermasim, in verband met de ontginning van kolenmijnen aldaar,
nam in 1846 deel aan de Bali expeditie, waar hij de Militaire Willemsorde verwierf en trok nog in
datzelfde jaar naar Singapore, naar aanleiding van intriges van den sultan van Riouw. Het jaar
daarop nam hij ontslag uit den zeedienst en werd suikerfabnkant op de onder zijn leiding gebouwde
fabriek Kremboeng bij Soerabaja Met onderbreking van een jaar, dat hij wegens ziekte in Holland
doorbracht, was hij hier werkzaam van 1837 tot Januari 1847, toen keerde hij naar Holland terug
Daar nam hij in 1863 deel aan de oprichting der Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen
Van dit lichaam was hij van 1 Juni 1869 tot 1 Juli 1879 directeurgeneraal Den 25sten November
1880 tekende de koning zijn benoeming tot Gouverneur Generaal. Hij aanvaardde het bestuur den
2den April 1881 en legde het, door een conflict met de Tweede Kamer, reeds 20 Januari 1884 weer
neer, zoodat hij maar goed 2,5 jaar landvoogd is geweest Niettemin was deze korte periode in vele
opzichten belangrijk Op de Buiten bezittingen was gewapend optreden noodig op Zuid Celebes,
Benkoelen, Palembang, Indragiri en Borneo. Maar ook maakte hij er een begin met de regeling van
het rechtswezenen stelde er een aantal havens, waaronder Olehleh op Atjeh, voor den algemeenen
handel open. Hij verleende een groot aantal concessies voor den aanleg van stoomtramwegen op
Java, voor den Deli spoorweg en voor tal van mijnbouwontginningen, De residentie Banjoewangi hief
hij op, waartegenover Bali en Lombok tot afzonderlijke residenties werden verheven. Herhaaldelijk
werd Indie onder s' Jacob getroffen door epidemieën en natuurrampen, het hevigst was de groote
uitbarsting van de Krakatau op 27 Augustus 1883, waarbij ruim 36.000 menschen het leven lieten.
Op Atjeh bleek het door zijn voorganger ingevoerde burgerlijk bestuur een mislukking en
openbaarde zich een oplevend verzet. Op Java zijn verder van belang de uitbreiding van het
spoorwegnet en de invoering van den Gouvernements-telefoondienst s'Jacob maakte reizen naar
Soerabaja (1882), naar Atjeh en naar de geteisterde streken aan Straat Soenda (beide in 1883)
Toen hij in December 1881 de concessie van de Billiton Maatschappij verlengde tot 1927, oordeelde
de Tweede Kamer, dat hij daarmee zijn bevoegdheid was te buiten gegaan en dat die concessie te
niet gedaan moest worden. Het was naar aanleiding hiervan, dat hij zijn ontslag aanvroeg. Na
aankomst in Nederland leefde hij als rustig burger op zijn buitengoed Nieuweroord bij Utrecht,
waar hij 3 April! 1901 overleed.
Inventarisnr.: 477/481
Type BS Overlijdensregister
Archiefnaam: Utrechts Archief
Type BS Overlijdens register
Archief: GenLias
Gebeurtenissen 1901