Op de site van Rotterdam staat hij als Broer Klaas van Welkom en heet zijn vader Klaas van Welkom.
(1) Hij is getrouwd met Marieke/ Maria Hemrica.
Toestemming voor het huwelijk is 17 oktober 1801 verkregen te Leeuwarden.
Zij zijn getrouwd op 1 november 1801 te Leeuwarden, hij was toen 27 jaar oud.Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Cornelia Willems (Nobbe).
Zij zijn getrouwd op 6 oktober 1825 te Vledder (Drenthe) , hij was toen 51 jaar oud.
Met Cornelia krijgt Broer nog twee zonen: Jacob in 1829 en Johannes in 1827.
Wil Schackman, de schrijver van De Proefkolonie, was zo vriendelijk mij wat meer te vertellen over het huwelijk tussen Broer en Cornelia.En over allerlei achtergronden.
Op 4 juli 1825 schrijft de directeur van de kolonie (Wouter Visser) aan de permanente commissie in Den Haag dat de kolonist Broer van Belkum en de koloniste weduwe Nobbe in de gewezen kolonie N4 wensen te huwen. Hij verzoekt om toestemming. Hij vraagt ook om ontslag uit de kolonie van Hendrina, de dochter van Broer.Gewezen kolonie N4 is Wilhelminaoord; bij de herindeling van 1825 werd dat kolonie 2.
Bij het huwelijk heeft Cornelia 4 kinderen. Met de kinderen van Broer erbij dus veel kinderen in het huisje. Kinderen: Jan (7-12-1813-Amsterdam ), Jacoba Wilhelma (1-12-1815), Dirkje (14-9-1817) en Kornelis (31-10-1820). Uit stukken van de tuchtraad blijkt dat Jan in 1839 in kolonie 1, hoeve 26 woonde. Hij staat op 24 juni 1839 terecht voor het stelen van verf, met als straf een ernstige vermaning. Ook Cornelis Nobbe woonde in 1843 ergens anders: kolonie 3, hoeve 115. Ene Henderika Calvenbach staat op 16 november 1843 terecht voor grove belediging en de beledigde is Cornelis Nobbe.
Cornelia was geplaatst vanuit Amsterdam. Ze zou in 1823 in een brief aan ene mijnheer Hoogkamer geklaagd hebben over de levensomstandigheden en daarna was Wouter Visser met haar gaan praten. Hij rapporteert daarover op 9 september 1823: ze kon niet door eigen arbeid voor voldoende geld zorgen en moest daardoor schulden maken. Wouter Visser gelooft haar en stelt dat ze zich oprecht zorgen maakt over de schulden , maar niet klaagt. De plaatsing van een volwassen jongen bij haarheeft al geholpen haar inkomsten te verbeteren.
Uit de toon van de brieven blijkt dat zowel Broer als Cornelia bij de directie in een goed blaadje stonden.
Kind(eren):
Hij was meester broodbakker in 1815 en in 1811 "boulanger". Wijknummer F056, noordersectie.Later kolonist en arbeider in de kolonie Frederiksoord, gemeente Vledder.Op 12-5-1809 zet hij een advertentie in de Leeuwarder Courant: hij meldt zijn nieuwe adres, Kleine Kerkstraat, letter F, nr56. Hij continueert het bakken"als vooren"en beveelt zich in ieders gunst aan. Hij belooft een goede behandeling. Hij is dan brood- en kleinbakker.
Ik bezocht museum De Koloniehof en uit hun bronnen (boek 6-blz 79) bleek dat Maria Hemrica niet genoemd werd. Zij stond als Hendrina met een vraagteken en zonder gegevens. Broer arriveerde op 13-5-1823 en werd geplaatst in kolonie II, hoeve 72 (Wilhelminaoord). Op 5-12-1829 naar kolonie I, Frederiksoord en van 1849 tot 1851 vrijboer. Op 25-2-1851 is de hoeve overgeschreven op zijn zoon Johannes, een zoon uit zijn tweede huwelijk. Als geboortedatum van Broer staat er 1778, maar dat moet 1774 zijn. Te vinden in de archiefstukken 1347 t/m 1353, hoevenummers 31 en 40, in het archief van Drenthe. Bij de kinderen staan vaak verkeerde geboortedatums en de oudste drie staan niet vermeld: Aaltie, Henderina en Claaske. Verder staat er ook een Pieter van Belkum uit 1822, maar zijn geboorte heb ik in Leeuwarden niet kunnen vinden.
Net als zijn zoon Pieter, moet ook Broer 2 maal voor de Raad van Police en Tucht verschijnen: in 1840 voor dronkenschap met als straf 4 dagen strafkamer en op 14 augustus 1841 met 9 anderen voor het te laag afmaaien van rogge. Dit levert alleen een ernstige vermaning op. Zijn adres is: kolonie 1, hoeve 31.
Ook leden van het geslacht Hazelhoff (dochter Aaltie trouwde met Jacob Hazelhoff) waren kolonist.
Genie-officier Johannes van den Bosch richtte op 1-4-1818 de Maatschappij van Weldadigheid op in zijn strijd tegen de armoede. Hij richtte een verzoekschrift aan koning Willem I. Voor mensen door de economische malaise of eigen problemen zelf of met het gezin in moeilijkheden. Na een uitgebreid onderzoek naar persoon en gedrag was het voor sommigen een nieuwe start als kolonist.
Goederen vervaardigen, maar ook ontginnen en vruchtbaar maken van nog ongecultiveerde gronden. In 1818 wordt het landgoed Westerbeeksloot bij Vledder aangekocht. Men bouwt er woningen en in 1819 vestigen zich de eerste kolonisten in Kolonie I of Frederiksoord. Uitbreidingen volgen met de dorpjes Willemsoord, Wilhelmina-oord (kolonie II), Veenhuizen en Ommerschans. In de laatste 2 kolonies richt men zich niet alleen op het verzorgen van vondelingen, zwervers en vagebonden maar ook op arbeidsongeschikte bedelaars.
Kolonie I en II waren de vrije koloniën en mensen melden zich daar vrijwillig aan. In 1824 waren er al 2240 bewoners. Vanaf 1819 was onderwijs al verplicht en in 1827 was er een eigen ziekenfonds. Ook was er eigen geld tot 1859. Kolonisten die goed presteerden, kregen de status van vrijboer. (pachter) Een gezin van 5 personen moest een bestaan kunnen vinden op 3 hectaren cultuurgrond, aangevuld met huisarbeid als spinnen en weven. De totale plaatsingskosten voor een gezin bedroegen f.1700,- Een afdeling van de Maatschappij van Weldadigheid, een armenbestuur, een gemeente of een diaconie moest dat bedrag dan beschikbaar hebben.
Broer van Belkum | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1801 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marieke/ Maria Hemrica | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1825 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cornelia Willems (Nobbe) |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.