Hij is getrouwd met Neeltje Aedes.
Zij zijn getrouwd in het jaar 1595 te Oostermeer, Tietjerksteradeel,, Friesland, Nederland, hij was toen 19 jaar oud.
Kind(eren):
13-08-1634: Wopke Hylckesz en Neel Aedesdr, echtelieden. te Oostermeer, alsmede Coene Roeleffsz en Gees Uylckesdr, echtelieden, wonende op Oostermeerderveen, verklaren ? 158 schuldig te zijn aan Wilt Geertsz te Oostermeer, voor zichzelf en voor zijn kinderen bij wijlen Fed Jansdr, terzake "gepachte leyen ofte clyng (klijn) cum annexis", liggende op het Zwartveen, voor de tijd van vijf jaar, volgens pachtbrief van heden; getuigen: Binnert Haersma en Folcke Ubles; Wopke en Coene tekenen met merken; daaronder stond een cessie (van Wilt Geertsz) op Aesge Oenes en Welmoed Metskesdr, el. aldaar, d.d. 12 januari 1632; verderop: Wopcke Hylckes draagt zijn aandeel in het contract over aan Aeble Martensz (is well. Ebe Martens, vgl. fol. 228) en Coene Roeleffs, elk voor de helft.
16-03-1636: Gercke Cornelisz, wonende op "de Teecke" (de Tieke, vermoedelijk onder Suameer), als curator over Tiamcke Evertsdr, weeskind van wijlen Evert Sioerts Haxta, in leven gewoond hebende te Oostermeer, draagt over aan Wopcke Hylckes, als curator over Ipck Evertsdr, weeskind van voornoemde Evert Sioerts Haxta bij Siucke Wopckedr (vgl. fol. 270v, daar: Stijntie Wopckedr) de eigendom van een halve schuur c.a., met de helft van "de plaets" waarop "de huysinge ofte schuyre" staat, met bomen en plantagie, waarvan de andere helft het weeskind (Ipck) reeds toebehoort, staande en gelegen op Snakkerburen bij de Wal te Oostermeer, bezwaard met ? 1 jaarlijkse grondpacht, hebbende Jantien Jansdr weduwe Haxta voornoemd ten oosten, Marten Franckes ten westen, strekkende ten zuiden en noorden "als naestlegers"; aldus verkocht voor ? 31
10-10-1641: Wopcke Hylckes en Neel Aededr, echtelieden te Oostermeer, verklaren ? 902-27-8 schuldig te zijn aan Gercke Cornelis aldaar, als mede voormomber over Jipck Evertsdr, weeskind van wijlen Evert Sioerts Haxta bij Stijntie Wopckedr daar: Siucke Wopckedr); de schuld komt voort uit de curatele ("tuteelschap") die ik Wopcke over het weeskind heb gehad; in die kwaliteit heb ik geld ontvangen uit handen van secretaris dr. Jacobus Buttinga uit de boelpenningen (opbrengst van het boelgoed) van Evert Sioerts, en ook uit de landen te Folsgare ("tot Folsgaeren"), ten profijte van het weeskind verkocht, en wegens verkochte eeuwige renten; onderpand: drie maden in Eestrumer mieden, drie akkers bouwland met twee kampen te Oostermeer, met mijn huizinge, levende have en inboedel.
13-03-1643: Archief Nedergerecht Tietjerksteradeel, hypotheekboek:
Wopcke Hylckesz te Oostermeer neemt aan � 40-10 te betalen aan Aesge Oenesz aldaar, wegens verteringen.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.