De kruidenier voor de 19e eeuw
In de Middeleeuwen waren er al `crudeners'. Zij waren dankzij hun kruiden vaak ook een soort drogist en apotheker. Zij verkochten toen inheemse geneeskundige kruiden, keukenkruiden, zuidvruchten en specerijen. Het aantal kruidenierswinkels nam een hoge vlucht toen na de reis van Cornelis Houtman in 1595 de route naar Indië bekend werd en de handel in specerijen met de koloniën opkwam. In de Statenbijbel, de bijbelvertaling die in 1637 gereedkwam, wordt op een aantal plaatsen de kruidenier genoemd: 1 Koningen 10:15 "...en van den handel der kruideniers..." en in Hooglied 3:6: "Wie is zij, die daar opkomt uit de woestijn, als rookpilaren, berookt met mirre en wierook, en met allerlei poeder des kruideniers?" In de kanttekeningen van de vertalers wordt in beide gevallen verwezen naar de kruidenier in de betekenis van drogist of apotheker. Vanaf de zeventiende eeuw werd wettelijk vastgelegd dat kruideniers, die zich vanaf de veertiende eeuw verenigden in het Sint Nicolaasgilde, geen geneeskundige artikelen mochten verkopen.
De kruidenier in de 19e eeuw
De kruidenier is in de 19e eeuw nog een kleine zelfstandige. Naast de normale kruideniersartikelen levert hij allerlei andere artikelen die het gezin in het dagelijks gebruik nodig heeft. Zo geeft het WNT de volgende 19e eeuwse definitie van waterstokerij:
winkel in de volksbuurten der groote steden (inz. Rotterdam), waar allerlei goederen worden verkocht voor dagelijksch gebruik, zooals kruidenierswaren, waschmiddelen, brandstof en ook (thuis te bezorgen) warm water. Veroud.
Tot de introductie van aardgas in de 60-er jaren van de 20e eeuw kon men bij een kruidenier vaak ook petroleum kopen voor het petroleum kooktoestel.
Aan het einde van de 19e eeuw tekenden zich de voorboden af van de strijd om de toegang tot de consument, die in de 20e eeuw in volle hevigheid werd gevoerd, en die voor de toekomst van het kruideniersberoep zeer ingrijpend zijn geweest:
- In 1893 kwam de merkenwet tot stand. Fabrikanten waren daardoor in staat consumentenartikelen onder een eigen merknaam te registreren.
- Vanaf 1865 ontstonden verbruikscoöperaties van consumenten.
- In de laatste jaren van de 19e ontstonden de eerste grootwinkelbedrijven.
De kruidenier in de 20e eeuw
De 20e eeuw werd beheerst door een welhaast 80-jarige oorlog tussen alle partijen in de levensmiddelen-distributieketen. Inzet is wie de laatste schakel naar de consument, de detailhandel, beheerst. Fabrikanten, grossiers, detailhandelaars en consumenten hebben allen grote inspanningen geleverd om ten koste van de andere partijen marktaandeel te verwerven. Achteraf kan worden vastgesteld dat die strijd is gewonnen door de bedrijven die de groothandelsfunctie vervullen, de grossiers en de grootwinkelbedrijven. Hun marktinvloed is nu zo groot dat zij nagenoeg met uitsluiting van fabrikant, zelfstandige detailhandelaar en consument in staat zijn te bepalen welke producten in de winkels worden aangeboden
Hij is getrouwd met Geertruida Verhaar.
Zij zijn getrouwd op 20 januari 1915 te Hilversum , hij was toen 32 jaar oud.Bron 2
Gijsbert Gerardus Duurland | ||||||||||||||||||
1915 | ||||||||||||||||||
Geertruida Verhaar |