Stamboom Aalbers/Ruitenbach » Arnoldus I van Ruinen (± 1155-????)

Persoonlijke gegevens Arnoldus I van Ruinen 

  • Hij is geboren rond 1155 in Ruinen.
  • Een kind van Otto I van Ruinen
  • Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 24 mei 2011.

Gezin van Arnoldus I van Ruinen


Kind(eren):

  1. Otto II van Ruinen  ± 1140-???? 


Notities over Arnoldus I van Ruinen

De oudste stamvader was een Otto van Ruinen, die in 1139 voor het eerst wordt vermeld als getuige van bisschop Andreas. Hij was toen al niet zo jong meer, want bij een belangrijke schenking in 1141 uit allodiaal bezit aan het klooster te Ruinen (de latere abdij te Dikninge, - misschien ter gelegenheid van de stichting van het klooster), was mede-ondertekenaar zijn zoon, die toen dus volwassen was.
De heerlijkheid Ruinen
De heerlijkheid Ruinen dateert uit de middeleeuwen. Wanneer zij is ontstaan, is niet precies bekend. Nadat Drenthe onder de Karolingers een graafschap van het Frankische rijk was geweest, werd het in 1046 onder het wereldlijk gezag van de bisschop van Utrecht gesteld.
Voordien behoorde Utrecht al tot het kerkelijk ambtsgebied van de bisschop. In 944 was het foreestrecht in de ‘pagus forestensis’, het aan de koning toebehorende onontgonnen gebied tussen Land van Vollenhove en het zandplateau van Midden-Drenthe, aan de bisschop overgedragen. Dit foreestrecht wordt gedefinieerd als jachtrecht, maar het hield meer in.
De bisschop verkreeg daarmee het beschikkingsrecht over een groot areaal aan woeste gronden in Zuidwest-Drenthe.
Het ontstaan van de heerlijkheid Ruinen als bisschoppelijk leen is in samenhang te zien met de komst van het klooster te Ruinen. Het klooster zal ongeveer in de elfde eeuw gesticht zijn, met als doel de woeste gronden in deze streek te ontginnen en zo voor bewoning geschikt te maken. De Van Ruinens zijn vanaf 1139 af uit akten bekend als ministerialen. De eerste bekende Van Ruinen, Otto, blijkt tot 1141 de kerk van Steenwijk in leen gehad te hebben.
Bovendien is het aannemelijk dat dit geslacht oorspronkelijk de voogdij over het klooster had, dat wil zeggen dat de voogdij namens de abt als rechter optrad in wereldlijke zaken het klooster en de bijbehorende boerderijen betreffend. Indien het klooster een eigen rechtsgebied (immuniteit) bezat, had de voogd in dat rechtsgebied de gewone of ‘lage jurisdictie’. Opmerkelijk is namelijk dat de heerlijkheid Ruinen, dus het rechtsgebied van de heren, niet samenvalt met de grenzen van het kerspel Ruinen, terwijl in Drenthe (met uitzondering van De Wijk) de schuldambten en de kerspelen samenvallen.
In het Kerspel Ruinen behoorden Ansen, Pesse en Echten niet tot de heerlijkheid. Anderzijds omvatte de heerlijkheid ook het gebied van het tegenwoordige Ruinerwold, wat weer overeenkomst met de oorspronkelijk parochie Blijdenstede verminderd met de parochie Koekange, die er in 1331 van werd afgescheiden. Dit wijst op aaneensluitend kloosterbezit en een samenhangend rechtsgebied.
De Van Ruinens moeten al voor 1140 een belangrijke positie ingenomen hebben, getuige het feit dat zij zich naar een eigen hof noemden en met de kerk in Steenwijk beleend waren. Hier tegenover staat dat in bewaard gebleven akten uit die tijd de Van Ruinens nog lang als ministerialen bleven aangeduid. Na ongeveer 1220 heten ze “milites’, ridders, wat echter niet behoeft te betekenen dat hun ministerialiteit beëindigd was. Pas in 1261 wordt voor het eerst een Van Ruinen, Mewekindus, uitdrukkelijk als ‘dominus’, heer, vermeld, een titel die in 1263 opnieuw voorkomt. In deze akten worden echter alle ondertekenaars zo betiteld. Wel is het denkbaar dat juist deze Mewekindus van Ruinen de heerschaprechten verworven heeft door steun te verlenen aanHendrik van Vianden bij diens streven bisschop te worden van 1250 tot 1267. Bovendien waren de Van Ruinens gedurende deze tijd, waarin de biscchoppen te kampen hadden met opstandige Drenten onder leiding van de burggraven van Coevorden, steeds op dehand van de bisschop en nauw verbonden met de Clenckes die in 1263 slotvoogd van Coevorden werden. Daarbij komt dat het vermoedelijk Mewekindus van Ruinen was die het familiebezit en daarmee de invloed van het geslacht sterk vergrootte door de hof Welvelde en de bijbehorende bezittingen in Twente te verwerven.
Op het gebied van wetgeving en bestuur stond de heerlijkheid Ruinen los van Drenthe, Ruinen viel dan ook niet onder de zes dingspelen waaruit Drenthe bestond, met als gevolg dat geen Van Ruinens zitting hadden in de Etstoel of in de Staten. De herenvan Ruinen zijn oorspronkelijk niet meer dan plaatselijk beheerders van bezittingen van de bisschop geweest. Daarin is verandering gekomen, naarmate de bisschoppen hun greep op Drenthe verloren.
De zetel van de heren Van Ruinen was De Oldenhave of Oldenhof, ook bekend als het Huis te Ruinen. Dit huis bestaat niet meer, het is omstreeks 1820 gesloopt. Het lag enkele kilometers ten zuiden van het tegenwoordige dorp Ruinen, aan de oostzijde van de buurschap Oldenhave, die zijn naam aan het huis ontleent.
De Oldenhave moet al voor 1380 bestaan hebben, omstreeks die tijd immers werd Arend Huys met Ruinen beleend, waarbij de Oldenhave genoemd werd. Daarnaast is sprake van de Nijehave, vermoedelijk de woonplaats van een jongere tak. De Oldenhave zelf moeten we ons voorstellen als een groot boerenbedrijf, dat het toenemen van de invloed van de Van Ruinens beter verdedigbaar is gemaakt. Daarbij heeft zeker een rol gespeeld dat het huis strategisch gunstig gelegen was: aan de weg van Friesland over devesting Steenwijk naar vesting Coevorden en, minder belangrijk, aan een route van Meppel naar Groningen.
Van de verschillende bouwstadia is niets bekend. De enige bestaande tekening is een tekening die de toestand uit 1732 weergeeft.
Meer is bekend over de bewoners. Het geslacht begint, in oorkondelijke vermelding, met Otto, van wie in 1139 voor het eerst sprake is. De Van Ruinens bleven in het bezit van de Oldenhave tot 1378, het jaar waarin Johan III overleed. Huis en heerlijkheid gingen toen over op Arend Huys, die in 1380 de bisschop verzocht met de heerlijkheid beleend te worden.
Deze Arend Huys stamde uit het geslacht Van Norch(Norg). Zijn zonen noemden zich Van Ruinen, waarbij de oudste, Johan, bij zijn opvolging als heer Van Ruinen ook het wapen van de oorspronkelijke Van Ruinens ging voeren, de andere zonen hielden zich aan het wapen Van Norch. Aan dit geslacht is betrekkelijk snel een eind gekomen. Arend Huys is nog opgevolgd door zijn zoon Johan, maar die liet bij zijn overlijden in 1411 alleen een dochter Johanna na die omstreeks 1405 was geboren. Wel had hij drie broers, maar de heerlijkheid Ruinen vererfde ook in de vrouwelijke lijn. De ooms fungeerden tot Johanna’s meerderjarigheid als voogden. Johanna trouwde in 1425 met Berend von Münster.
Zij was in 1411 met de heerlijkheid beleend en behield die tot haar overlijden omstreeks 1477. Daarna ging de heerlijkheid over op haar zoon Hendrik von Münster. Zo kwam de heerlijkheid Ruinen in het bezit van de familie Von Münster.
Deze Hendrik, getrouwd met Agnes de Vos van Steenwijk, overleed in 1510, waarna zijn zoon Berend hem opvolgde in het leen. Berends zoon Hendrik, geboren in 1518, werd in 1545 beleend met de heerlijkheid, door opvolger van de bisschop van Utrecht alsleenheer over Ruinen. In 1528 waren de wereldlijke bevoegdheden van de bisschop in de Nederlanden overgenomen door de landsheer, de koning van Spanje.
De Oldenhave was inmiddels uitgegroeid tot een kasteeltje zoals er verder in Drenthe niet stonden. In de hierna volgende oorlogstijd werd de Oldenhave door zowel verdedigbaarheid als zij ligging van strategisch belang bij de strijd om Drenthe en Groningen tussen de koning van Spanje en de Unie. Belangrijk was daarbij ook de keus van de heer van Ruinen, Hendrik von Münster, die in 1556 opnieuw met Ruinen beleend was door Philip II, bleef in de Tachtigjarige Oorlog vooreerst zijn leenheer trouw, zoals Drenthe dat in het algemeen bleef.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Arnoldus I van Ruinen?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Arnoldus I van Ruinen

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Arnoldus I van Ruinen

Otto I van Ruinen
± 1093-????

Arnoldus I van Ruinen
± 1155-????



Onbekend

Otto II van Ruinen
± 1140-????

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

Verwantschap Arnoldus I van Ruinen



Visualiseer een andere verwantschap

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Over de familienaam Van Ruinen


Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Remco D. Aalbers, "Stamboom Aalbers/Ruitenbach", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-aalbers-ruitenbach/I14742.php : benaderd 17 juni 2024), "Arnoldus I van Ruinen (± 1155-????)".