Hij had een relatie met Aleidis Verheijen.
Kind(eren):
https://gw.geneanet.org/edelbroeka?lang=nl&p=winandus&n=neijnens :"
Weerter protestanten naar Budel,
Op luttele kilometers afstand van de over de grens met Weert ter kerke gaande Brabantse
katholieken begaven zich vanaf 1648 precies in tegenovergestelde richting Weerter protestanten.,
Nu in Staats-Brabant de gereformeerde religie de van staatswege bevoorrechte godsdienst was,
konden zij voor het eerst op korte afstand van hun woonplaats hun geloof belijden. Via de later
naar hen genoemde "Geuzendijk" trokken zij door de heide naar het Brabantse. Reeds onder de
lidmaten van 1648, het jaar waarin de Nederduits-gereformeerde gemeente Budel-Gastel tot stand
kwam, worden zes Weertenaren genoemd: Henderick Mommers, Jan Dircksen, WEIJNANDT NEIJNENS, Frans
Weelen en Aert Geevers met zijn vrouw. Twee jaar later traden opnieuw zes Weertenaren toe tot
deze gemeente. Hierdoor, maar ook doordat er in het grensdorp Budel nogal wal douaneambtenaren
(die gereformeerd.moesten zijn) en autochtone gereformeerden woonden, was de
Nederduilsgereformeerde gemeente Budel-Gastel één van de grootste van het Meierijse plattelanden.
De Budelse predikant I-Ieijmans vond dit grote aantal lidmaten uit Weert in 1824 "zeer
merkwaardig ( ... ) daar gezegde plaats ten allen tyden bekend is geweest als een kweekhof van
den groofste Roomsche bijgelovigheden",
Onder deze 36 uit de stad Weert afkomstige gereformeerden over deze halve eeuw (1648-1698) waren
maar liefst 21 personen met de familienaam Neijnens (soms als Neijnings geschreven).,
Vrijwel zeker allemaal waren zij verwant mei de welgestelde laken koopman WIJNAND NEIJNENS die
zoals we zagen tot de eerste lidmaten van de gemeente Budel-Gastel behoorde. Zowel in Weert als
in Budel gold hij als een voornaam persoon. Een wellicht wat partijdige karakterisering uit 1704
memoreert dat hij "door sijn trouwe neersticheijt ende eerlycken handel in de Coopmanschap van
Laeekenen van God seer,
gesegent was, ende wel ontrent de twintich Laecken weeffgetouwen aldaer gedurich voor hem liet
wercken, en een menichte van wolspinsters, bereijders. ende andere menschen aende Drapperije
noodigh, daer aen den cost verdienden, ende sijne Laeckenen naer Hollant, Antwerpen, Brussel ende
andere plaetsen in sulcke menichte versonde, dat alle andere Coopluijden tot Weert d'selve
coopmanschap mede doende t 'samen met haer alle soo veel niet versonden ofte maeckten als den
voorsz Neijnens, soo dat dense1ven aldaer den eersten ende grootsten Coopman alsdoen was".,
Volgens hetzelfde stuk zouden schout Costerius en andere katholieken (kooplieden en gildemeesters)
WIJNAND Neijnens, die in die tijd eens "den grooten Geus" werd genoemd, niet zozeer uit nijd om
de omvang van zijn handel, maar "alleen uijt puren haet vande religie" trachten te ruïneren.,
Allereerst beschuldigde het lakenkopersgilde Neijnens van het leveren van slechte kwaliteit laken.
Hoewel hij onschuldig geweest zou zijn, werd de zaak uiteindelijk in der minne geschikt. Hierop
trachtte schout Coslerius de proteslant zoveel mogelijk de voet dwars Ie zetten en een proces aan
te spannen. Vermoedelijk speelden beide zaken zich af in respectievelijk 1652-1654 en 1663-1664.
Hoe anders was het voor Wijnand Neijnens in Budel, waar hij ter kerke ging. Hier werd hij in
ieder geval bij de Budelse predikanten hoog aangeschreven, want hij gold als een waardige
doopgetuige voor hun kinderen. De relatief hoge sociale positie van de familie Neijnens blijkt
ook uit de keuze van huwelijkspartners. Zo trouwde Johanna, dochter van Wijnand Neijnens in 1669
met Hendrik de Jong, secretaris van Heeze en Leende. BARBARA Neijnens huwde met PETER van
Luijtelaar, zoon van en zelf een Eindhovens magistraatslid. Ook een schoolmeester en een edelman
van Vlodrop waarschijnlijk) fungeerden als partners.],"
Wijnandus Neijnens | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aleidis Verheijen |