Schoolmeesters in de Meierij van 's-Hertogenbosch 1648-1795 » Ds Johannes Neomagus (1694-1761)

Persoonlijke gegevens Ds Johannes Neomagus 


Gezin van Ds Johannes Neomagus

(1) Hij is getrouwd met Johanna van Bemmel.

Zij zijn getrouwd op 21 maart 1721 te .Eindhoven, Noord-Brabant, Nederland.Eindhoven, Noord-Brabant, Nederland.Bron 3

https://www.genealogieonline.nl/stamboom-hajenius/I3297.php

Kind(eren):



(2) Hij is getrouwd met Ida Helena van de Werck.

Toestemming voor het huwelijk is 30 januari 1740 verkregen te Veghel, Noord-Brabant, Nederland.

Zij zijn getrouwd op 14 februari 1740 te Veghel, Noord-Brabant, Nederland.Bron 4


Notities over Ds Johannes Neomagus

http://www.neomagus.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=286:vi12-johannes-neomagus&catid=30:predikant&Itemid=54

"De meeste gereformeerde schoolmeesters functioneren goed. Omdat de schoolmeester moet gehoorzamen aan de dominee, komen ook spanningen tussen beiden voor. Dominee Neomagus uit Nuenen kan er over meepraten, want uitgerekend hij treft een schoolmeester die het niet goed doet. De familie Cleene levert in Nuenen drie schoolmeesters: Dirk van 1665 tot 1702, Wouter in 1704 en Dirks zoon Christiaan van 1705 tot 1735. Deze Christiaan schrikt niet terug van dronkenschap en geweldpleging, waarbij hij ook zijn vrouw jonkvrouwe Christina Prouningh mishandelt. De freule kan het huishouden niet aan. Hij leeft in voortdurende onmin met zijn vrouw, die op een dag in 1734 na de zoveelste mishandeling met bebloed hoofd bij dominee Neomagus aankomt.

De dominee brengt haar terug naar huis en voert in de vergadering van de classis tot zijn verdediging aan dat Cleene hem en ieder die zich met zijn vrouw bemoeit, heeft bedreigd hem onder de voet te schieten. Een verhoor van Cristina brengt aan het licht dat Cleene haar bij herhaling met een mes steekt en snijdt, op andere manieren mishandelt, haar in de kelder opsluit en deuren en vensters dicht maakt om te verhinderen dat zij tegen hem getuigt. De classis besluit de schoolmeester voorlopig uit te sluiten van het avondmaal.
Verbannen

Cleene heeft in zijn laatste jaren hevige ruzie met dominee Neomagus en andere geloofsgenoten, tegen wier woningen hij meermalen beledigende geschriften plakt. Samen met zijn zoon bedreigt en molesteert hij verschillende notabelen. Er komen bij de classis zeer ernstige beschuldigingen binnen. De schoolmeester wordt in maart 1735 op last van ’t hoog officie gevangen genomen en per kar naar 's-Hertogenbosch vervoerd. Van 16 juni 1735 is een verklaring van Neomagus en zijn vrouw Johanna van Bemmel, afgelegd ten overstaan van de schepenen, inzake een smaadschrift van schoolmeester Cleene. Zoon Willem Neomagus is een van de getuigen. Op 13 februari 1736 verbant de Bossche schepenbank de schoolmeester voor 25 jaar uit het grondgebied van Stad en Meijerij van 's-Hertogenbosch.
Dronken?

Van 1736 tot 1783 is Antony Rombouts schoolmeester-koster. Hij wordt met paard en kar opgehaald uit Hilvarenbeek. Al spoedig heeft ook hij hooglopende ruzie met de dorpsregenten en met dominee Neomagus. Op 18 juni 1737 leggen enkele inwoners ten gunste van Rombouts een verklaring af over dronkenschap van Neomagus en op 17 september 1737 verklaren een kerkmeester en een schepen dat Rombouts Neomagus heeft beledigd wegens dronkenschap. De schoolmeester herhaalt zijn klacht diezelfde maand in de classicale vergadering. Neomagus krijgt een vermaning en belooft beterschap. In de vergadering van februari 1738 zijn de rollen omgekeerd en wordt de schoolmeester tot eerbied jegens zijn leraar aangemaand. De regenten van Nuenen hebben veel met de schoolmeester te stellen. Rombouts gaat teveel jagen, verwaarloost zijn dienst en verzuimt 's morgens en 's middags de schoolklok (de kleinste torenklok) te luiden."
http://www.neomagus.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=286:vi12-johannes-neomagus&catid=30:predikant&Itemid=54

"VI-12 Johannes Neomagus
(1694-1761), predikant,
zoon van Johannes, V-7
Wie de sporen van de schilder Vincent van Gogh volgt, komt zeker ook in Nuenen. Zijn vader Theo van Gogh is daar predikant. Op de voormalige hervormde pastorie zit een paneel waarop staat dat de pastorie gebouwd is in 1764, in opdracht van de burgerlijke overheid. Die heeft dan de plicht de dominee te huisvesten. Nuenen behoort immers tot Staats-Brabant, een van de generaliteitslanden waar de Staten-Generaal de dienst uitmaken. En dat houdt in dat de hervormde godsdienst bevoordeeld is. Nuenen heeft een nieuwe pastorie nodig omdat de kinderen van de in 1761 overleden dominee Johannes Neomagus de oude pastorie kopen, zodat hun moeder daar met haar jongste kinderen kan blijven wonen.
Neomagus / Van Gogh

Er bestaat in die tijd geen relatie tussen de predikantenfamilies Neomagus en Van Gogh. Ruim een eeuw later is die relatie er wel. Bertus Neomagus (1825-1895) heeft als administrateur van de Maatschappij van Welstand connecties met zowel dominee Vincent, de grootvader van de schilder, als met dominee Theo, de vader, die beiden een functie hebben in de Maatschappij.
Ouders

De vader van Johannes Neomagus is ook een predikant: Johannes Neomagus (ong. 1640-1707), sinds 1668 dominee, achtereenvolgens in Millingen, Lommel en vanaf 1693 in de gemeente van Vessem, Casteren en Knegsel in de Kempen. Zijn moeder is Elisabeth Waterbeek (ong.1654-1697), dochter van dominee Bernardus Waterbeek te Eersel en Johanna Stroombergen, hoewel enkele bronnen Susanna Samuelina Waterbeek als vrouw van de Vessemse dominee noemen. Dat is een jongere zus van Elisabeth Waterbeek, met wie Johannes Neomagus mogelijk eerder gehuwd is geweest.
Eersel

Johannes en Elisabeth trouwen in 1689 in Eersel, van 1654 tot 1693 de standplaats van schoonvader Waterbeek. Officieel is het de Nederduitse gereformeerde gemeente van Eersel, Steensel en Duizel. Elisabeths zus Emilia is gehuwd met Johannes' neef Theodorus, van 1693 tot 1716 predikant te Eersel als opvolger van Bernardus Waterbeek. Theodorus is op zijn beurt in 1717 opgevolgd door zijn schoonzoon Willem Peijpers, neef van Theodorus' dochter Maria!
Doop

Johannes is ongeveer 57 jaar en Elisabeth ongeveer 35 jaar wanneer ze in 1694 een zoon Johannes krijgen, over wie dit hoofdstuk gaat. Eerder, vermoedelijk in 1692, is een dochter Johanna Samuelina geboren (VI-11), gehuwd met Jan van Brienen, graaf van Byland. Johannes wordt op 16 mei 1694 in Vessem geboren en dezelfde dag gedoopt. Het gezin woont in Vessem, waar de pastorie staat. De kerkdiensten zijn meestal in Hoogeloon. Is vader Johannes kort na de geboorte met zijn zoon ruim drie kilometer naar Hoogeloon gelopen? Of is de doop in Vessem geweest?

Het doopboek begint met een doop op 22 oktober 1684 en heeft als aanhef: Doopboek der gereformeerde gemeente van Vessem, Hoogloon, Casteren en Knegtsel door Johan Duyts. Dat is de koster. Gezien het handschrift schrijft vader Johannes tien jaar later de doop van zijn zoon zelf in. Hij noemt daarbij zijn vrouw Elisabetha Waterbeeck. Jammer dat de pastor, zoals de vader zich noemt, er geen getuigen bij noemt, zoals hij bij latere dopen wel doet.

Het is de enige doop dat jaar in de kleine protestantse gemeenschap op het katholieke Brabantse platteland. Het is ook de allereerste doop van Johannes als predikant in die gemeente, waar hij sinds 1693 werkzaam is, en de eerste doop sinds 1691. De doop van dochter Johanna staat niet in het doopboek van Vessem. Zij moet dus in Lommel het levenslicht hebben gezien.
Wees

Johannes en zijn zusje zijn vroeg wees. Moeder Elisabeth sterft in 1697 als Johannes 3 jaar is. Vader Johannes sterft in 1707 en de zoon is dan pas 13 jaar. Vaders neef Theodorus, gehuwd met Emilia Waterbeek, tante van de kinderen, krijgt de voogdij. Hij is predikant van Eersel, Duizel en Steensel en woont dus dichtbij.

De voogd stuurt hem naar het gymnasium in Moers in het Rheinland, voor meerdere Neomagi een bekende school. Hij wordt er op 18 oktober 1708 ingeschreven en ontmoet er vanaf 1711 zijn achterneef Samuel Neomagus (VII-8), zoon Johannes Neomagus die predikant is in Baerl (VI-8).

Vervolgens studeert hij, net als zijn vader, in Leiden theologie, maar ook oosterse talen en wijsbegeerte. Johannes is op 4 oktober 1713 in Leiden ingeschreven, 18 jaar jong. Hij komt met attestatie van 24 juni 1719 van Leiden naar Eindhoven waar zijn achterneef dominee Mattheus Peijpers hem in 1720 inschrijft als Johannes Neomagus s.s.m. candidatus in het lidmatenregister. Peijpers is een zoon van Catharina Neomagus (V-1).
Toelating

In 1719 heeft hij zijn kerkelijke en academische getuigschriften en toont die op de vergadering van de classis Peel- en Kempenland in Eindhoven op 27 en 28 juni. Daarmee wil hij bereiken dat hij op de volgende 'postsynodale' vergadering geëxamineerd wordt. Dat gebeurt op 27 september. Hij slaagt en is daarmee toegelaten tot de openbare predikdienst.
Bakel

Er is in die jaren een overschot aan predikanten en Johannes moet drie jaar wachten voor hij een aanstelling krijgt. Op 30 september 1722 beroept de classis hem tot predikant te Bakel in de vacature van de overleden Henricus van Schaardenberg. Op 3 januari 1723 bevestigt 'buurman' dominee Johannes Martinet van Deurne, Vlierden en Liessel, Johannes Neomagus als kandidaat in de gemeente van Bakel. Hij doet in dezelfde dienst zijn intrede bij dominee Nathanael Walraven van Helmond en Rixtel.

Bakel is voor veel predikanten de eerste gemeente. In 1728 is Albertus Hanewinkel, lid van een befaamd predikantengeslacht, de opvolger van Neomagus. In 1737 zien we er Pieter den Engelze, eerder adjunct-predikant in Vessem onder Samuel Neomagus. Cornelius Van Nimwegen begint er in 1770 zijn loopbaan. Hij trouwt later met Godefrida Neomagus.
Nuenen

Op 1 oktober 1727 aanvaardt Neomagus een beroep voor Nuenen en Gerwen. Zijn bevestiging geschiedt ook daar, op 4 januari 1728, in een dienst onder leiding van dominee Martinet. Neomagus is in Nuenen c.a. de vijfde predikant sinds in 1648, het eind van de Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje, de gereformeerde godsdienst in Brabant is ingevoerd. De standplaats heet officieel de Nederduitsche gereformeerde gemeente van Nuenen, Gerwen, Op- en Nederwetten. Johannes spreekt in het doopboek van Nuenen en Gerwen, terwijl ook Nuenen, of Nuenen c.a. voorkomt. De protestantse gemeente wordt ook aangeduid als gereformeerd, Nederduits-hervormd of hervormd. Eerst vanaf 1816 is officieel sprake van de Nederlandse Hervormde Kerk.
Eerste huwelijk

Al voor hij zijn eerste standplaats krijgt, trouwt de proponent in de godtgeleertheijt Johannes in 1721 met Johanna van Bemmel, gedoopt in Eindhoven op 20 september 1693. Ze gaan twee keer in ondertrouw, op vrijdag 21 maart in Eindhoven en op zaterdag 22 maart in ‘s-Hertogenbosch. De afkondiging van het voorgenomen huwelijk heeft ook plaats in ’s-Hertogenbosch, omdat Johannes daar enige tijd heeft gewoond. Zijn ouders zijn overleden en zijn Bossche achternicht Johanna Brants-Neomagus is als het ware het meest nabije familielid. Bovendien is zij een dochter van Theodorus Neomagus, neef van zijn vader en zijn voogd na het overlijden van zijn ouders. Weliswaar studeert Johannes in Leiden, maar ’s-Hertogenbosch is in die jaren zijn thuisbasis.

Op 8 november 1721 zijn Johannes en Johanna als man en vrouw in Eindhoven getuigen bij de doop van een dochter van Gerard Hornman en Catharina Duyts. Hornman is griffier, commies der convoyen en licenten, stadhouder van Eindhoven en secretaris van Oerle. Duyts is ook een vooraanstaande naam in het protestantse zuiden. Er zijn enkele predikanten en schoolmeesters Duyts. Johannes Neomagus wordt dan aangeduid als theologae candidates.

Zes kinderen

Johannes Neomagus en Johanna van Bemmel krijgen zes kinderen:
Jan Willem, geboren in Bakel op 4 mei 1724. Volgt VII-13.
Godefridus Anthoni, geboren op 3 maart 1726 in Bakel, de voortzetter van het geslacht. Volgt VII-14.
Hermanus, geboren in Nuenen op 13 juli, gedoopt in Nuenen op 18 juli 1728. Volgt VII-15.
Elisabeth, geboren in Nuenen op 15 oktober, gedoopt in Nuenen op 18 oktober 1730. Volgt VII-16.
Samuelina, geboren in Nuenen op 25 augustus, gedoopt in Nuenen op 28 augustus 1733. Volgt VII-17.
Anna Petronella, geboren in Nuenen of Gerwen op 12 september, gedoopt in Nuenen op 18 september 1735, 3 maant out overleden, vernoemd naar haar tante Anna Susanne van Bemmel. In of omstreeks 1735 betrekt de familie Neomagus de pastorie onder Gerwen. Het is niet bekend of dat voor of na de geboorte van Anna is.
Overlijden Johanna

Johanna van Bemmel krijgt haar zesde kind als ze bijna 43 jaar is. Ze overlijdt op 45-jarige leeftijd op 4 december 1738 te Gerwen en wordt daar op 9 december begraven. Echtgenoot Johannes schrijft haar dood zelf op een neutrale manier in: den 4 decemb: is gestorven de vrouw van de heer predicant Neomagus en op den 9 dito tot Gerwen begraven. In de kantlijn schrijft Neomagus 'memorie'. In de pastorie van Gerwen blijft de 44-jarige dominee achter met vijf kinderen tussen 5 en 14 jaar.

De pagina uit het begraafboek uit 1738 omvat de periode van juli tot en met december. In die periode zijn in Nuenen en Gerwen tien personen begraven, onder wie zeven kinderen. Het is een periode van grote kindersterfte. Opvallend is daarom dat dominee Johannes slechts één van zijn uiteindelijk dertien kinderen jong verliest.
Tweede huwelijk

Johannes hertrouwt op 14 februari 1740 in Eindhoven met Ida (IJda schrijft haar man) Helena van de Werk, ook wel geschreven als Werck, Werken en Wercken. Zij is de op 3 september 1713 in Spranggedoopte dochter van Bastiaan van de Werk, later notaris te Veghel, en van Judith Cornelisdr Cloosterman.
Zeven kinderen

Deze verbintenis levert zeven kinderen op:
Bastiaan, later Sebastiaan Johannes, geboren in Gerwen op 7 november, gedoopt in Nuenen op 13 november 1740. Volgt VII-18.
Alida, geboren in Gerwen op 13 januari, gedoopt op 20 januari 1743. Vader Johannes verzuimt in het doopboek te schrijven in welke kerk ze is gedoopt. Vermoedelijk in die van Nuenen, zoals zijn vorige en volgende kind. Volgt VII-19.
Christina, geboren in Gerwen op 11 augustus, gedoopt in Nuenen op 15 augustus 1745. Volgt VII-20.
Johanna Helena, geboren in Gerwen op 3 maart, gedoopt op 6 maart 1748 in Gerwen. Volgt VII-21.
Benjamin, geboren in Gerwen op 28 januari, gedoopt in Gerwen op 1 februari 1750. Volgt VII-22.
Judith Jedida Tehinna, geboren in Gerwen op 21 april, gedoopt in Gerwen op 23 april 1752. Volgt VII-23.
Thomas, geboren 23 januari in Gerwen, gedoopt in Gerwen op 26 januari 1755. Volgt VII-24.
Overlijdens

Johannes krijgt zijn dertiende en laatste kind dus op zijn zestigste. Zijn tweede vrouw is dan ruim 41 jaar. Johannes overlijdt op 67-jarige leeftijd in Gerwen op 26 november 1761 en wordt er op 4 december begraven. De koster schrijft het in het begraafboek en vermeldt het nalaten van elf kinderen. Want behalve de jong overleden Anna, is anderhalf jaar tevoren de 34-jarige zoon Godfried in het naburige Helmond overleden. Johannes' vrouw Ida overleeft hem 22 jaar en wordt bijna 70 jaar. Zij is op 13 augustus 1783 in Gerwen begraven.
Huisvesting

Als Johannes in januari 1728 wordt bevestigd als predikant van Nuenen en Gerwen kan hij nog niet over een huis beschikken en reist hij tot Pinksteren per kar op en neer tussen de zestien kilometer van elkaar gelegen dorpen Bakel en Nuenen. Hij kan daarna een huis op de Berg in Nuenen betrekken dat de dorpsregenten voor 75 gulden per jaar huren van Johanna Winterroy, waarvan de predikant 55 gulden betaalt. Neomagus weigert op een gegeven moment de huur te betalen omdat zijn huisvesting slecht is. Op 24 september 1734 geven de schepenen van Nuenen niettemin een verklaring af dat de woning in orde is bevonden. Het huis blijft kennelijk problemen geven gezien een verklaring van de schepenen van 23 augustus 1736 aangaande een ruzie tussen dominee Neomagus en mejuffouw Winterroy over een reparatie aan het huis. Van 27 december 1738 is een huurovereenkomst tussen Francis Cuijten en Johannes Neomagus aangaande een huis aan de Berg voor 34 gulden per jaar met een looptijd van acht jaar, na vier jaar opzegbaar.
Geboortedorp

De plaats waar de kinderen worden geboren, is een indicatie van de plaats waar Johannes en zijn gezin wonen. Hij schrijft in het doopregister namelijk zowel de geboorte- als de doopplaats. Samuelina, zijn vijfde kind, komt in augustus 1733 in Nuenen ter wereld en wordt er ook gedoopt. Bij Anna, in 1735 het zesde kind, zegt Johannes helaas alleen dat de doop in Nuenen is geweest. Wanneer zijn vrouw Johanna van Bemmel sterft, lezen we dat ze begin december 1738 in Gerwen is overleden en begraven. Het gezin woont dan dus in Gerwen. Alle daarna geboren kinderen uit zijn tweede huwelijk zijn in Gerwen geboren en in Nuenen gedoopt. De vraag is of Neomagus wel gebruik heeft gemaakt van de huurovereenkomst met Francis Cuijten.

Vermoedelijk leidt Neomagus zowel in Gerwen als in Nuenen diensten. De oorspronkelijke kerk van Nuenen, toegewijd aan de H.Clemens, dateert van 1494. Ten tijde van dominee Neomagus is de kerk erg bouwvallig. In 1792 stort de toren in en wordt een deel van de kerk een ruïne. De toren is in 1803 voor de helft ingekort en in 1823 is de rest van de kerk, inmiddels weer in gebruik bij de katholieken, gesloopt. Vincent van Gogh schildert het restant van de toren, op de oude begraafplaats bij de Tomakkers enkele keren voor het in 1885 wordt gesloopt. Tot de bouw van een Waterstaatskerkje in 1824/1825 kerken de Nuenense protestanten in een zijbeuk van de deels ingestorte kerk. De Brabant-Collectie van de Universiteit van Tilburg bevat een prent van de deels ingestorte Nuenense kerk.
De kerk van Gerwen, ook van de H. Clemens, dateert in haar huidige vorm uit 1612-1620. In de 19de eeuw zijn gotische elementen toegevoegd.
Pastorie

De familie Neomagus heeft tot dan toe niet in de officiële pastorie gewoond. Immers, Johanna Curtius, de weduwe van Neomagus' voorganger Caspar Curtius, predikant van 1692 tot 1726, is in de pastorie in Gerwen blijven wonen. Het is de rond 1440 gebouwde vroegere woning van de katholieke pastoor op het Lanklaar. Curtius koopt deze pastorie in 1695. De buurtschap Lanklaar ligt ook nu nog aan de rand van Gerwen op de weg naar Nuenen. Beide dorpen liggen nog geen drie kilometer van elkaar. Als de weduwe de pastorie verlaat, huurt Neomagus de woning van haar voor 60 gulden per jaar. Dat moet vóór december 1738 zijn geweest, want dan sterft zijn vrouw in Gerwen.
Schoolhuis

In 1745 vraagt Neomagus een nieuwe pastorie voor hem te bouwen, maar de Staten-Generaal beschikken afwijzend wegens oorlogstroebelen. Het verzoek kan er op wijzen, dat Neomagus de pastorie op het Lanklaar moet verlaten. Volgens Louis Bressers, die een lijvige studie heeft geschreven over de 250-jarige bewoningsgeschiedenis van de Beekstraat in Nuenen, woont Neomagus van 1746 tot 1755 in het schoolhuis aan de Beekstraat, de weg van Nuenen richting Mierlo. De gemeente laat deze schoolmeesterswoning met een klein schoolgebouw in 1690 bouwen voor schoolmeester Dirk Cleene. In 1736 woont schoolmeester Antonie Rombouts er in, tien jaar later dus Neomagus met zijn gezin. Maar hoe is dan te verklaren, dat de laatste vier kinderen, geboren tussen 1748 en 1755, in Gerwen zijn geboren?
Eigendom

Hoe het ook zij, Neomagus woont bij zijn dood in 1761 in de oude pastorie op het Lanklaar. Het dorpsbestuur wil de woning dan kopen, maar dat mislukt blijkbaar want op 15 augustus 1763 wordt de weduwe Neomagus eigenaresse. De burgerlijke gemeente laat daarom voor dominee Hermanus Hanewinckel, van 1763 tot 1808 de opvolger van Neomagus, een nieuwe pastorie bouwen op de Berg, de pastorie waar later ook dominee Van Gogh en zijn zoon Vincent wonen. Vincent schildert onder meer de kerk van Gerwen, waar de protestanten meermalen hun godsdienstoefeningen houden en waar dominee Neomagus en zijn vrouw zijn begraven. De voormalige pastorie Berg 26 is nu een particuliere woning, sinds 1996 eigendom van de Maatschappij van Welstand.
Kleinzoon

De weduwe Ida Neomagus - van de Werk blijft tot haar dood in 1783 op het Lanklaar wonen. De woning gaat dan over op haar kinderen. In 1787 komt de pastorie op naam van haar schoondochter Odilia de Jong, de weduwe van Daniel Swaans, eerder weduwe van de jong overleden Godfried Neomagus (1726-1760), zoon van dominee Johannes en Ida. In 1791 tenslotte wordt Johannes Neomagus eigenaar, zoon van Godfried, kleinzoon van de dominee. Deze Johannes is sinds 1783 vorster in Nuenen, Gerwen, Tongelre en Wetten. Als Johannes naar Son verhuist, wordt de pastorie in 1803 gesloopt.

De huidige protestantse gemeente van Nuenen houdt het er op dat de eerste vijf predikanten op het Lanklaar wonen, dat Neomagus bij zijn overlijden de eigenaar van is, dat zijn familie er blijft wonen en dat de burgerlijke gemeente daarom een nieuwe pastorie laat bouwen voor Neomagus’ opvolger Hanewinckel.
Schoolmeester

In een kleine protestante gemeenschap is, behalve de dominee, de schoolmeester een belangrijk figuur. Formeel stelt de Staten-Generaal de schoolmeester aan, op voordracht van de classis, die hem een examen afneemt, en de predikant. De schoolmeester dient te kunnen lezen, schrijven, zingen en cijferen en de Heidelbergse catechismus te onderschrijven, het officiële leerboek van de gereformeerde kerk. De schoolmeester krijgt betaald uit de opbrengst van de in 1648, na de Vrede van Munster geconfisceerde kerkelijke goederen, krijgt van landswege een salaris van 200 gulden per jaar, ontvangt schoolgeld van 2 stuivers per maand per kind, heeft neveninkomsten als voorzanger, klokkenluider en begrafenisverzorger, en een vrije woning. Zodoende komt een schoolmeester totaal op gemiddeld 400 gulden per jaar, een heel aardig inkomen in die tijd.
In de familie

Predikanten Neomagus hebben uiteraard veel met schoolmeesters te maken, ook in de familie. Zo is Nicolaas Stelt, schoonvader van dominee Samuel Neomagus (VI-4) in Vessem, schoolmeester in Hulsel, tevens secretaris van Mierde en Hulsel. Leden van de familie Waterbeek, gelieerd aan dominee Johannes Neomagus (V-7) van Vessem en dominee Theodorus Neomagus (V-5) van Eersel, zijn schoolmeester in Steensel en in Hoogeloon. Leden van de familie Peijpers, vele malen gelieerd aan de familie Neomagus, zijn schoolmeester in Hulsel en Leende.

Zes leden van de familie Beijnen zijn schoolmeester in Alem, Nistelrode, Helvoirt en Someren. Een dochter van Hendrik Beijnen, schoolmeester van Someren, trouwt Godefridus Neomagus (IX-14 ). Godert van Bemmel, schoolmeester in Eindhoven, is de (eerste) schoonvader van dominee Johannes Neomagus in Nuenen. Diens schoonzoon Daniel Swaans is schoolmeester van Stiphout, waar hij in die functie wordt opgevolgd door Johannes’ kleinzoon Willem Neomagus. Zie ook VIII-20c.
Spanningen

De meeste gereformeerde schoolmeesters functioneren goed. Omdat de schoolmeester moet gehoorzamen aan de dominee, komen ook spanningen tussen beiden voor. Dominee Neomagus uit Nuenen kan er over meepraten, want uitgerekend hij treft een schoolmeester die het niet goed doet. De familie Cleene levert in Nuenen drie schoolmeesters: Dirk van 1665 tot 1702, Wouter in 1704 en Dirks zoon Christiaan van 1705 tot 1735. Deze Christiaan schrikt niet terug van dronkenschap en geweldpleging, waarbij hij ook zijn vrouw jonkvrouwe Christina Prouningh mishandelt. De freule kan het huishouden niet aan. Hij leeft in voortdurende onmin met zijn vrouw, die op een dag in 1734 na de zoveelste mishandeling met bebloed hoofd bij dominee Neomagus aankomt.

De dominee brengt haar terug naar huis en voert in de vergadering van de classis tot zijn verdediging aan dat Cleene hem en ieder die zich met zijn vrouw bemoeit, heeft bedreigd hem onder de voet te schieten. Een verhoor van Cristina brengt aan het licht dat Cleene haar bij herhaling met een mes steekt en snijdt, op andere manieren mishandelt, haar in de kelder opsluit en deuren en vensters dicht maakt om te verhinderen dat zij tegen hem getuigt. De classis besluit de schoolmeester voorlopig uit te sluiten van het avondmaal.
Verbannen

Cleene heeft in zijn laatste jaren hevige ruzie met dominee Neomagus en andere geloofsgenoten, tegen wier woningen hij meermalen beledigende geschriften plakt. Samen met zijn zoon bedreigt en molesteert hij verschillende notabelen. Er komen bij de classis zeer ernstige beschuldigingen binnen. De schoolmeester wordt in maart 1735 op last van ’t hoog officie gevangen genomen en per kar naar 's-Hertogenbosch vervoerd. Van 16 juni 1735 is een verklaring van Neomagus en zijn vrouw Johanna van Bemmel, afgelegd ten overstaan van de schepenen, inzake een smaadschrift van schoolmeester Cleene. Zoon Willem Neomagus is een van de getuigen. Op 13 februari 1736 verbant de Bossche schepenbank de schoolmeester voor 25 jaar uit het grondgebied van Stad en Meijerij van 's-Hertogenbosch.
Dronken?

Van 1736 tot 1783 is Antony Rombouts schoolmeester-koster. Hij wordt met paard en kar opgehaald uit Hilvarenbeek. Al spoedig heeft ook hij hooglopende ruzie met de dorpsregenten en met dominee Neomagus. Op 18 juni 1737 leggen enkele inwoners ten gunste van Rombouts een verklaring af over dronkenschap van Neomagus en op 17 september 1737 verklaren een kerkmeester en een schepen dat Rombouts Neomagus heeft beledigd wegens dronkenschap. De schoolmeester herhaalt zijn klacht diezelfde maand in de classicale vergadering. Neomagus krijgt een vermaning en belooft beterschap. In de vergadering van februari 1738 zijn de rollen omgekeerd en wordt de schoolmeester tot eerbied jegens zijn leraar aangemaand. De regenten van Nuenen hebben veel met de schoolmeester te stellen. Rombouts gaat teveel jagen, verwaarloost zijn dienst en verzuimt 's morgens en 's middags de schoolklok (de kleinste torenklok) te luiden.
Invaller

Een predikant neemt regelmatig waar in de gemeenten waar een vacature is of de eigen predikant niet in actie kan komen. Zo zien we dat dominee Neomagus uit Nuenen op 20 februari 1735 in Schijndel de huwelijkssluiting verzorgt van Johannes Cool uit Breda en Martina Gerbrands uit ’s-Hertogenbosch.
Levensbeschrijving

Na het overlijden van Johannes Neomagus verschijnt een uitgebreide levensbeschrijving van zijn persoon. De overledene staat beschreven als een man van middelmatige lengte, mager, sinds jaren met een zwak gestel, vele malen zwaar ziek geweest. De laatste twee jaar van zijn leven nemen zijn krachten sterk af. De laatste doop die hij zelf doet en inschrijft is van 24 oktober 1756. De dominee uit Mierlo doet de eerstvolgende doop, op 6 mei 1759, maar Neomagus schrijft de doop nog wel zelf in.

Op zondag 22 november 1761, vier dagen voor zijn dood, preekt hij nog uit I Job, IV:9. Dat hoofdstuk behandelt Elifaz' eerste rede: Niemand lijdt onschuldig. Vers 9 luidt: 'Door Gods adem vergaan zij, door het blazen van zijn neus komen zij om'. Op de woensdagavond daarna krijgt hij een beroerte, gepaard met stuiptrekkingen, waarna de dood volgt op donderdag 26 november. Men kan zeggen dat hij in het harnas sterft. Hij wordt in de kerk van Gerwen begraven.
Vredelievend

Johannes heeft volgens de levensbeschrijving een sterk geheugen en een bijzondere belangstelling voor de Latijnse taal. Hij is vriendelijk en vredelievend, waardoor hij geliefd is bij de ingezetenen. Ook de 'roomsgezinde' inwoners laten een traan bij de begrafenis in de kerk van Gerwen, op 4 december 1761 (MDCCLXI). In 1845 zijn de zerken uit de kerk verwijderd voor een verlaging van de kerkvloer, een verhoging van het priesterkoor en de aanleg van een hogere toreningang. Of de stoffelijke resten van Neomagus toen zijn overgebracht naar het in het begin van de 19de eeuw aangelegde kerkhof, is niet bekend. In 1936 is dat kerkhof ook geruimd, zodat het gebeente van dominee Neomagus uit Nuenen niet meer is te traceren.

Dominee Hermannus Hanewinckel, adjunct-predikant in Geldrop en Riel, houdt op de zondagmorgen na het overlijden een preek ter nagedachtenis van Johannes. 's Middags doet dominee Johannes Dolleman van Aarle, Beek en Lieshout hetzelfde. Hanewinckel volgt Johannes later in Nuenen op en krijgt zoals gemeld de nieuwe pastorie waar Johannes vergeefs om heeft gevraagd!
Lidmatenboek

Dominee Neomagus legt in 1754 een bewaard gebleven lidmatenboek aan, een groot formaat schrift met gemiddeld één pagina informatie per kalenderjaar, neergeschreven met de ganzenveer. Dominee Hanewinckel houdt het lidmatenboek vanaf 1762 bij tot 1806. Aan de hand van dit Boek met de namen der leedematen en gedoopte kinderen in de gemeente van Nuenen en Gerwen is goed te volgen hoe 't het gezin Neomagus vergaat, met name ook na het overlijden van vader Neomagus.

Ook in andere opzichten geeft het boek een aardige kijk op de kleine protestantse gemeenschap. Zo komt het in Nuenen lang niet elk jaar voor dat de doop wordt toegediend. In 1759 behoort Neomagus' dochter Alida tot het groepje dat op 22 december wordt aangenomen en toetreedt als lidmaat, na een jaar lang bij mij aan huis gecatheriseerd te hebben. Alida is dan bijna 17 jaar.
Visitatie

Hanewinckel volgt Neomagus op 13 februari 1763 officieel op in de Christelijk Hervormde Gemeente te Nuenen, Gerwen, Op- en Neder-Wetten en geeft elk jaar, na zijn visitatie, een opsomming van de 'ledematen' en van de 'toehoorders'. De visitatie is een als toezicht bedoelde inspectie. De visitatie gaat meestal vooraf aan de viering van het avondmaal, waarbij gelet wordt op de religieuze praktijk van de lidmaten: het nakomen van de kerkelijke verplichtingen, het eerbiedigen van kerkelijke diensten, nakomen van de zondagsrust, het onderhouden van contact met andersdenkenden, het nakomen van de gezinsplichten en de houding in het maatschappelijk leven inzake geweldpleging, alcoholisme, cafébezoek, seksuele overtredingen, laster, diefstal, enzovoorts. Een verslag van een visitatie over de discipline van een lidmaat komt in de handelingen van de kerkenraad.

De jaarlijkse visitaties van dominee Hanewinckel zijn kennelijk alleen bedoeld om het aantal zielen en mutaties te registreren, evenals de toelating van lidmaten. Zijn eerste visitatie is op 23 mei 1763, tweede pinksterdag. Hij noteert 18 lidmaten en 11 toehoorders. Tot de lidmaten behoren Yda van de Werk, de weduwe van Neomagus, haar (stief)dochter Samuelina (dan 29 jaar) en dochter Alida (20). Bij de naam van Alida schrijft Hanewinckel later dat ze op 18 oktober 1763 met attestatie uit Rhenoy komt en dat ze op 27 maart 1764 met attestatie naar Haarlem gaat.
Attestatie

Attestatie is - evenals visitatie - een bekend begrip in de protestantse kerk, een van de organisatorische regels vastgesteld op de nationale synode van Dordrecht in 1618 en 1619. Een attestatie is een getuigenis van rechte leer en goede levenswandel, af te geven aan iemand die naar elders vertrekt en bekrachtigd met het zegel van de kerkelijke gemeente. In de plaats van vestiging wordt de attestatie afgegeven, meestal op een vaste dag, bijvoorbeeld enkele dagen voor de viering van het avondmaal.
Tijdsverschil

Dominee Hanewinckel schrijft meestal bij inkomende lidmaten op van welke datum de attestatie is, op welke datum de attestatie aan hem is overhandigd en wanneer de afkondiging in de kerk plaatsheeft. Het komt voor dat er meer dan een half jaar ligt tussen de eerste en de laatste datum! De datum van afgifte in de oude gemeente zal meestal dicht bij de datum van vertrek liggen. In de 18de eeuw geven de lidmatenregisters informatie over de protestantse bevolking. In de 19de eeuw nemen bevolkingsregisters deze taak over.
Toehoorders

De toehoorders zijn meestal de jongeren die nog catechisatie krijgen. Tot de elf toehoorders die dominee Hanewinckel in 1763 noteert, behoren vijf kinderen van de overleden dominee Neomagus: Benjamin (13 jaar), Thomas (8), Christina (17), Johanna (15) en Judith (11). Op 12 juli 1769 worden zes toehoorders aangenomen als lidmaten; zij communiceren voor het eerst op 16 juli. Onder hen zijn Benjamin, Judith en Christina. Johanna (21) is er niet bij; ze is in april 1768 naar Tilburg uitgeschreven en nog geen lidmaat. Thomas is nog te jong. Hij wordt aangenomen op 23 december 1776.
Naar elders

De kinderen Neomagus vliegen geleidelijk aan uit, ook al keren ze tussentijds nog wel eens even terug in het ouderlijk huis. Bij het overlijden van vader Neomagus in 1761 wonen Jan Willem, Godfried, Hermanus, Elisabeth en Bastiaan niet meer thuis. Samuelina gaat in oktober 1765 naar Erp, komt in november 1767 terug, gaat in oktober 1768 naar Haaften, komt een jaar later terug, blijft dan veertien jaar thuis en gaat eerst kort na het overlijden van haar (stief)moeder in augustus 1783 naar Alphen, waar haar broer Bastiaan predikant is. Ze is dan bijna 50 jaar.
Afgestudeerd

Bastiaan, de oudste eigen zoon van moeder Yda, zoals dominee Hanewinckel haar voornaam steeds schrijft, komt op 23 juni 1773 uit Leiden terug naar huis, afgestudeerd als theologisch kandidaat. Hanewinckel zet zijn toekomstige collega vanaf dat moment hoog op de lijst van de lidmaten, meestal als nummer 3, na hemzelf en de erfsecretaris van Nuenen. Bastiaan blijft tot mei 1777 in Nuenen; dan wordt hij beroepen als predikant te Alphen bij Baarle-Nassau.
Huwelijken

De oudste dochter, Elisabeth, 37 inmiddels, trouwt in maart 1767 in Tilburg met de 65-jarige Fransman Jean Meissonnier, van wie ze in dezelfde maand een dochter krijgt. Christina, in 1769 als lidmaat aangenomen, gaat op 4 april 1777 in ondertrouw met Philippus de Rooy, president-schepen, notaris en procureur in Someren, trouwt hem op 20 april en wordt op 6 mei 1777 uitgeschreven naar Someren.

Dochter Alida komt, zoals gezegd, in oktober 1763 terug uit Rhenoy, gaat in maart 1764 naar Haarlem, komt in mei 1771 vanuit Bloemendaal terug naar Nuenen en gaat in oktober 1778 als 35-jarige naar haar broer in Alphen. Johanna Helena is in april 1768 uitgeschreven naar Tilburg. In september 1774 komt ze terug uit Tilburg, samen met haar zus Judith. Kennelijk is ze in Tilburg aangenomen, want ze staat in Nuenen nu wel bij de lidmaten. In september 1777 vertrekt Johanna met attestatie naar Sint-Michielsgestel. De jongste dochter, Judith Jedida Tehinna - dominee Hanewinckel schrijft haar namen volledig in bij de jaarlijkse visitatie - blijft na haar uitstapje naar Tilburg tot anderhalf jaar na de dood van haar moeder in Nuenen wonen. Ze gaat in februari 1785 naar Utrecht.
Stadhouder

De in januari 1750 geboren Benjamin is nog toehoorder als hij in januari 1766 naar Leiden gaat. Wellicht bevalt het studeren hem niet, want in 1766 staat hij weer op de lijst van dominee Hanewinckel in Nuenen. In 1769 wordt hij aangenomen als lidmaat en in juli 1770 vertrekt hij voor zijn eerste baan naar Lieshout. Eerst in 1785 keert hij korte tijd terug naar Nuenen. Hij is dan als oud-stadhouder der Baronie van Cranendoncq overgekomen uit Budel. In januari 1887 vertrekt hij naar Steenbergen om daar stadhouder te worden.
Jongste zoon

Thomas, de jongste zoon en ook het jongste kind van de familie Neomagus, geboren in januari 1755, gaat in 1772 naar Tilburg, waar dan ook zijn zusters Johanna en Judith verblijven. Hij keert met hen in 1774 terug naar Nuenen waar hij in december 1776 als lidmaat wordt aangenomen. In oktober 1778 gaat hij samen met zijn zus Alida naar Alphen, waar broer Bastiaan sinds kort predikant is. In mei 1782 komt hij terug naar huis. Na het overlijden van zijn moeder gaat hij in 1784 naar Sint-Michielsgestel, waar zus Johanna woont.
Zielen

Wat voor mensen heeft de dominee in bijvoorbeeld het jaar 1778 in Nuenen en Gerwen als zielen? Het gezelschap bestaat uit 11 mannen en 16 vrouwen, totaal 27 lidmaten. Dat is meer dan menig andere christelijke gemeente in de Peel en de Kempen. De mannen onder de lidmaten zijn de dominee zelf, de oud-erfsecretaris, de substituut-drossaard, twee schepenen, een oud-koopman op Batavia, twee schoolmeesters, de deurwaarder-vorster, een sergeant, en een persoon zonder beroep (Thomas Neomagus). Onder de vrouwen bevinden zich de echtgenotes van de (meeste) mannelijke lidmaten, een aantal weduwen (onder wie Yda Neomagus-van de Werk), een aantal volwassen dochters (onder wie Samuelina, Judith en Alida Neomagus) en enkele dienstmeiden. Boeren en ambachtslieden zijn er niet onder de protestanten van Nuenen en Gerwen.
Ander gezin

Vijf jaar later, in 1783, wanneer de weduwe van dominee Neomagus overlijdt, telt dominee Hanewinckel de volgende gemeenteleden met de naam Neomagus: Yda Neomagus-van de Werk (overleden op 9 augustus), Samuelina (vertrokken op 14 augustus), Judith en Thomas. In dat jaar komt een andere familie Neomagus de gelederen versterken: Johannes, zoon van Godfried en kleinzoon van dominee Neomagus, is vorster van Nuenen en omgeving geworden en vestigt zich in december 1783 vanuit Erp in de oude pastorie, samen met zijn vrouw Arnolda van Onna en hun kinderen Henrica (7 jaar) en Godefrida (6), die als toehoorders worden ingeschreven.
Nieuwe gezichten

In 1786 noteert dominee Hanewinckel 42 zielen, onder wie de inmiddels geboren zoon Johannes Cornelis van vorster Johannes. In 1787 komt er Dilia de Jongh bij (de Jonch staat er in het lidmatenboek). Zij is tweemaal weduwe: eerst van Godfried Neomagus, daarna van Daniel Zwaans. Vanaf 1787 herbergt de oude pastorie weer een oud-bewoonster: dominee Johannes' dochter Elisabeth, 60 jaar en weduwe. Ze gaat in 1791 naar haar (half)zus Christina in Someren.
Einde

De pastorie bij Gerwen raakt daarna langzaam ontvolkt. In 1793 gaat Henrica naar Sint-Oedenrode, in 1796 gaat Godefrida naar Son, in 1801 gevolgd door oma Dilia, terwijl Johannes Cornelis in dat jaar in Franse dienst gaat. Johannes en Arnolda vertrekken in 1802 ook naar Son, overigens zonder om attestatie verzocht te hebben. Ook Dilia gaat zonder attestatie. In 1802 komt zodoende een eind aan een periode van 74 jaar aanwezigheid van vier generaties van de familie Neomagus in de gereformeerde gemeente van Nuenen en Gerwen. Waarbij aangetekend moet worden dat de eerste in de reeks, dominee Johannes Neomagus, op het gebied van de geloofsbeleving heel anders denkt dan zijn kleinzoon, de vorster Johannes, die kennelijk niets aan zijn geloof doet en geen behoefte heeft aan een kerkelijke overschrijving.
Nakomelingen

De levenswandel van de kinderen van dominee Johannes is niet altijd in overeenstemming met zijn normen en waarden. Willem, Hermanus en Godfried trekken naar grote steden - Amsterdam, Rotterdam en Dordrecht - en trouwen daar. Drie kinderen verwekken kinderen vóór hun huwelijk: Godfried, Elisabeth en Benjamin. Anderzijds kan worden vastgesteld, dat de band tussen de kinderen hecht is. Johannes ziet twaalf van zijn dertien kinderen opgroeien, hoewel de jongste pas 5 is als zijn vader sterft. Die twaalf kinderen zorgen niet voor een rijk nageslacht: slechts twee van de zes volwassen geworden dochters hebben kinderen; van de zes zonen krijgt er slechts één zonen die volwassen worden. Dat is Godfried. Hij zet zodoende deze Neomagustak voort."
< Vorige
http://www.neomagus.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=277:viii20a-familie-werk&catid=30:predikant&Itemid=54

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Ds Johannes Neomagus?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Ds Johannes Neomagus

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Johannes Neomagus

Johannes Neomagus
± 1607-> 1641
... Plönis
< 1620-> 1641
Johannes Neomagus
± 1641-± 1707

Johannes Neomagus
1694-1761

(1) 1721
(2) 1740

    Toon totale kwartierstaat

    Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

    • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
    • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
    • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



    Visualiseer een andere verwantschap

    Bronnen

    1. NG doopboek 1684-1807, ach 10225 / 19, Hoogeloon, 4/2v [beeld 6/30], 1694
    2. Schepenbank, arch. 10216, Nuenen en Gerwen, 67/191v, 1762
    3. NG trouwboek 1706-1880, Eindhoven, 8/37v, 1721
    4. NG Trouwboek 1649-1779, arch. 1457, Veghel, 37 / blad 84-01 [beeld 84/106; ID: 7680-01-084 ], 14 februari 1740

    Aanknopingspunten in andere publicaties

    Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

    Over de familienaam Neomagus

    • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Neomagus.
    • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Neomagus.
    • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Neomagus (onder)zoekt.

    Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
    Louk Box, "Schoolmeesters in de Meierij van 's-Hertogenbosch 1648-1795", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/schoolmeesters-in-de-meierij/I1436.php : benaderd 10 mei 2024), "Ds Johannes Neomagus (1694-1761)".