Hij is getrouwd met Geertruid Adriaansdr..
Zij zijn getrouwd rond 1557.
Kind(eren):
Heemraad (1561) en dijkgraaf (1571-96) van Albrandswaard, heemraad (1571) en schout (1580-96) van Poortugaal. Gegoed in Poortugaal. Ca. 1593 maakt hij zijn testament op, het is echter niet bewaard gebleven, wel de vermelding in de index.
Aert Hendricksz. van Driel was lange tijd dijkgraaf en schout van Poortugaal; volgens zijn zelfs gedurende 44 jaar! Dit zou betekenen dat
hij dijkgraaf zou zijn geweest vanaf 1552 tot 1596, maar deze termijn wordt niet ondersteund door de bronnen: in 1561 werd als heemraad van
Albrandswaard genoemd en pas vanaf 1571 werd hij vermeld als dijk. Dezelfde overdrijving heeft plaatsgevonden m.b.t. zijn functie als
schout: in 1571 was hij nog slechts heemraad van Poortugaal en pas in 1580 is in een lijst van aangeslagenen in het land van Poortugaal, 't
Roosandt, Oud Engeland, Sweerdijck en Cortambacht sprake van "Aert H(endri)cxz. schout". Aert Hendricksz. te Poortugaal moet niet verward
worden met een naamgenoot gevestigd in Hendrik Ido Ambacht: uit de opvolging in een leen gelegen in het volgerland van de Linde blijkt, dat
deze een zoon moet zijn geweest van een zekere Heynrick Anthonisz. In 1543 werden als gebruikers of eigenaars van land in de Hillen onder
Charlois vermeld: Jan Heindricxz. (2 1/2 morgen), Lenaert Pietersz. (14 morgen), Aert Heindricxz. (2 1/2 morgen) Neel Dircx (9 morgen) en
Heindrick Aertsz. (10 morgen). Het is aannemelijk dat dit land hen was aangekomen als erfgenamen van Pieter Dircksz., de grootvader van
moederszijde van Aert Hendricksz. Op 13 april 1558 werd een verklaring afgelegd door een aantal "eerbare notable mannen, goedt van name ende van fame", waarbij onder de inwoners van 2 Oost-Barendrecht zowel Aert Henricss. als zijn oom Lenert Pieterss. werden genoemd. Vanaf 1561 wordt Aert Hendricksz. in de bronnen aangetroffen als inwoner van het dorp Poortugaal: in dat jaar was hij eigenaar van 5 gemeten 75 roeden zaailand in de polder Albrandswaard. Zijn broer Dirck Hendricksz., die reeds langere tijd in Poortugaal woonde, bezat in Albrandswaard ongeveer evenveel land, namelijk 5 gemeten 37 1/2 roeden! Het is denkbaar, dat deze gelijke hoeveelheid land in Albrandswaard de broers is aangekomen door een erfenis: een dergelijke nalatenschap zou wellicht de reden kunnen zijn voor de verhuizing van de broers vanuit hun geboortedorp Barendrecht naar Poortugaal. Net zomin als zijn broer Dirck Hendricksz., maakte Aert Hendricksz. zelf ooit gebruik, van de geslachtsnaam Van Driel. Slechts op zijn grafzerk in de kerk van Poortugaal is de familienaam vermeld: "Hier leit begraven Aert Henricxz. van Driel - in sijn leven dijckgraf en schout van Poortegael onttrent 44 jaaren. Hij sterf den XII Julij Ao. 1596". Opmerkelijk is dat de naam van Driel niet in het randschrift is opgenomen, maar dat deze later is toegevoegd in het middengedeelte van de zerk: opnieuw een aanwijzing dat Aert Hendricksz. de geslachtsnaam Van Driel zelf niet gebruikte! Op de zerk zijn twee wapens zichtbaar, verbonden door een liefdeskoord: het wapen Van Driel, de dubbele adelaar, en het wapen van zijn vrouw Geertruijd Adriaensdr., de omgewende klimmende vos van het geslacht van Doen Beijensz. Voor de plaatsing van de geslachtsnaam Van Driel op de zerk zullen zijn erfgenamen opdracht hebben gegeven, maar het wapen met de dubbele adelaar lijkt wel op de oorspronkelijke zerk thuis te horen. Waarom Aert Hendricksz. zelf het gebruik van de naam Van Driel steeds heeft vermeden, zal wel nooit geheel duidelijk worden. De meeste kinderen van Aert Hendricksz. gebruikten wel de familienaam Van Driel, al noemde Hendrik Aertsz. zich Groenendijk.
Aert Hendricksz. van Driel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1557 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geertruid Adriaansdr. |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.