Gemeenteambtenaar. Op 17-10 1942 gehuwd met Mien Imming, fabrieksarbeidster (* 18-12 1918 Schoonebeek, † 16-1 2006 Eindhoven, dochter van Hendrik Otto Imming (1875-1936) en Anna Helena Heijnen (1882-1950)).
Het echtpaar woonde in bij de ouders van de bruidegom aan de Voorterweg 144 en verhuisde omstreeks 1950 naar de Sint Otgeruslaan 10.
Is als Korporaal van eenheid 2 RI op 15-6 1943 met ruim 600 andere militairen in Amersfoort gevangen genomen en op 20-6 1943 naar kamp Stalag XI-a Altengrabov (bij Dörnitz) gebracht. Vandaar werd hij vanaf 4-7 1943 in kamp Stalag IV-b te Mühlberg tewerk gesteld en daar op 23-4 1945 door het Rode Leger bevrijd. 3.000 gevangenen waren toen al reeds bezweken aan ziekte en de levensomstandigheden. Toen hij bevrijd werd was hij uitgemergeld. Werd toen direct per vliegtuig getransporteerd naar een militair hospitaal in Frankrijk om gedurende enkele maanden aan te sterken voordat hij terug kon gaan naar huis. De 2½ jaren in krijgsgevangschap onder afschuwelijke omstandigheden hebben hem blijvend ernstige psychische schade berokkend.
Het eerste kind werd op 12-11-1943 levenloos geboren.
Overleden aan een beroerte. Liet bij overlijden 4 zonen achter:
1. Bart Cornelissen (*17-10-1946)
2. Rob Cornelissen (*29-11-1949)
3. Paul Cornelissen (*23-11-1952), 2 kinderen, 1 kleinkind
4. Marc Cornelissen (*10-10-1957)
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.