Geloof: RK
Hij had een relatie met Jayke Sipkedr Tollinga.
Zijn kinderen dragen de naam "Metz".
Alle gegevens volgens Tiny Volker.
Christiaan Laurensz (bron: Tiny Volker).
Christiaen Laurensz 'Sydenlaeckencooper' is overleden v¢¢r 20 dec.1650.
Deze grote koopman, die zelf nergens in de acten de naam Metz draagt,
had zes kinderen, wier namen ons bekend zijn uit een uitspraak van het
Hof van Friesland. Doctor Laurentius Metz, een zoon van Christiaen,
treedt daar op voor zijn broers en zusters in een kwestie over de
nalatenschap van hun moeder.
Rond de figuur van Christiaen verschijnen in de paperassen grote namen
uit het katholieke Leeuwarden van die dagen. Daar is Petrus Andriesz
Tiara, de rijke koopman en vriend van de Jezuieten, die in het
catacombenbestaan van de eerste decennia der zestiende eeuw een actieve
rol speelde. Met Tiara en zes anderen, onder wie Tiara's neef, de
notaris Anne Doeckes Rheen (de naam Rheen heeft in die tijd doorgaans
een goede roomse klank) zette Christiaen rond 1633 een grootse
onderneming op touw om de Wargaster Meer 'tot landt te maecken'. De
Amsterdamse koopman Paulus Kley had de leiding. Of deze speculatie van
lange adem ten slotte profijtelijk voor Christiaen uitviel, is een open
vraag. Met de nalatenschap van Rheen zag het er in 1636 niet florissant
uit en zeven jaar later beginnen de crediteuren van Tiara diens
eigendommen in de Wargaster Meer te verkopen! In de transacties tot
financiering van de onderneming heeft Christiaen contact met de rijke
advocaat dr. Joannes Duiringh, wiens buis te Weidum een waar
toevluchtsoord was voor de rondreizende priesters. Pastoor Andreas
Tiara, misschien een zoon van Christiaen's compagnon, heeft zelf
verhaald, hoe hij als jongen in het huis van dr.Duiringh, zijn oom, wel
priesters ontmoette en hun daar de Mis diende, en hoe hij in moeilijke
tijden 's nachts mee er op uit trok om hun de weg te wijzen op hun
zwerftochten. In de hypotheekboeken van Leeuwarden komt een
schuldbekentenis voor, waaruit blijkt dat Christiaen een vordering had
op dr.Eelco Heimans, advocaat 'voor den Hove', wier voorvader Matthijs
griffier was van de Staten van Friesland en ten tijde van de Alteratie
met vele vooraanstaande Friezen naar elders uitweek. In het jaar van de
inschrijving van dr. Heimans' schuld, 1638, beleeft Christiaen de
vreugde zijn zoon doctor Laurens toegelaten te zien als advocaat 'voor
den Hove van Friesland'. Dat de jonge advocaat niet onmiddellijk royaal
kan leven van zijn praktijk, ligt voor de hand en als hij twee jaar
later voor een onschuldig bedrag in het krijt raakt bij dr.Uilenburg,
een zwager van Rembrandt, stelt Christiaen zich garant, gelijk het een
goed vader betaamt.
Christiaan Laurensz | ||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.