Mr. Arnt van Schayck, ingeschreven als student te Keulen op 15 juni 1489 onder de naam Arnoldus Jacobi Schayck, de Amsfordia, artes medicinae, vermeld in akten tussen 1518 en 1525, vermaakte in 1519 al zijn goed binnen het gerecht van Amersfoort gelegen aan zijn zuster Alijd en kreeg van zijn vader Jacob in hetselfde jaar al diens goed binnen het gerecht gelegen. In 1523 wordt hij vermeld als rentmeester van het kapittel van de St. Joriskerk en in 1535 is er sprake van land dat op naam van een vicarie van hem staat. Hij zal dus geestelijke wijdingen hebben ontfangen.
De sterfdatum op de predella, 12 april 1540, is niet strijdig met deze gegevens.
(J.A.L. de Meyere, J.G. Smit en A.A. Volkers-de Ruiter, De memorietafel Van Schayck kunsthistorisch,genealogisch en heraldisch bekeken, in: Flehite 25 (1996), blz. 4-13.)
Object: All sulcke reynten [renten] sy jairlix hebben uut alynge husynge [gehele huis] gelegen inde Slyckstraet [Slijkstraat] toe behoerende Valcken Henrick Gysbertz.
Verkopende partij: Andreas van Schayck gemaickt als recht was van Peter Jacopz onmundiche kynder [onmondige kinderen] mombers heeft te goeden gescoude
Kopende partij: Meyster [meester] Aert van Schayck
Aktedatum: 19-11-1518 Sexta ipso die Elizabeth [vrijdag de dag van Elizabeth]
Belendingen 1: Eychten Claessen
Belendingen 2: Jacop Henrickz
Bladzijdenummer: 56 (5)
Toegangsnummer: 0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811
Inventarisnummer: 436-02
Het goed te Luttike Daatselaar (1485: bij Stoutenburg in het kerspel Leusden) met water, bos, heide, broek, tienden en uitslag 3-7-1523: Arnout van Schayk voor heer Willem van Hierden bij dode van Johan van Hierden, diens broer, waarna overdracht aan Frans Gijsbertsz. van Schayk voor de OLV. kapel in de OLV. kerk te Amersfoort, 3 fol. 27v-28 55. Bollenhofstede en kamp met uitslag en toebehoren van de meent met water en weide, bos en heide, alle watergangen en zijn tienden grof en smal, die roeren van het goed Daatselaar.
Object: Een halve hoff ende hostede [halve hof en hofstede] ende de cameren [kamer(s)] dair op staende gelegen in die Tuet [Teut] aen die derde stege [aan de derde steeg] so dair Dirck Dircks op getimmert [gebouwd] heeft ende alst althans bepaelt [bepaald=omheind?] is
Verkopende partij: Meister [meester] Aert van Schayck mit mi momber verlyt
Kopende partij: Dirck Dircks ende Cornelia syn wyff
Aktedatum: 30-06-1524 Quinta post Petri et Pauli [donderdag na Petrus en Paulus]
Belendingen 1: Een gemeen stege [openbare/ gemeenschappelijke steeg]
Belendingen 2: Meister [meester] Aernt selver [Aert van Schayck]
Opmerkingen: Desjairs [per jaar] om 10 Vlaims groet [Vlaams groot] te betalen Martini hyermaels [Sint Maarten hyemalis: in de winter: 11 november] off uut te panden als vol verboden pande [ter rechtzitting aangeboden inbeslaggenomen goederen] ende tot wat tyden dese hoffstede [hofstede] wederom verandersaet [in andere handen gebracht goed] sell worden so sel meister [meester] Airt voirscreven [Aert van Schayck] off sinen erven dair wederom over staen ende verliense wout ende die verscenen renten ende om aen taijcks [taak?] goits wyns [wijn?/wijnkoop?] voirscreven te verly gelden.
Bladzijdenummer: 197 (5)
Toegangsnummer: 0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811
Inventarisnummer: 436-02
Object: Een vidimus [afschrift/uittreksel] uyten alouden brieff aingaende meister [uit de oude brief betreffende meester] Aert van Scaicken Vicarie.
Verkopende partij: Maes Janz begeert
Kopende partij: Meister [meester] Aert van Scaicken
Aktedatum: 03-07-1527
440 Johan Vlug, notaris, oorkondt dat Goirdt Vlug conform de laatste wil van zijn vader Goirdt Vlug een dienst van drie missen per week heeft ingesteld in de kapel van de Poth en daaraan heeft opgedragen
- een vierendeel land in het Zwarte land, jaarlijks 18 Hollandse gulden, 4 pond was en 2 paar kapoenen opbrengend, aan de ene zijde begrensd door het gasthuis, an de andere zijde de vicarie van meester Aernt van Schayck; Datering: 1534 december 31
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.