Geloof: Nederduits-gereformeerd
[mogelijkerwijs],
Zij is getrouwd met Hildebrand Meinhards.
[beide van den Grave],
Zij zijn op 29 november 1642 te Grave, Noord-Brabant, Nederland in ondertrouw gegaan.
[BHIC, Grave, NG trouwen, inv. nr 12, folio 59, image 117],
Getuige: niet vermeld,Zij zijn getrouwd op 14 december 1642 te Grave, Noord-Brabant, Nederland.
[BHIC, Grave, NG trouwen, inv. nr 12, folio 59, image 117],
Kind(eren):
[Bron: TRANSCRIPTIES VAN ARCHIEFSTUKKEN BETREFFENDE DE FAMILIE CRAEN IN GRAVE EN HET LAND VAN CUYK,
ORA GRAVE, inv.nr.77,
folio 364,
JAERGEDINGE DES XI MAY 1651,
Geijsweijt comparerende voor desen E. Gericht in naem van Jenneken Hoeffaer, Aenleggerse,
spreeckt aen bij daechsel Hans Craen, gedaechde, voor de somme van 77 gulden 10 stuyvers ter
goeder reeckeninge procederende van 2 gepachte weykampen, den eenen over de Maes ende den anderen
in de Graefsche Marsch, over den jaere 1650.,
Concluderende ende contendeert tot betaelinge der selver somme, aenbedingende thoon cum expensis,
daerop vesoeckende antwoordt, etc.,
Appoinctement,
Aleer hier inne worde geappoincteert soe ordonneren Schepenen dat de respective partijen sullen
hebben te compareren voor de heeren Borgemeester Rijmsdijck ende Halling, Schepenen, op
toecommende 23 octobris 1651,
Accoordt,
Den 23 Octobris 1651,
In conformiteyt van de Appoinctemente van Schepenen aen de andere sijde geroert, sijn de
respective partijen gecompareert voor de Commissarissen de Schepenen Rijmsdijck ende Halling mit
den Secretaris Scheers ende daer onder spreckinge vande selve over dese questie overeengecommen
dat den Gedaechde aen de Aenleggerse binnen 8 daegen naer dato deses sal betaelen de somme van 60
gulden, welcke penningen in handen van de Notaris Geijsweijt, tegen overleveringe van quitantie
vande volle betaeling, sullen getelt worden ende dat op parate executie verclaeren de partijen
over dese questie inder minne sijn verdraegen.],
.,
[folio 364,
Ingedient den 22e Juny 1651,
VOLDOENINGE VOOR JENNEKEN HOEFFAERS, AENLEGGERSE, CONTRA HANS CRAEN, GEDAEGHDE,
VERWEERDERE,,
De voorschreven Aenleggerse heeft cortelick tegens het Impertinent176versoeck des gedaeghden
requirant onder de gewoontelicke presentatien, protestatien ende andere remedien rechtens,,
Dat de gedaeghde requirant uyt crachte van beschrevene vorwarde gehalden is aen de Aenleggerse te
voldoen de pachtpenningen van de gepachte weycampen bij Aenspraecke gementioneert,,
Ende sulx ter regarde, dat de naebueren, die ouderende boeten geerft sijn haer volle
pachtpenningen hebben getrocken ende geproffitteert, sonder dat de pachters eenigen quitslach177
hebben gevordert ende genoten,,
.,
169verklaring,
170bewering,
171dijk,
172 voorschot, vooreerst,
173geweigerd,
174berekenen,
175uitspraak,
176 ongerijmd,
177kwijtschelding,
.,
Ende vermits de Aenleggerse haer houdende aen haere schrieftelicke vorwarde, ende uyt crachte van
deselve haer pachtpenningen vorderende,,
Soo en heeft sij voor gene goede mannen te doen, om te accorderen,,
Mits welcken soo contendeert178 de Aenleggerse, dat bij U.E. Decreet des gedaeghden requirant sal
worden geordonneert ten principalen tantworden, Cum expensis, etc..],
Jenneken Gerits Hoeffaer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1642 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hildebrand Meinhards |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.