(?) (Hij was 53 jaar toen hij in 1772 als boer te Boer een verklaring aflegde voor het Hof van Friesland)
op Lieuwkemastate op de Voorryp
Henk Zeinstra: Tolsma (Genealogysk Jierboek 1996):
Al enkele jaren vóór zijn huwelijk was Dirck boer op de Kerkplaats te Dronrijp. Hij heeft er zijn grootvader Pier Heerts, die daar in 1748 was overleden, opgevolgd, althans waargenomen voor zijn vader te Boer, die in naam meier werd. Het aandeelvan grootvaders erfgenamen in die kerkplaats werd in 1754 bij strijkgeld verkocht. Dirck bleef er nog tot 1756, toen de kerk van Dronrijp en de nieuwe eigenaars de zate gezamenlijk verhuurden aan Lieuwe Douwes te Hitzum. Dirck vertrekt dan naar Leeuwarden, maar daar op het Noordvliet heeft hij maar kort gewoond in een huis van zijn zwager Joris de Haan. In datzelfde jaar is hij alweer verhuisd naar Franeker, waar hij een per 31 juli gehuurd huis, staande aan de Silverstraat "loopende voor van de straat tot agter aan de stadswal", had gekocht voor 2000 cgl. Omstreeks 1760 is hij weer boer geworden en naar Kubaard vertrokken. Daar huurt hij een zate van 70 pm van Sipke en Jan Adema (van Franeker). Ook dit heeft niet zo lang geduurd, want na het overlijden van zijn moeder in 1763 volgt hij zijn vader op als meier van de twee zates te Boer, die eigendom waren van zijn schoonfamilie. Zijn vrouw was daar in 1729 ook geboren op zate De Haan (stemnr.5) en voor 1/8 eigenares van beide zates.
Na het overlijden van zijn vader in 1776 verkoopt Dirck namens de vijf erfgenamen hun 2/3 deel van de zate te Ritseterp aan de mede-eigenares, de vrouw van hun neef Sjoerd Heerkes (Westerhuis), Sijtske Oeges. "Het Oud Tolhuys" was daarmee voorhen voorgoed verleden tijd. Gedurende vier generaties was het in de mannelijke lijn eigendom geweest van Heert Piers en zijn nakomelingen, maar in de herinnering heeft het vermoedelijk nog lang doorgewerkt. Meerdere familieleden voerden ten tijde van de verkoop al de naam Tolsma. Zo bijvoorbeeld de oudste dochter Sibbeltje bij
haar huwelijk in 1773, Dirck Jackles zelf bij een autorisatie in 1777 en zoon Lammert bij zijn huwelijk in 1786. Lammert en zijn broer Johannes hebben de naam Tolsma bij de verplichte naamsaanneming van 1811 niet laten registreren, wellicht omdat deze als familienaam al lang in gebruik was, maar hun broer Jacobus te Wijnaldum deed dat wel. Hoewel Lammert ook met de naam Bleeker en Johannes met de naam Bolta is aangetroffen, naar de plaatsen waar zij op dat moment woonden, na 1811 is Tolsma voor alle kinderen van Dirck toch de vaste familienaam geworden. Tot de afwikkeling van zijn vaders nalatenschap behoorden ook de verkoop van diens aandeel in 8 pm land te Littenserbuiren en de eeuwige rente uit een zate te Warga. Er waren liefst 16 rechthebbenden.
Ook Dirck was diverse malen curator inzake weesboedels: in 1771 over Eecke Hessels, dochter van wijlen Hessel Jacobs, trekschipper van Franeker op Leeuwarden, en Sjoukje Jans wegens de van haar grootmoeder (Eecke Hessels Hobbema) geërfde goederen volgens uitwijzing van de grootvader Jacob Wijtzes; in 1777 als "neef vaderswege over Antje en Maayke Dirks (Faber), kinderen van wijlen Dirck Claasen en Gelbrig Anes. Hij was overigens een halfneef want zijn moeder was een halfzuster van Dirck Claasen. In 1783 wordt hij nog eens benoemd tot curator over de twee kinderen van wijlen Teekle Cornelis, huisman te Midlum, en Ymkje Mariens.
Nog éénmaal zou Dirck van woonplaats veranderen. Zijn laatste station werd in 1783 Tjetze-zate, ook Tietse, Tjessens of Tjitsma genaamd te Wijnaldum, een boerderij met 103 1/2 pm land ten zuiden van de Ried met 25 tot 30 pondemaat bouwland. Hij huurde deze van jonker Cannaert d'Hamale de Liaukema (papist). Deze zate had oorspronkelijk deel uitgemaakt van het zogenaamde Liauckemavoordeel offideï-commìs en herinnerde door erfopvolging nog altijd aan de vroegere eigenaars: de Liauckema's van Sexbierum. Vandaar ook de naam Leeuwkema- of Lieuwkemazate. Tegelijkertijd huurt Dirck voor zijn zoon Lammert een zate met 85 pm land te Almenum (Bar) (stem 1), Bolta genaamd. In datzelfde jaar erft Dirck 1250 cgl. van zijn schoonvader. Dat bedrag had abusievelijk nog altijd op naam gestaan van zijn zwager Joris Lammerts de Haan te Leeuwarden.
Na het overlijden van Dirck huurt Antje de zate te Wijnaldum nog van Asbeek te Groningen, die ook door erfopvolging eigenaar was geworden.
Vandaag de dag is de plaats nog goed bekend. De terp in het land was in de jaren 1990 tot en met 1993 regelmatig in het nieuws vanwege een grootscheeps archeologisch onderzoek naar het graf van een Friese koning uit de zesde eeuw. Zo'n graf is echter niet gevonden, maar de vele duizenden gegevens die de opgraving heeft opgeleverd kunnen wel worden beschouwd als een doorbraak in de kennis van het middeleeuwse Friesland.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.