Broeder Dionysius Willemen
Geboren te Gilze Rijen 1925-10-10
Ingetreden 1944-09-02
Eerste Geloften 1946-03-19
Eeuwige Geloften 1950-03-19
Overleden 2015-02-03Hij heeft er naar uitgezien om de negentig te mogen halen, maar na 89 jaar en bijna vier maanden ging het niet meer, zijn krachten waren op.
Hij werd geboren op 10 oktober 1925 in het grote gezin van vader Adrianus Gerardus Willemen en moeder Cornelia Maria Theeuwes, in het huis naast de leerlooierij van de gebroeders Willemen, aan de hoofdstraat te Rijen. De oude foto’s in zijn familiealbum toonde hij met liefde, en ook gaf hij uitgebreid uitleg bij de familiefoto’;s naast de T.V. op zijn verzorgingskamer, maar die verhalen zijn me niet bijgebleven. Wel dat hij levendig kon vertellen over het schoonmaken van de huiden in de leerlooierij en hoe welke messen daarbij gebruikt werden.
Met ingehouden trots gaf hij te kennen dat Dom Marcellin Theeuwes uit de bekende film “De Grote Stilte” van La Grande Chartreuse– Grenoble en andere waardigheidsbekleders, ook tot zijn familie behoorden. Maar boven dat alles ging zijn liefde uit naar het molenaarsverleden van de familie, zo vertelde hij me meerdere malen dat de grote hoge molen zonder wieken bij Princenhage vroeger bezit was van de familie Theeuwes. Het kan deze boeiende familietraditie geweest zijn, waarin de wind gehoorzaamde aan het belang van mensen, die hem inspireerde om maanden lang te werken aan zijn laatste project, de molen die we hier voor ons zien, compleet met een lichtje, een lift en een gootje voor het regenwater.
Zijn ambachtelijke talenten heeft hij als groepsleider op veel plaatsen en in meerdere functies zeer verdienstelijk ingezet. Na het noviciaat begint hij in 1946 als timmerman in Bergen op Zoom en Huijbergen in combinatie met andere huislijke werkzaamheden. Graag dacht hij terug aan zijn periode als groepsleider in de Blauwehandstraat te Bergen op Zoom, maar vooral aan Huijbergen waar hij vanaf 1959 een aantal jaren de zorg had voor de juvenisten van de LTS.
Vanaf 1959, 55 jaar, was hij werkzaam in Huijbergen. Geen wonder dat in deze lange periode zijn diensten niet beperkt konden blijven tot de boekbinderij, de repro/Offset afdeling, en houtbewerking binnen het klooster. In de oude dorpsschool beoefende hij samen met een groep dames de oude kunst van het pottenbakken. Jarenlang was hij present op de jaarlijkse rommelmarkt, en bij de Heemkundekring en de Derde Wereld Werkplaats “Vraag en Aanbod”, was hij zo actief betrokken dat hij van beide verenigingen als blijk van waardering een erelidmaatschap mocht ontvangen.
Fysiek is hij nooit sterk geweest, maar zijn behoefte aan waardering kon hem ook mentaal kwetsbaar maken. Het verraste me dan ook niet in dekronieken te lezen dat hij 1953 blij was met zijn overplaatsing van de Karrestraat naar het Willibrordushuis in de Dieststraat te Breda, omdat daar meer broeders woonden die net als hij werkzaam waren buiten het schoolonderwijs.
Zijn behoefte aan waardering kon hem niet alleen verrassend sensitief maken voor signalen van onderwaardering, maar ook dankbaar stemmen voor elke blijk van meeleven en aandacht. Met name was hij dankbaar voor de zorg die hij mocht ontvangen van de zusters op de zorgafdeling. Onzeker van zichzelf wist hij zich daar veilig.
Wij zijn dankbaar dat hij zijn roeping heeft willen volgen in verbondenheid met onze broedergemeenschap en in dienst van de jeugd waar de aandacht van de congregatie naar uitging.
Dankbaar zijn we ook voor alle tekenen van waardering en bevestiging die hij van U, familie, vrienden en bekenden heeft mogen ontvangen, want daardooris hij de persoon, is hij de broeder kunnen worden die hij voor ons en voor velen geweest is.
grootouders
ouders
broers/zussen
kinderen
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.