Huwelijkse voorwaarden
Aktenummer:72
Datum:28-05-1683
Soort akte:Huwelijkse voorwaarden
Notaris:L. A. DE WITH
Personen:
Bruidegom: Theodorus Elout
Voornaam: Theodorus
Achternaam: Elout
Rol in akte: Bruidegom
Assistent: Dirck Elout, vader
Achternaam: Dirck Elout, vader
Rol in akte: Assistent
Bruid: Wilhelmina de With
Voornaam: Wilhelmina
Achternaam: de With
Rol in akte: Bruid
Assistent: Gosinius de With, vader
Achternaam: Gosinius de With, vader
Rol in akte: Assistent
Toegangsnummer:34-4 Notarissen in de stad Utrecht 1560-1905
Inventarisnummer:U095a001
OverledeneGoosewijnes de Wit
PlaatsRotterdam
Datum begraven08-11-1703
Opmerkingenoverledene was weduwnaar; Houtuijn, vervoerd n. uijtreght i.d. Kerck
BronDTB Rotterdam Begraven
"Utr - 6e dito Gosuinus de With, tot Rotterdam overleden, laet nae mondige kinderen f 12 - 12"
Hij is getrouwd met Elisabeth Janse de l'de l'Hommel.
Toestemming voor het huwelijk is 27 januari 1650 verkregen te Utrecht.Bron 5
Ze zijn in de kerk getrouwd op 13 februari 1650 te 's-Gravenhage, hij was toen 29 jaar oud.Bron 6Bruylofs-gedicht, ter eeren van den E. Gosuinus
de Wit, ende joffr. Elizabeth de l'Homell
vergadert in den houwelijcken staet, den 27 februarij
M.DC.L. binnen 's Gravenhage
Lucas van de Poll
Lucas vande Poll, Bruylofs-gedicht, ter eeren van den E. Gosuinus de Wit, ende joffr. Elizabeth de
l'Homell. Amelis van Paddenburgh, z.p., z.j [Utrecht 1650]
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/poll013bruy01_01/colofon.htm
© 2005 dbnl A2r
Bruylofts-gedicht.
TRouwens-lust doet, dat een Mensche
Met een Mensch soect Een te zijn:
Parens-lust is yders wensche,
Yder staegh een zoete pijn:
Zoo een zoet, dat vreught in 't minnen
't Minste Schepsel scheppen doet:
Ja een liefd', een brant van binnen
Zelfs in Kruyt en Boompjes voedt.
Schijnt het wonder? ist geen reden
Dat noyt 't Minne-vyer verkout?
't Middel dat steeds hier beneden
't Minst met 't meeste staende houdt?
Gaet de Doot het al vernielen
Wat in 't dal des Werelts leeft?
Dit's dat duzenden van Zielen
In de Werelt weder-geeft.
Sleet men dan de groene Jaren
Buyten d'Echt in dorricheyt:
Niet te paren, wat zouw't baren,
Als op Aerd' een eenzaemheyt?
Vruchteloos en doot ist leven,
Dat men leeft als Kluyzenaer:
't Zal veel vrucht en vreughde geven,
Dat men kiest een Weder-paer.
Dan ist dat een gulde zegen
Straelt op de vereende Twee,
Daer de Twee vereende plegen
Onderlinge liefd' en vreê.
Daer van weer-zijds troost in rouwe
Toevlucht is in swaricheyt:
Daer de Vrouwe ciert de Trouwe
Met een blijde vruchtbaerheyt:
Siet dan, siet, ô Nieu-gepaerde!
Wat een heyl dat beyde naekt;
Schier een Hemel hier op Aerde
Zoo ghy noyt Gods rees en staekt.
Dies het hoogst' genoegen heden
Beyder hoogsten wensch verzaedt;
Nu ghy comt zoo vrolijk treden
In zoo hoogh-gewenschten Staet.
Ghy hebt, Bruygom, door u minnen
Steeds bestreden uwe Bruydt:
Maer wat lukt u? door 't verwinnen
Wordt zoo waerde Bruydt u buyt.
'kMeen L'HOMELL, een roem der Maegde,
Perel van de Haeghsche Jeucht;
Een alleen die u behaegden;
Voor-beelt van oprechte deught.
Deught voor al kost liefde loonen,
Schoonheydt strekt noch tot gewin:
Dubbeld-prijs moest u bekroonen,
Dubbeld-loon u trouwe Min:
Min, die na u LYSBETH doelde,
En geluckich treffen quam,
Doenmaels, doe s'haer hertje voelde
Ook ontfonkt in minne-vlam.
Teken van te zijn de gene,
Dien ghy nu haer hert besit:
Die met u sich gaet vereenen:
Zoo troft ghy, DE WIT, u wit.
Zulk een wit na wensch te raken,
Daer toe dient in vlijt gedoelt:
Om een Maeght tot Bruydt te maken
Mint geen Minnaer inde koelt',
Heeten yver, noyt verflouwen,
Ja in kouwe Winter-tijdt,
Bruygom, noyt in liefd' verkouwen,
Deed' u zijn, 'tgeen ghy nu zijt.
Hier by quam beweeglik smeken,
Smeken van een zoete Tongh,
(Wel geoeffent in wel-spreken)
Die L'HOMELL tot 't Ja-woort drongh.
Laet nu blijd'lik Maegdom varen,
't Is, Vrou-Bruydt, nu, dat u past:
Die in Maegdom leeft veel Jaren,
Draegt veel Jaren swaren last.
't Roosje wort (alst is ontsloten)
Best dan van zijn steel gerukt:
Ghy ook wordt nu best genoten,
In u rijpste jeught geplukt.
Komt de Bruylofts-kroon u kroonen?
Draegtze vry op 't vrolikst' dan;
U kunt ghy voortaen vertoonen
Als een kroone van u Man:
Nu u Bruygom, u in deughden,
Gantz in gaven u gelijk:
Ghy zijn Bruydt. O dach van vreughden!
Voor dees' Twee zoo zegen-rijk!
Zelfs de Haeghsche Nymphjes toonen,
Bruydt, sich in u heyl verheugt:
Maer dat ghy zult van haer woonen,
Mengt haer vreught met ongeneugt.
Utrecht was weêr u verlangen:
Na ghy dat als Maeght verliet:
't Zal als Vrouw weêr u ontfangen:
'k Wensch 't u vroegh ook Moeder siet.
Om dien naem te kunnen dragen,
Waegt het, daer de nacht u noodt;
Hier-na hadt ghy niet te klagen,
Als daer dra een Zoon uyt sproot.
Speel-genootjes, spoet u beyden,
Leydt de Bruydt na 't Bruylofs-bedt:
Siet haer Bruygom sich bereyden,
Weest sijn zaken geen belet.
Wel geluk dan, Nieu-gepaerde:
Vruchtbaer zy het Echte Bedt;
Liefd' en Eendracht houdt in waerde;
Wijkt niet af van Godes Wet.
'kHoop het zal gedurich wezen,
Dat op u sijn zegen stort;
Tot ghy out en grijs na dezen
Door de Doot gescheyden wort.
Gratulabundus posuit
L. vande POLL, Stud.
Kind(eren):
Wijnkoper, woont Minrebroederstraat (1652), Voorstraat (1663), Breestraat (1664) [Marcel S.F. Kemp - Parenteel Luytgen Woutersz (in Utrechtse Parentelen voor 1650, deel I, "Ons Voorgeslacht" (2010)), p. 77]
Gosuinus Ludolphsz de With | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1650 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Elisabeth Janse de l'de l'Hommel |
Marcel S.F. Kemp - Parenteel Luytgen Woutersz (in Utrechtse Parentelen voor 1650, deel I, "Ons Voorgeslacht" (2010), p. 77
Notarissen in de stad Utrecht 1560-1905 Inv nr. U095a001
DTB Utrecht overlijden 1701-1711 [Family Search, p. 115/469]
DTB Rotterdam Begraven
Marcel S.F. Kemp - Parenteel Luytgen Woutersz (in Utrechtse Parentelen voor 1650, deel I, "Ons Voorgeslacht" (2010)), p. 77
DTB 's-Gravenhage trouwen 1619-1670 [Family Search, p. 545/1045]