Getuigen bij de geboorteaangifte van Johannes Jacobus de Klark door zijn vader waren Hendrik Harmsen, oud 35 jaar, tuinman en Martinus Scholten, oud 37 jaar, steenhouwer, beiden wonende te Zutphen.
Johan werd geboren aan de Rozengracht.
Tijdstip: 00:30
Johan is gestorven in het Evangelische Krankenhaus.
Hij is begraven op de Hauptfriedhof aan de Zeppelinstrasze, Teil II, Feld 4, graf nr. 169.
Volgens de site van de Oorlogsgravenstichting was hij slachtoffer van de oorlog, maar dat is dus niet juist. Hij is gewoon gestorven in het ziekenhuis in zijn woonplaats, net als duizenden anderen ook.
Volgens de Sterbeurkunde was hij ongetrouwd.
Oorzaak: Verschrompelde lever.
Tijdstip: 18:45
Johan werd op 6 september 1892 gekeurd voor de Nationale Militie. Zijn beroep was winkelbediende. Hij trok lotnummer 51. Zijn signalement luidde: Lengte 1651 mm.; aangezicht ovaal; voorhoofd rond; ogen blauw; neus scheef; mond gewoon; kin rond; haar blond. De militiecommissaris adviseerde vrijstelling wegens een liesbreuk. De militieraad deed op 12 december uitspraak en besliste "vrijstelling wegens ingewandsbreuken". Nr. 250.*
*Op de lijst van lichaamsgebreken uit 1883, die iemand ongeschikt maken voor de dienst bij de Nationale Militie is nr. 250: ingewandsbreuken.
Johan woonde aanvankelijk bij zijn ouders thuis, maar na het overlijden van zijn moeder kwam hij in huis bij zijn tante Anna Hendrika de Klark, die zelf geen kinderen had. Toen zijn vader hertrouwd was kwan hij op 16 december 1875 weer thuis wonen.Naderhand moet hij weer bij tante Anna zijn gaan wonen. Wanneer staat nergens vermeld, maar op 4 maart 1886 komt hij weer bij zijn vader terug omdat zijn tante naar Apeldoorn vertrokken was. Op 7 augustus 1896 verlaat hij opnieuw zijn vaders huisomweer bij tante Anna aan de Barlheze in te trekken. Als tante Anna in 1899 naar haar broer Gerrit in Rheden vertrekt blijft hij alleen aan de Barlheze wonen en wordt daar op 20 februari 1899 ingeschreven als alleenwonende. Op 22 mei 1906 verlaat hijde gemeente Zutphen met bestemming "onzeker". Op 29 mei 1917 is er nogmaals contact met de gemeente Zutphen. Hij woont dan in Holthausen bij Mülheim a/d Ruhr, Priesters Hof 11. Bij overlijden in 1941 was zijn woonadres Honigsberger Strasse 2 in Mülheim an der Ruhr.
Blijkens een bijlage bij de Nederlandse Staatscourant van 15 november 1909 (Aankondiging der kennisgevingen, die gedurende het jaar 1908 zijn gedaan ingevolge de wet van 12 December 1892 (Staatsblad no. 268), op het Nederlanderschap en het ingezetenschap, gewijzigd bij de wet van 8 Juli 1907 (Staatsblad no. 177) deed Johan op 20 februari 1908 in Duisburg-Ruhrort kennisgeving bij het consulaat, dat hij in Mülheim an der Ruhr woonde, teneinde zijn nederlanderschap te behouden.