Pieter Geelhand bleef tot 1734 regent van het hofje De Zeven Keurvorsten. In het laatste jaar was hij dat samen met Jan Canter die gehuwd was met Maria de Jager (14), een verwante van Catharina Pronck. Daarna was Jan Canter een tijd de enige regent. Nadat de 8e en 100e penning, belastingen op onroerend goed, verhoogd waren, betaalde hij deze na 1734 niet meer. Om die reden dreigde de gemeente Amsterdam het hofje executoriaal te verkopen. Toen riep hij de hulp van familieleden in.
Op 11 februari 1739 sloten Jan Canter, Cornelis van Lintelo, Paulus Achtienhoven, Balthasar van Dulken en Eva Maria de Jager, weduwe Arnoldus de Bruijn van Berendregt een contract waarbij zij afspraken maakten over het beheer van het hofje. Bij tourbeurt zouden ze ieder twee jaar verantwoordelijk zijn voor de financiën. Ieder jaar zou er een nieuwe administrateur worden gekozen en een blijven zitten om de continuïteit te waarborgen. Henrij Geelhand kon zich vanuit Antwerpen niet met de dagelijkse gang van zaken op het hofje bemoeien, maar bleef betrokken. (15)
Zij is getrouwd met Arnoldus de Bruyn van Berendrecht.
Zij zijn op 30 januari 1711 te Amsterdam,NL, Nederland in ondertrouw gegaan.
Zij zijn getrouwdKind(eren):
Eva Maria de Jager | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Arnoldus de Bruyn van Berendrecht |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.