Zij verkeerde van jongs af in de kringen van het stadhouderlijk hof in Den Haag, waar zij hofdame was van Anna van Hannover (de echtgenote van stadhouder Willem IV), en na haar overlijden in 1759 van hun dochter Carolina van Oranje-Nassau. In deze hoedanigheid kwam zij in aanraking met de muzikale cultuur aan het hof, waardoor zij geïnspireerd werd ook zelf composities te gaan schrijven.
In 1765/1766 kwam zij gedurende een half jaar in contact met Leopold Mozart, die met zijn beide kinderen Nannerl en Wolfgang in Den Haag was aangekomen op de Grand Tour die hij met hen ondernam. Leopold noteerde de naam van Van Aerssen op de lijst van personen die hij in Den Haag had leren kennen.
Van Aerssen trouwde in 1768 met Carel van Boetzelaer, een Nederlands beroepsmilitair. Het echtpaar woonde op het Lange Voorhout en kreeg één zoon en twee dochters.
In 1780 publiceerde zij vier bundels met door haar gecomponeerde werken in druk. De opusnummers 1, 2 en 4 bevatten aria's met beeldende orkestrale begeleiding; van opus 3 is tegenwoordig geen exemplaar meer bekend. Haar eerste werk verscheen onder de naam Barones N.N. (de titel barones van Boetzelaer droeg zij vanwege haar huwelijk), opus 2 en 4 publiceerde zij wél onder haar eigen naam. Een deel van haar werk werd waarschijnlijk gecorrigeerd door Francesco Pasquale Ricci (1732-1817), een violist die tussen 1764 en 1780 in het Haagse hoforkest werkzaam was.
Josina van Aerssen overleed in 1797 op 64-jarige leeftijd in IJsselstein.
Zij is getrouwd met Carel van den Boetzelaer.
Zij zijn getrouwd op 14 augustus 1768 te 's-Gravenhage, Zuid-Holland, Nederland, zij was toen 35 jaar oud.
Kind(eren):
Josina Anna Petronella van Aerssen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1768 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Carel van den Boetzelaer |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.