Tijdens de Tweede Wereldoorlog fungeerde Anna Tobback als meter van een joods meisje Gabriella wier moeder Margerit Apfeldörfer door de nazi's was opgepakt tijdens een razzia te Antwerpen op 29/08/1942 en vanuit de Dossinkazerne met transport VII naar Auschwitz was gedeporteerd. Het meisje overleefde – evenals haar zus Ilona die was ondergebracht in het internaat van de Zusters van Altena te Kontich – alzo de Duitse endlösung op de Joden. Na de oorlog vonden beide meisjes elkaar terug, hun moeder bleek echter vrijwel onmiddellijk na haar aankomst in Auschwitz vermoord te zijn. Ook hun vader, die begin oktober 1942 was opgepakt en met transport XVII naar Auschwitz was gedeporteerd, was door de nazi's omgebracht. Het was de radeloze tante Marie Apfeldörfer die met haar 2 nichtjes van 3,5 en 1.5j oud op Altena aankwam. Mère Elise, overste van de zusters van Altena dacht niet lang na en schreef Ilona in het internaat in en liet ze kleuterschool volgen. Gabriella echter was te jong en werd met haar tante verwezen naar het Kinderheil. Daar werd Gabriella onder een valse, Vlaams klinkende naam, Gabriella Martens, opgenomen en er zelfs gedoopt in het kapelletje op 5 november 1942. Bij de bevrijding in september 1944 kwam Gabriella naar het Altenadomein en vond er haar zusje Ilona terug. De kinderen werden in 1945 geadopteerd door een Mechelse familie.
Zij is getrouwd met Cornelius Edwardus Joannes Maria Geerts.
Zij zijn getrouwd op 5 augustus 1913 te Rumst, 2840, Antwerpen, Belgium, zij was toen 24 jaar oud.
Anna Maria Gabriel Carolina Tobback | ||||||||||||||||||
1913 | ||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.