Zij had een relatie met Jacob Aert WENSSEN.
Kind(eren):
onmondig 29-4-1495; Opm. bij overlijden:"seer out"
11 juli 1543: Adriaen Hallincq Jansz. verkoopt aan Evert Gheritsz. houtkoper een
losrente van 12 carolus guldens, verzekerd op een huis en erf staande op de
Nieuwe haven, aan de ene zijde belend aan Cornelia van Slingelant, Jacob Aertsz.
weduwe.(GAD,oud recht.arch.Dordrecht 695, fol.34 akte 94).
26 april 1547: Cornelia van Slingelant is borg voor haar schoonzoon("zwager"")
Cornelis de Jonge. (GAD, oud recht.arch.Dordrecht 695 fol.94, akte 516) Cornelia van Slingelant, weduwe wijlen Jacob Aertsz., is borg voor haar zoon Jan
Wensen Jacopsz. (GAD, oud recht.arch.Dordrecht 721,fol63vo, akte 354), 1552: Cornelis van Driel Claesz., schepen in wette, als man en voogd van
Grietken Jacobsdr., Jan Wenssen, Mr. Adriaen Wensen, advovaat voor het Hof van
Holland, Aert Wenssen en Cornelis de Jonge als man en voogd van Hillegont
Jacobsdr. tezamen erfgenamen van Jacob Aertsz., compareren te Dordrecht.
(Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem, 1900,p.211-212) Bronnen; 5-6-1527: de erfgenamen van Jacob Aertsz. belend in West-Barendrecht.
11-7-1543:Adriaen Hallincq Jansz. verkoopt aan Evert Gheritsz. houtcoeper: een
losrente van 12 car.gld., verzekerde op een huis en erf staande op de Nieuwe
Haven, gelegen tussen Cornelia van Slingelant Jacop Aertsz.weduwe, aan de ene
zijde, en Mr.Anthonis' erf, aan de andere zijde.
5-2-1543(=1544): Cornelis Oem Cornelisz., verkoopt aan Jan Adriaen Foppenz.,
houtkoper: een huis bij het Manhuijsstraetgen, gelegen tussen het huis van Jan
Ockersz. die metselaer, aan de ene zijde, en het huis van Cornelia van
Slingelant, aan de andere zijde.
26-4-1547: Cornelia van Slingelant constitueert haarzelf borge voor Cornelis de
Jonge, haar zwager, voor de verkoop van het huis en erf dat hij heeft verkocht
aan Cornelis Adriaensz. Halfbier.
10-6-1550: Joost Jorisz. bekende dat hij verkocht heeft aan Neeltje Jansdr. te
Dordrecht: 4 gouden Car.gld met een jaarlijkse losrente van 16 penn.
22-6-1551: Cornelia van Slingelant, weduwe van wijlen Jacob Aertsz., heeft
haarzelf geinstitueerd als borge voor Jan Wenssen Jacopsz., haar zoon, in de
zaak die Jan Wenssen als eiser voor het Hof van Holland heeft op en tegen
Jannetgen Verschoer.
1552: Cornelis van Driel Claesz., schepen in wette, als man en voogd van
Grietken Jacobsdr., Jan Wenssen, mr. Adriaen Wenssen. advocaet voer den Hove van
Hollant', Aert Wenssen, elk voor zichzelf, en Cornelis de Jonge als man en
voogdvan Hillegont Jacopsdr., compareren te Dordrecht.
1557: vermeld onder Nieuw-Reijerwaard, in 'Neel Damen houff van XII mergen':
'Daem Cornelisz. bruyct van Neelken Jacob Aertsz. met haer dochter te samen drie
mergen lant'.
1561: vermeld onder Nieuw-Reijerwaard, in 'Daem Cornelisz.XII mergen': Daem
Cornelisz. (...)bruyct van Neeltgen, Jacob Aertsz. wedue tot Dordrecht ende van
Grietgen haer dochter III mergen lants'.
(Ons Voorgeslacht no.488, december 1997).
Cornelia Jansdr van SLINGELAND | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jacob Aert WENSSEN |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.