Hij had een relatie met Marijtje Cornelisdr van EGMOND.
Kind(eren):
Jacob Meesz. van EGMOND alias van der Sluys. Jacob Meesz. was van beroep landbouwer te Valkenburg en huurde vooral land in het nabijgelegen Voorschoten. Misschien was hij ook wel visser; immers hij komt in de quohieren der 10e penning over de jaren 1556 en 1561 voor te Valkenburg met de aantekening "Jacob Meessen tot Valckenburgh bruict van den huysse van Wassenaer den Rijn twissen Leyden ende Valckenburgh ende geeft Jaers hiervan te huyr 31 pond 10 st." In Valkenburg woonde hij aan de Hoge Rijndijk bij de sluis in de Wassenaarse Wetering: vandaar dat enige nakomelingen zich ook wel van der Sluys noemden. In 1573 was Jacob Meesz. met zijn koeien naar Delft gevlucht, daar zijn boerderij door de "spaense troubelen" was afgebrand. Zijn erfgenamen zullen in 1576 dan ook aan de rentmeester van de abdij van Leeuwenhorst, waarvan land gehuurd was, vermindering van pacht vragen, daar zij hun bedrijf gedurende enige tijd niet normaal hadden kunnen uitoefenen. In het quohier van de 10e penning Ao 1544 komt hij niet voor. Wel vinden we in het quohier van de 10e penning van Oegstgeest Ao 1544 onder het hoofd "Deese navolgende personen wonen tot Valckenburgh of ander Waddinge en gebruycken tot Oegstgeest"o.a. Jacob Meesz. bruyct 3 mergen lands sjaers om 18 gld. Aangezien Jacob Meesz. niet in Valkenburg woonde, zal hij dus aan de Wadding gewoond hebben. (De Wadding was toendertijd het gebied van de Hoge Rijndijk tussen de mond van de Vliet en de Haagsche Schouw in Voorschoten.) In het quohier van de 10e penning van Zoeterwoude Ao. 1544 wordt een Jacob Meesz. Backer ter Wadding genoemd. Mogelijk was hij identiek met onze Jacob Meesz. Als vader van onze Jacob Meesz. komt in aanmerking ene Mees Dirksz. alias Mees Jansz., ook wel Mees, Jan Vossen stiefzoon. Deze woonde eerst te Zoeterwoude mogelijk Voorschoten, bij de monding van de Vliet in de Rijn (thans omgeving spoorwegovergang de Vink). Later, in 1566 woonde hij te Valkenburg. De eventuele familierelatie is echter moeilijk aan te tonen. In het eerder genoemde 10e penning quohier van Zoeterwoude Ao. 1544 treffen we verder nog aan Jan Gerritsz. Vos en Willem Meesz. Vos.
Jacob Meeszn van der SLUIJS | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marijtje Cornelisdr van EGMOND |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.