36. Hendrik Jacob Hendriksznzn. wonende Voorburg verkoopt Cornelis Jacob Mourijnsznzn. [broer van zwager 1] de helft van 6 morgen land en aan Mourijn Jacob Joostensznzn [zwager 2]., Arien Jacob Claasznzn. en Jan Pietersz. Quantgen [deze] tezamen de wederhelft van de 6 morgen gelegen gemeen aan de Veenzijde binnen Wassenaar, belend O Joost Jacob Hendriksznzn. broer van de verkoper, Z de scheiding, W Tonis Cornelisz. Sas zwager van de verkoper en N de buurweg en nog aan Cornelis Jacob Mourijnsznzn. de helft van 4 hond land en aan de andere 3 de wederhelft, liggende gemeen in 8 hond land, daarvan de andere 4 hond toekomen Tonis Cornelisz. Sas voorsz. mede aan de Veenzijde gelegen, belend O Cornelis Pietersz. Schouten, Z de scheiding voorsz., W Jacob Joostensz. en N de Veenwatering, tezamen belast met 113 van 30 st per jr veenpacht en 27 st 1 oortje, met recht van uitpad voor 2 morgen van Jacob Joostensz. voorsz., mits ook over de landen van Joost Jacobsz. en Tonis Cornelisz. voorsz, des dat hier de voors. 4 hond hun uitweg hebben over het land van Jacob Joostensz. en Joost Jacobsz. bij de scheiding.
68. Jan Pietersz. bakker wonende den Haag verkoopt Jan Pietersz. Quant zijn broer wonende Wassenaar al zulke erfenis als hij bij dode en overlijden van zijn moeder Niesje Cornelisdr. was aanbestorven, uitgezonderd datgene dat Niesje in het huis had liggen en dat door tussenspreken van Mourijn Jacob Joostenznzn. en Adriaan Jacob Mourijnsznzn. zijn zwagers en zusters mannen, onder verwijzing naar een obligatie van 24-8-1599 ondertekend door Jan bakker, Dirk Fransz. en Philips Claesz. Borg Pieter Jansz. wonende den Haag.
201 v. Jan Pietersz. Quant verkoopt Jan Lourisz. van Steenevelt mede wonende binnen Wassenaar een huis en erf gelegen omtrent het huis te Deyl genaamd de cleyne deyl, belend volgens de oude brieven van 17-3-1611 en 29-12-1611, voor 250 gulden hetwelk is genaast door Willem Jansz. Quant, zoon van de verkoper en wordt alsnog aan deze overgedragen.
Morgenboeken
Jan Pietersz. Quanten 1588:6 en 1592:3 en 1598:7
Jan Pietersz Quant |