Genealogie Van der Bijl - 42 stammen » Abraham Maggarris (± 1722-1803)

Persoonlijke gegevens Abraham Maggarris 

• Hij is geboren rond 1722 in Rijnsburg.Bron 1
• Hij is overleden in het jaar 1803 in Middelburg.Bron 2

  Overleden in het voorjaar van 1803 in het tuchthuis te Middelburg, onder valse naam med. doctor en predikant te Hoogeveen en med. doctor te Brouwershaven.
  Bron: Genealogie Van der Bijl Schouwen-Duiveland, blz. 34-35 uitgave Vereniging Van der Bijl 1988.

• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 21 december 2023.

Gezin van Abraham Maggarris

Hij is getrouwd met Krina van der Bijl.

Toestemming voor het huwelijk is 3 juli 1764 verkregen te Brouwershaven.Bron 3

1. Ondertrouwd 3-7-1764 en getrouwd 31-7-1764:
Johannes Cato Kamerling j.m. geb. te Rijnsburg en mej. Crina van der Bijl, j.d. geb. te Brouwershaven door Ds. L. Bratel. Kind: Abram Kamerling * 3-1-1765, ged. 10-1-1765 get.: Johannes Jacobus Dinkelman en Tarnetje Pannekoek. [Bron: Dd-Ger.Gem Brouwershaven].
2. Dit huwelijk is ontbonden 1-11-1769. Uitspraak van het gerecht van Brouwershaven, waarbij het huwelijk van krina van der Bijl met Abrhama Maggaris wordt ontbonden door echtscheiding, omdat het ,,van de beginnen af ipso jure nul" is geweest. [Bron 21. 1-11-1769 Uitspraak van het gerecht van Brouwershaven, waarbij het huwelijk van krina van der Bijl met Abrhama Maggaris wordt ontbonden door echtscheiding, omdat het ,,van de beginnen af ipso jure nul" is geweest.
[Bron: Genealogie Van der Bijl Schouwen-Duiveland, blz. 34 uitgave Vereniging Van der Bijl 1988].

Kind(eren):

1. Abram Kamerling  1765-1772

Het echtpaar is gescheiden 1 november 1768 te Brouwershaven.Bron 5

Notities over Abraham Maggarris

1. Alias Johannes Cato Kamerling [Bron: Mededelingenblad v/h Werkcomite Genealogie Van der Bijl, nr.1, d.d. Januari 1986].
2. Abraham Maggaris was een geboren oplichter. Op 19-jarige leeftijd werd hij al veroordeeld tot 12 jaar opsluiting wegens het vervalsen van wisselbrieven. Na zijn vrijlating hervatte hij zijn oude leventje. Onder de naam Johannes Engelenburg, predikant te Vlijmen, verbleef hij enige tijd bij een schippers-weduwe in Dordrecht. Als Johannes Lambertus Koster, doctor in de geneeskunde en veldprdeiker in het leger van de Pruisische Koning, bracht hij in Hoogeveen de dochter van een welgesteld man het hoofd op hol. In Amsterdam verbleef hij enige tijd als Albertus Haazelhofje, rector van de Latijnse School in Kampen. Maar steeds verdween hij bijtijds als men een onderzoek naar zijn antecedenten ging stellen. Met zijn goede manieren en overtuigende welsprekendheid wist hij de indruk te wekken een erudiet man te zijn van goeden huize en hij verstond vooral de kunst zich bij de dames bemind te maken. In 1764 kwam hij in Brouwershaven als Johannes Cato Kamerlingh, doctor in de geneeskunde. Hij beweerde het grote stadsleven moe te zijn en zich als practizerend medicus te willen vestigen in deze rustige, kleine plaats, zodat hij ook nog tijd zou hebben om zich bezig te houden met theologische vraagstukken. Dank zij de indrukwekkende - zij het vervalste - documenten en aanbevelingsbrieven, die hij kon tonen, wist hij al spoedig tot de huiselijke kring van de Brouwershavense notabelen door te dringen. Krina, de dochter van Burgemeester Jan van der Bijl, was een van de vele Schouwseschonen, die diep onder de indruk kwam van zijn charme. Een huwelijk in deze kringen kwam 'Kamerlingh' goed van pas en hij trouwde haar in Juli 1764, toen Krina al vier maanden zwanger was van hem. Kort daarop begonnen geruchten de ronde te doen, dat Kamerlingh niet was voor wie hij zich uitgaf en de Vroedschap besloot inlichtingen in te winnen bij de personen en instellingen, die Kamerlingh zulke fraaie aanbevelingen en diploma's hadden verstrekt. De schelm waande zich door de protectie van zijn schoonvader echter lange tijd veilig en maakte geen aanstalten om Brouwershaven te verlaten. Maar toen hij de Burgemeester had overgehaald om graan en meekrap naar Amsterdam te verkopen en zelf met het schip wilde meegaan om de zaken te behartigen, rees het vermoeden, dat hij wel eens de benen zou kunnen nemen en werd hij in hechtenis genomen. De Vroedschap kreeg al spoedig bewijzen in handen, dat Maggaris inderdaad een vervalser en een oplichter was en toen restte hem niets anders dan een volledige bekentenis af te leggen. Op 14 November 1765 werd hij onder de galg van Brouwershaven ,,met roeden gegeseld en met het dubbelzwaard gebrandmerkt". Vervolgens werd hij naar Middelburg overgebracht om in het tuchthuis aldaar de rest van zijn leven te slijten. Hij overleed in 1803.
De stadssecretaris van Brouwershaven, Daniel Viergever, verhaalde dit alles in een boek, dat in 1766 verscheen onder de titel ,,De schijndeugd op het tweede schavot", geschreven ,,ter getrouwe waarschouwing voor alle brave Juffers, gegoede Jonge Dogters en Kinderlievende Ouders".
[Bron: Gennealogie Van der Bijl Schouwen-Duiveland, blz. 34-35 uitgave Vereniging Van der Bijl 1988].
3. ,,Wie was Johannes Cato Kamerling? - Een tipje van de sluier." [Zie artikel in: Festina Lente 38, blz. 11-14].

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Abraham Maggarris?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!