Genealogie Rijk Meijer » Jan kaaijk (1806-1858)

Persoonlijke gegevens Jan kaaijk 

• Hij is geboren maart 1806 in Assendelft, Nederland.
• Hij is gedoopt op 29 maart 1806 in Assendelft, Nederland.Bron 3
• Beroep: Watermolenaar te Assendelft in Assendelft, Zaandam.

  watermolen de Os of de Bull. De Bull brande af na blikseminslag in 1870 en werd herbouwd op de plek van de Bull. De herbouwde molen kreeg de naam de Hoop.

  
  

  Meer informatie
  over de molenTen Bruggencatenummer 06656 x "de Bull, later de Hoop"

  
  

  Of

  
  . 01067 b de Os

  Geloof: Rooms-katholiek.

  Woonachtig in het jaar 1858: Huis staande te Assendelft nr 410.

  Hij is overleden op 17 oktober 1858 in Assendelft, Nederland, hij was toen 52 jaar oud.Bron 4

  Een kind van Gijsbert Klaase (Kaaijk) Kaik en Duifje Huige

  
  

  Gezin van Jan kaaijk

  Hij is getrouwd met Aagje Gijzen.

  Zij zijn getrouwd

  
  

  Kind(eren):

  1. Gijsbert kaaijk  1831-1905 
  2. Duifje Kaaijk kaaijk  ± 1835-1910

  
  
  

  Notities over Jan kaaijk

  Na de drooglegging van De Schermer in 1634 moest het boezemwater in voldoende mate afgevoerd kunnen worden naar het IJ. Er waren twee plannen ontworpen waarvan het ene inhield dat er een kanaal gegraven zou worden van Knollendam tot Nauerna dat voor een groot deel de loop van Het Twiske zou volgen. Volgens een kroniek hield het tweede plan in dat "men zou aanvangen in het Lange of Alkmaarsche Meer (nu nog bestaande) verder door het Kromme IJ, achter Krommeniedijk, langs het water de Noorderham voorbij het Bussersluisje, zuid aan zeker meertje (de tegenwoordige Zuiderham) om van daar langs de Graauwenhaasmolen tot aan het Twisken eindelijk gaande tot bij (Oud) Nauerna in het IJ te doen uitlopen". De schrijver voegt er nog aan toe: "Nauwelijks is het te begrijpen dat dit laatste plan door Krommenie zoo met alle ijver werd voorgestaan....".
  

  Na de uitvoering van het eerste plan moesten toen, voor de uitwatering van de Assendelverpolder, nabij Nauerna twee schepradwatermolens naar een bestek van Jan Adriaansz. Leeghwater worden gebouwd. Hiervan vond de aanbesteding plaats te Edam op 3 februari 1634.
  

  De bouw van de De Os werd voor 4.260 Caroliguldens aan Dirk Jansz. uit Edam gegund en de ander, De Bul, aan Piets Cornelisz. Kamerling, eveneens uit Edam voor 4.385 Caroliguldens. Beide molens hebben bijna 2 1/2 eeuw lang het water in de Assendelverpolder op peil gehouden. In deze periode werden alleen bij De Os, in 1868, de schepraderen vervangen door een vijzel. Toen in 1870 De Bul door blikseminslag verbrandde wilden de meeste ingelanden ter plaatse niet meer een molen maar een stoomgemaal oprichten. Vele vergaderingen werden aan dit onderwerp gewijd, waar het vaak nogal stormachtig toeging en de tegenstanders tenslotte kwaad de vergadering uitliepen.
  

  In 1871 viel de beslissing en werd het voorstel om een stoomgemaal te bouwen door het polderbestuur met 9 tegen 6 stemmen verworpen. De nieuwe molen, waarvan de bouwkosten op 19.700 gulden waren geraamd, kreeg de naam De Hoop en werd op 23 juni 1871 in gebruik genomen. Vier jaar later kregen de tegenstanders van de molen alsnog hun zin toen De OS werd afgebroken en door een stoomgemaal werd vervangen dat de naam De Landbouw kreeg.
  

  
  

  Aan Nauernasche Vaart bij grens Krommenie stond ook een watermolen

  
  

  : Watermolen De David werd in 1663 gebouwd om de Noorderpolder in Assendelft te bemalen. Er was een reeks van conflicten tussen de ingelanden van de polder aan de bouw vooraf gegaan, maar uiteindelijk hakten de Gecommitteerde Raden de knoop door. De molen werd aan de Nauernasche Vaart, dichtbij de grens met Krommenie gebouwd. Pieter Boorsma meldt in Duizend Zaanse Molens, dat De David omstreeks 1870 werd gesloopt. Dit is onjuist. Op 28 februari 1877 besloten de hoofdingelanden van de polder Assendelft de watermolen De David te vervangen door een stoomgemaal. Er volgde echter hevig protest van de landeigenaren. Daarop werd op 21 maart een nieuwe vergadering uitgeschreven. Tijdens deze bijeenkomst werd heet besluit van 28 februari herroepen: De David bleef gehandhaafd, maar het stoomgemaal ook. Alleen werd een andere lokatie voor het gemaal gekozen. Daarvoor wees men de onderbouw aan van watermolen De Os, die bij Nauerna de zuidpolder van Assendelft bemaalde. De David bleef dus veel langer in gebruik dan Boorsma in zijn boek veronderstelde. (zie ook De Os).
  

  
  

  In 1663 wordt de Assendelver polder in tweeën gescheiden door een dwarsdijk. (hierop zal later de communicatieweg van Westzaan naar Heemskerk worden aangelegd).

  
  

  Doordat de molens de Os en de Bul hierdoor in de zuiderpolder kwamen te liggen, zat de noorderpolder zonder bemaling. Hiervoor werd in het jaar 1663 de molen 'de David' opgericht.

  
  

  De molen werd aan de Nauernasche Vaart gebouwd, dicht bij Krommenie. In 1870 wordt het scheprad vervangen door een vijzel, kosten hiervan bedragen 10300 gulden. Het werk wordt net als bij zijn collega's de Os en de Student uitgevoerd door Fa. Vredenduin te Zaandijk, De David was de laatste molen die vervijzeld werd. Uit de notulen van het polderbestuur blijkt dat na het gereed komen van 'De David', de 45 werklieden van de fa. Vredenduin een feestmiddag aangeboden werd, waar deze mensen onthaald werden op bier en brood. In 1877 werd besloten om over te gaan op stoombemaling van de polder. Het polderbestuur wil graag op de plek van de David een stoomgemaal plaatsen, doch op aanraden van Vredenduin wordt de David opgekalefaterd en komt het stoomgemaal op de plek van 'De Os'. Het exacte sloopjaar is niet te achterhalen.
  

  De 1870 uit Boorsma klopt niet. Vermoedelijk is de molen in 1885 gesloopt.

  
  

  In het jaar 1891 besloot het polderbestuur om op de plaats van de molen 'De David' een stoomgemaal te bouwen. Hoe de bemaling in de 6 tussenliggende jaren is geweest, is nog iets wat nader bestudeerd moet worden. Op 17 juni 1891 werd de eerste steen gelegd voor het nieuwe gemaal. In 1918 kreeg het gemaal de elektromotor van 'De Landbouw'. Het gebouw van 'De David' bestaat nog steeds, nu ingericht als woonhuis. Het staat aan de Nauernasche Vaart, ten Zuidoosten van de Forbo fabrieken.
  

  Welk van de drie watermolens gerund werden door Jan Kaaijk en later zijn zoon Gijsbertus Kaaijk is mij niet bekend.

  
  

  
  

  
  

  Aan de Nauernase Vaart. stonden nog meer Molens In totaal hebben er 7 molens gestaan. De Papiermolens 'de Huisman' en 'de Huisvrouw',dan de verfmolen 'het Spinbol', oliemolen 'de Oranjeboom', papiermolen 'de Koning', oliemolen 'het Roode Hert' en verfmolen 'het Fortuin'.

  Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Jan kaaijk?
  De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

  
  

  Tijdbalk Jan kaaijk

    Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.

  Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen

  Voorouders (en nakomelingen) van Jan kaaijk

  Claes Jansz Kayk 1720-????	Maria Arents	Sijmen Willemsz Huige	Geesje Hendriks Garder
  Gijsbert Klaase (Kaaijk) Kaik 1751-????		Duifje Huige 1765-1830
  Jan kaaijk 1806-1858
  Aagje Gijzen 1806-???? Gijsbert kaaijk 1831-1905 Duifje Kaaijk kaaijk ± 1835-1910