grafzerk in de Grote Kerk
Hij is getrouwd met Margaretha Jacobsd WENSSEN.
De weduwe van Cornelis Claes van Driel werd in 1561 aangeslagen voor "een huijs met een plaets en(de) thuijn van voeren tot achteren daer sij inwoont" in "die Nieu(w)straet vuijtcomen(de) en gegaen naer heer Matthijsstraet toe aende slinckerhant (bij het Sint Joris gasthuijs). De weduwe was dus in het huis blijven wonen, al was het leengoed na het overlijden van Cornelis van Driel overgegaan op haar zoon "Jacob van Driel".
Een post in de domeinrekening van Zuid-Holland van september 1583: Margriete Jacobsdr., weduwe van wijlen Cornelis Claesz. van Driel, en Hendrick de Raet als man en voogd van Hillegont Cornelisdochter, als erfgenaam van Jacob Claesz van Driel, waren eigenaars van een 48e gedeelte van de helft van de polder Bonaventura, gekocht voor 192 ponden bij Cornelis Claesz. met zijn broeder. Behalve de door Balen genoemde kinderen had Cornelis Claesz. van Driel nog een drietal (oudere) kinderen: Anthonis, Pietertje en Niesje van Driel. Dat deze kinderen wel degelijk tot zijn nageslacht behoorden en vol hebben gedeeld in de nalatenschap van hun vader valt af te leiden uit een aantal transporten. Hieruit blijkt dat zij landerijen gemeen hadden met Hillegont Cornelisdr. van Driel, die wel wordt genoemd door Balen. Bovendien compareerde Margaretha Wensen, de weduwe van Cornelis Claesz.van Driel, in een aantal akten die betrekking hebben op het weeskind van Anthonis Corn. van Driel. Op 6 mei 1571 verkocht Heyndrick de Raet Heliasz., man van Hillegont Cornelis van Driel Cleysdr., aan Adriaen Thonisz.(van Driel): land gelegen in de dijkage van Beijerland onder Mijnsheerenland; deze en andere gronden waren gegeven bij het huwelijk zoals Grietge Cornelis van Driel Cleysz. weduwe tegen Cornelis Splintersz. te haren huize te Dordt heeft verklaard. Op 7 juni 1575 werd land verkocht door Margareta Wenssen, weduwe van Cornelis van Driel Claess, met consent van Cornelis Thonis (Lodewijcksz.) als voogd van het nagelaten weeskind van Thonis Cornelis van Driel genaamd Ariaen Thonisz. Op 7 juni 1576 transporteerde Margaretha Wenss wed(uw)e van Cornelis van Driel Claesz. een rentebrief van 6 Car.gld. aan Cornelis Thonis., voogd van het achtergelaten weeskind van Thonis Cornelisz. van Driel genaamd Arien Thonisz. Op 28 februari 1583 transporteerden deze Adriaen Anthoenis van Driel (de zoon van Thonis Cornelisz.van Driel) en Anthonis Geenen (getrouwd met Pieterken Cornelis van Driel), tezamen de helft van 3 morgen 1.1/2 hont land onder IJsselmonde aan Cornelis Anthoenis Lodewijcx (man van Niesje Cornelisdr. van Driel) die reeds een kwart bezat. Het resterende kwart was in het bezit van Hendrick de Raedt (getrouwd met Hildegond Cornelisdr. van Driel). Op 20 september 1587 transporteerde Hendrick de Raedt Elyasz. zijn kwart aan Neysgen Cornelis van Driellen, weduwe van Cornelis Anthonis Loycx, die daarmee het gehele perceel in eigendom had gekregen. Uit deze transporten en gezamenlijke bezittingen blijkt wel, dat Anthonis, Pietertje, Niesje, en Hildegond broer en zusters moeten zijn geweest. Zij en hun erfgenamen hebben nog lang een aantal percelen land in gemeenschappelijk bezit gehouden. In 1561 gebruikte de voornoemde Thonis Cornelissen (van Driel), wonende in Hendrik Ido Ambacht, 2 morgen 1.1/2 hont zaailand toebehorende Neesken Cornelisdr., en nog 8.1/2 morgen weiland in Kijfhoek, toebehorende Pieterken Cornelissen en Lena "haere suster". Hieruit zou volgen, dat er nog een zuster "Lena" zou zijn geweest, maar hiermee zal Hildegond (Helena?) van Driel zijn bedoeld.
Zij zijn getrouwd rond 1535 te Dordrecht.
Kind(eren):
Korenhandelaar te Dordrecht, beleend met een leen van de Lek en Polanen onder Sandelingenambacht 1521, beleend met het grafelijk leen "het Huys Leeuwenburg, gezeyd Mijns-Heeren-Herberg" te Dordrecht 1539, schepen van Dordrecht 1539, 1543-1544, 1547-1548, 1551-1552, dijkgraaf van Barendrecht 1550.
Cornelis Claesz. van Driel is begraven in de Grote Kerk van Dordrecht in het familiegraf Van Driel. De grote zerk van dit familiegraf is bij de restauratie van 1983/87 verplaatst van het schip van de kerk naar de noordzijbeuk tegenover de Sint Catharinakapel, waardoor zij zichtbaar is geworden. Het randschrift van de zerk luidt: "CORNELIS CLAESZ. VAN DRIEL STERF Ao XVc LV DEN 14en JANUARI"; boven- en rechterrand "(weggekapt: HIER LEYT BEGRAVEN JACOB) CLAESZOEN VAN DRIEL (STERF AN.NO) MCCCCCLXV" "DEN XXVIIIen DACH VAN MEY". In de hoeken is de zerk voorzien van de tekens van de vier evangelisten, terwijl midden boven het wapen met de dubbele adelaar is afgebeeld, onder een helm. Midden onder bevindt zich een latere inscriptie: "JOUFFR. MACHTELT VAN DEN STEEN DOCHTER VAN DE HEER EMANUEL VAN DEN STEEN EN DE JOUFFR. ELISABETH VAN DRIEL. BEGRAVEN DEN 5 MEY 1667", vergezeld van vier wapens.
Cornelis Claesz Van DRIEL | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1535 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Margaretha Jacobsd WENSSEN |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.