Hij is getrouwd met Katherijne (Katheline) van Herlaer.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Van hem lezen we, dat toen de hertog van Kleef op Paas-dinsdag anno 1450 vanuit Kleef op reis ging naar Jeruzalem, hij zich met een aantal edelen te Venetië bij de hertog voegde en dat hij te Jeruzalem tot ridder geslagen werd (Nederlandsche Heraut, jrg. 5, pag. 77). Simon van Leeuwen deelt ons mee (Batavia Illustrata, pag. 1007), dat Adriaen als erfgenaam van zijn moeder Jenne van der Merwede in 1455 met Muilkerk beleend werd.
In verscheidene akten, nl. die van 12 juni 1458, 20 juli 1467 en 20 juli 1471 treedt hij als getuige op. In de beide laatste akten wordt hij 'ridder' genoemd (Inv. familiearchief Beelaerts van Emmichoven. door H. Tissing, regesten 34, 40, 41 en 50.). Als ridder wordt hij
op 14 maart 1464 beleend met 1/2 hoeve te Muilkerk, groot 10 morgen (Archief van de Nassausche Domeinraad dl. I, no. 4, leen no. 299). De door dr. Korteweg uitgegeven rechtsbronnen van Woudrichem en het land van Altena vermelden hem op 22 maart 1465 als ridder en drossaert van het land van Altena en gewaard rechter te Giessen (pag. 320), als leenman van Altena op 6 dec. 1468 (pag. 354). terwijl "heer Adriaens land van Herlaer" nog op 1 april 1484 als belending te Babilonienbroek voorkomt (pag. 412).
Simon van Leeuwen vermeldt verder, dat heer Adriaen op 8 mei 1471 de heerlijkheid Dortsmonde verkocht aan Sueta de Bevere (Batavia Illustrata, pag. 865). Samen met Martin van Pouderoijen treffen we hem in 1470 aan als leenman in het land van Altena (R.A.H., Collectie Aanwinsten 147, fol. 83). Het leenregister van den Alden Haegh doet ons weten, dat heer Adriaen in 1476 gegoed is in Avezaet (Collectie Wagner 60/26). Vóór 18 mei 1485 is hij echter overleden, want dan wordt zijn zoon met zijn lenen beleend.
De Collectie Booth (in het R.A. te Utrecht) "Varia", pag. 249, vermeldt "heer Adriaen van Herlaer ende Katherijne sijn echte huisvrouw (beide soo t schijnt zaliger gedachten anno 1516)". Misschien is zij identiek met Katheline de Herlaer, die in 1470 als beleend in het land van Arkel voorkomt.