Hij is getrouwd met Emma Amalia Johanna Jas.
Zij zijn getrouwd op 24 december 1914 te Meester Cornelis (Batavia), hij was toen 27 jaar oud.
Kind(eren):
HET SNEUVELEN VAN MAJOOR J. H. A. JACOMETTI
COMMANDANT VAN II-8 R.I. OP 12 MEI 1940
DOOR V. E. NIERSTRASZ
Luit. Kol. v. d. Gen. Staf.
In het September-nummer (aangevuld in het October-nummer) van dit tijdschrift beschreven wij den soldatendood van Majoor LANDZAAT.
Thans willen wij mededeelen, hoe de commandant van II-8 R.I., Majoor JACOMETTI, op 12 Mei, dus een dag vóór Majoor LANDZAAT, sneuvelde, om vervolgens na te gaan, op welke wijze C.-8 R.I. zijn commandopost heeft weten te verdedigen.
Majoor JACOMETTI was afkomstig van het K.N.I.L. en had zich vrijwillig beschikbaar gesteld als reserve-officier bij de Kon. Nederl. Landmacht.
In het September-artikel is reeds vermeld, dat de voorposten in het Stellingvak van 8 R.I. op 11 Mei in den namiddag geheel waren gevallen. De Commandant van deze voorposten, C.-III-8 R.I., was in zijn commandopost, na omsingeld te zijn, gevangen genomen.
Dat na grensoverschrijding door de Duitschers op 10 Mei, reeds op 11 Mei in den namiddag de voorpostenstrook door de Duitschers was genomen en zij zich in den avond van dien dag in gevechtsaanraking met de hoofdweerstandsstrook bevonden, had diepen indruk gemaakt op de bezetting van de hoofdweerstandsstrook.
In den namiddag en avond van 11 Mei werd de hoofdweerstandsstrook door de Duitsche artillerie onder hevig vuur genomen en wel voornamelijk de omgeving van de frontlijn.
De op den Grebbeberg vooruitgeschoven artillerie had eveneens zwaar onder vijandelijk vuur te lijden, evenals Rhenen, liggende ten Westen van den Grebbeberg [1].
De eerste kennismaking met het vijandelijk artillerievuur maakte op onze troepen, die nimmer eigen artillerievuur ook maar hadden gezien, grooten indruk. Zelfs aan het geluid van de over hunne hoofden suizende projectielen der eigen artillerie moest de troep wennen.
Het vijandelijk artillerievuur werd op 12 Mei in den vroegen morgen met groote hevigheid hervat.
De Bataljonscommandanten in de hws. hadden echter voldoende vertrouwen in hunne stellingen. De berichten omtrent de sterkte van den vijand waren niet verontrustend, doch men had reeds begrepen, met een uitstekend geoefenden en zeer brutaal optredenden tegenstander te doen te hebben.
C.-8 R.I. had zich bij het aanbreken van den dag van 12 Mei met Majoor LANDZAAT naar de Grebbesluis begeven, en van den voorrand van den Grebbeberg het voorterrein waargenomen. Alles was toen rustig en er waren geen verontrustende verschijnselen.
Te circa 11.00 begaf de Overste zich wederom naar voren met Majoor LANDZAAT en een Kapitein, met de bedoeling zich opnieuw van den toestand op de hoogte te stellen. Op ongeveer 100 m achter de stoplijn kwamen zij gedurende een uur onder hevig artillerievuur; onafgebroken sloegen de granaten op korten afstand van hen in en van een korte vuurpauze werd gebruik gemaakt, om een sprong naar voren te maken en een loopgraaf te bereiken.
De bezetting van de stoplijn was eenigszins geschokt. Het bleek, dat kleine patrouilles op den Grebbeberg waren doorgedrongen. Verder voorwaarts gaan was niet mogelijk, want er werd op een afstand van ca. 50 m met mitrailleurs geschoten.
De Overste nam afscheid van Majoor LANDZAAT, welk afscheid voor goed is geweest.
Zooals reeds is medegedeeld, hadden de gebeurtenissen van den voorafgaanden dag, het artillerievuur en de aanwezigheid van den vijand op den Grebbeberg het moreel van de bezetting van de stelling aangetast.
Men moet hierbij bedenken, dat de troep in den nacht van 9/10 Mei was gealarmeerd en de stellingen had bezet en dus van 9/10, 10/11 en 11/12 Mei niet of onvoldoende slaap had genoten, sedert 9 Mei was geplaatst voor de oorlogswerkelijkheid, van 11 Mei af onder goed gericht artillerievuur lag, blootgesteld was aan vijandelijke vliegerwerking en onvoldoende door eigen vliegers kon worden gesteund, als gevolg van de bekende onvoldoende sterkte van ons luchtwapen en de luchtaanvallen der Duitschers op onze vliegvelden.
Daarbij kwam het herhaaldelijk stuk schieten der telefonische verbindingen en het noodzakelijk geworden verplaatsen van eigen artillerie in den nacht van 11/12 Mei, waardoor de steun der eigen artillerie niet voldoende tot zijn recht kwam.
Ten slotte deden de wildste geruchten de ronde.
Het vorenstaande diende te worden vermeld, om de maatregelen te begrijpen, welke werden genomen door de beide Bataljonscommandanten, die de hws. van 8 R.I. verdedigden, toen hun de berichten over het binnendringen der Duitschers in de hws. bereikten.
Deze beide Bataljonscommandanten waren van het goede hout. Van Majoor LANDZAAT is dit reeds gebleken uit de artikelen in het September- en Octobernummer, van Majoor JACOMETTI zal dit blijken uit hetgeen volgt.
Uit de bij Majoor LANDZAAT en Majoor JACOMETTI binnenloopende berichten bleek, dat de vijand zich van de Grebbesluis uit naar het Z. en W. en N. uitbreidde en o.m. het complex Huize Heimerstein had bezet. De indruk was, dat het ging om kleine stoutmoedige afdeelingen, die men, mits kordaat en snel handelende, van den Grebbeberg zou kunnen werpen. Voorts waren versterkingen toegezegd en in opmarsch. Majoor LANDZAAT gaf bevel aan een compagnie in de stoplijn Z. van den kunstweg Rhenen-Wageningen, om den vijand recht vooruit uit de hws. te werpen.
Onafhankelijk daarvan had te voren ook Majoor JACOMETTI eenzelfde plan opgevat.
W.F. HENNINK
J.H.A. JACOMETTI
Toen C.-8 R.I., na zijn afscheid van Majoor LANDZAAT, op zijn commandopost terugkwam, trof hij daar Majoor JACOMETTI, C.-II-8-R.I., die hem zijn voornemen mededeelde, door een tegenstoot den in het Zuidelijk deel van zijn vak doorgedrongen vijand te verdrijven.
Hiertoe had Majoor JACOMETTI reeds bevelen gegeven, doch of de uitvoering wellicht niet snel genoeg ging, of om andere redenen, hij nam zelf het bevel over den op zijn nadere last aangewezen, dichtstbijzijnde afdeeling, waarbij een kapitein en een vaandrig werden ingedeeld, stelde zich aan het hoofd en begaf zich op weg.
Op schets 1 is met een stippellijn de weg aangegeven, die de Majoor volgde en die leidde door bosch en later door kreupelhout, tot men kwam aan het met + gemerkte punt op de schets. Aldaar werd de stoplijn verlaten en moest een open - met koren begroeid - veld worden overgestoken, om den tegenoverliggenden boschrand (waar thans het Kerkhof der gesneuvelden ligt) te bereiken.
Deze weg werd gekozen in verband met aanwezige draadversperringen en de bedekking, welke het terrein bood.
De kleine troep wist met groote moeite de voor de stoplijn liggende versperring te doorschrijden, waarbij groote hinder werd ondervonden van het vuur van de achter de stoplijn opgestelde eigen troepen, die van de onderneming van Majoor JACOMETTI onvoldoende op de hoogte waren.
De tegenstander was echter reeds doorgedrongen tot den boschrand aan de overzijde van het open veld. Uit dien boschrand werd gevuurd en eveneens van rechts, waar paw. werden waargenomen. Bij de Heimersteinsche laan vuurden eigen zw. mitr. De situatie was dus zeer moeilijk geworden.
Bij het maken van een sprong voorwaarts is toen Majoor JACOMETTI gesneuveld.
Hij had gevoeld, dat op dit oogenblik het moreel hersteld moest worden door een koene daad.
Deze daad, die niet tot het beoogde doel leidde, bezegelde hij met zijn leven. Hij viel met het wapen in de vuist voor het Vaderland.
Men had de sterkte van den vijand en de uitwerking van het vuur onderschat. Zijn troep heeft den aanval niet kunnen doorzetten, doch is met groote moeite en met aanzienlijke verliezen in de loopgraven van de stoplijn terug moeten kruipen.
Died in heavy fighting against the Germans at the Grebbenberg on May 12, 1940.
Majoor JACOMETTI heeft door zijn onversaagdheid den roem van ons Tropenleger op uitstekende wijze bevestigd.
[1] De beschieting van RHENEN en omgeving blijkt uit het boek "Tusschen vuur en ijzer" van H. v. HEERDE
------------------------------------------
Taken from the Internet:
"BLANKE KLEWANG"
Een van de slachtoffers in de meidagen van 1940 was de voormalige officier van het Koninklijk Nederlands-Indische Leger majoor J. H. A. Jacometti. De oud-KNIL-majoor genoot bij minderen en meerderen een groot aanzien vanwege zijn moedig gedrag. De derde presentatie te velde, zoals de militairen hun opdracht noemen, wordt verzorgd door de cadetten Van der Velden en Terhell. Gebarend naar het veld waarvoor ze inmiddels staan opgesteld, vertelt een van de KMA'ers: "Via berichten vernam Jacometti dat bij deze stelling een kleine groep Duitsers zat. Hij dacht dat deze door kordaat ingrijpen van de berg kon worden afgeworpen. Hij besloot actie te ondernemen en ging op pad, nadat hij zijn commandant op de hoogte had gesteld van zijn plannen."
Een nieuw gebaar. "Hier werd hij onder vuur genomen door zijn eigen troepen, omdat deze gehoord hadden dat er voor en achter hen Duitsers zaten. Zij dachten dat Jacometti een Duitser was. Nadat de majoor hier was aangekomen, gaf hij het bevel dit veld over te steken." De blikken van de groep richten zich op het veld, dat aan de erebegraafplaats grenst. "Midden op het veld ging hij voor in de strijd en hij werd neergemaaid met het wapen in de hand." Het moedige gedrag van Jacometti, die de Duitsers "met de blanke klewang" weg wilde jagen, kostte hem het leven.
Onwijze chaos
Met zijn optreden ging Jacometti in tegen alle regels die er in die tijd voor een tegenaanval bestonden. Zo'n aanval mocht pas worden ingezet als de vijand tot stilstand was gebracht en de eigen troepen weer rustig waren. In het geval-Jacometti was de vijand nog steeds aan het oprukken en heerste er "onwijze chaos binnen de eigen troepen." "Toen had de commandant moeten zeggen: "Hé, Jacometti, wat jij wilt kan niet door de beugel." Dat is niet gebeurd."
Bewondering klinkt door als Van der Velden Jacometti beschrijft. "Hij was een man met zeer veel moed, vechtend voor het vaderland. Ik denk dat hij het een beetje te letterlijk nam. Maar vanuit Jacometti's achtergrond kan ik zijn gedrag wel begrijpen. Hij ging liever vechtend ten onder dan met de staart tussen de benen." Een Willemsorde kreeg Jacometti (postuum) niet. Korporaal-cadet Van der Velden is het er niet mee eens. "In mijn ogen verdiende hij die."
Although he died in May 1940, his was death certificate was not issued until 25 November 1940, in Amersfoort, number 569, 'toegang number' (access number) 463, 'inventarisnummer' (inventory number) 579.
Johan Henri Azon Jacometti | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1914 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Emma Amalia Johanna Jas |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.