Kind(eren):
Arnulf van Karinthië (ca. 845 - Regensburg, 8 december 899) was vanaf 887 koning van Oost-Francië en Lotharingen, later ook (tegen)koning van Italië en (tegen)keizer (896-899).
Arnulfs voorganger Karel III de Dikke verenigde kortelings alle drie deelrijken en hiermee het rijk van Karel de Grote onder zijn heerschappij. Vanwege de steeds duidelijker wordende regeringsonbekwaamheid van Karel kon Arnulf hem met de hulp van de Beieren, Franken, Saksen, Thüringen en Alemannen afzetten en zelf de macht overnemen. Arnulf beperkte zich - aanvankelijk - tot het oostelijk deelrijken van zijn grootvader, Lodewijk de Duitser, terwijl in de andere deelrijken van het Frankische Rijk andere Rijksgroten de troon opeisten. Arnulf kon vanaf 888 zijn heerschappij over Lotharingen alsook over Rijksitalië vestigen. Met zijn overwinning bij de Dijle bij Leuven in 891 kwam er een eind aan de Vikinginvallen in Oost-Francië. De hierdoor in het noorden bereikte stabiliteit bevorderde de opkomst van de Saksische Liudolfingen, die enkele decennia later de nieuwe koninklijke familie in het Rijk zou vormen. Arnulfs pact met de Hongaren (Árpád), die in 10e eeuw de grootste bedreiging voor Oost-Francië zouden vormen, zou de beeldvorming van hem bij het nageslacht beïnvloeden. Arnulf liet zich in 896 in Rome tot keizer kronen. Regensburg kende toen het hoogtepunt van zijn belangrijkheid als bestuurlijk centrum van Oost-Francië.
Arnulf was een onwettige zoon van koning Karloman van Oost-Francië, uit diens relatie met een adellijke vrouw uit Karinthië, Liutswind (ca. 830 - voor 9 maart 891), vermoedelijk een dochter van Ernst I van de Nordgau en Irmgard.[1] Arnulf bracht zijn jeugd door op het hof te Moosburg. In 876 werd hij benoemd tot prefect van de oostelijke marken. Na de dood van zijn vader in 880 werd hij hertog van Karinthië.[2] Twee jaar later steunde hij de opstandige graaf Engelschalk II tegen markgraaf Aribo van de Oostelijke mark, wat uiteindelijk leidde tot oorlog met Moravië. In 885 wist Arnulf echter op eigen gezag een vrede met Moravië tot stand te brengen.
In november 887 leidde Arnulf een staatsgreep tegen Karel de Dikke, die onbekwaam werd geacht, en werd zelf koning van Oost-Francië. Hij liet Karel enkele hoven in Zwaben behouden om daar in vrede te leven. Arnulf bouwde voor zichzelf een palts in Regensburg. Doordat de broers en neven van Karel zonder wettige erfgenamen waren overleden was Karel, als laatste, koning van alle Frankische gebieden geweest. Arnulf besloot om niet te proberen deze positie te evenaren. In plaats daarvan beperkte hij zich tot Oost-Francië en Lotharingen, en steunde in de andere Frankische gebieden lokale edelen om koning te worden, die dan formeel het oppergezag van Arnulf moesten erkennen. In 888 werd Berengarius I van Friuli tot koning van Italië gekozen en Arnulf accepteerde hem als koning, toen Berengar hem huldigde als heer. Berengars positie werd echter betwist door Guido van Spoleto. In het westen steunde hij Odo I van Frankrijk, ook in ruil voor huldiging. In Bourgondië was Rudolf I van Bourgondië in 888 tot koning gekozen, en ook die huldigde Arnulf, hoewel daar een dreiging met oorlog voor nodig was. Toen ook Ermengarde, regentes van de Provence, samen met haar zoon Lodewijk in 889 Arnulf als heer huldigde, had Arnulf deze fase van zijn politiek voltooid. Toen hem in 890 het koningschap van Italië werd aangeboden, ging hij daar niet op in.
Arnulf had verscheidene kinderen bij vrouwen met wie hij niet was getrouwd. Bekend zijn:
Zwentibold (ca. 870 - 13 augustus 900), zoon van Winburg (- na 18 mei 898)[9]
Ata (- na 23 mei 914), dochter van NN van Ellinrat[10]
Ratold (- na 896), zoon van een onbekende moeder, in 896 benoemd tot onderkoning van Italië
In 888 trouwde Arnulf met de achttien jaar jongere Konradijnse Oda, dochter van graaf Berengarius I van Hessengouw. Hun zoon was Lodewijk IV van Oost-Francië, bijgenaamd het Kind.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.