Hij is gedoopt. Geloof: ev. ongecontroleerd
Gross-Berssen ligt onder Sögel, Emsland, Duitsland.
De watermolen van Deimann is afgebroken in 1927-1928.
urk. 1645-1653, besitzt eine Wassermühle (Walk- und Oelmühle) sowie eine Bockwindmühle, verkauft am 29.3.1653 seine Bockwindmühle an die Familie Brunefort unter folgenden Bedingungen:
"Deimann verkauft seine alte Windmühle an Brunefort. Dafür soll Deimann auf ewig das Recht haben, sämtliches Korn, was sie mit Wagen und Pferd zur Brunefortmühle brachten, zollfrei mahlen zu lassen und daß ihnen vor allen Anderen sogleich geholfen werden soll"
VERTALING: akt(e). 1645-1653, bezit een watermolen (walk- en oliemolen) en een windmolen, en verkoopt op 29/3/1653 zijn windmolen aan de familie Brunefort onder de volgende voorwaarden:
Deimann verkoopt zijn oude windmolen aan Brunefort, op voorwaarde dat Deimann altijd het recht zal hebben om al zijn koren, dat met paard en wagen naar Brunefortmolen wordt gebracht, aldaar belastingvrij te laten malen én dat zij daarbij met voorrang boven alle anderen geholpen moeten worden".
ongecontroleerd
Hij is getrouwd met Wibbeke Deimann.
Zij zijn getrouwd voor 1635.Bron 1
Johann WILKEN (Deimann), Beerbter u. Ölmüller, geboren um 1602 in Berßen (Religion: ev.), gestorben in Klein-Stavern, bestattet am 27.04.1675 in Sögel, urk. 1645-1653, besitzt eine Wassermühle (Walk- und Oelmühle) sowie eine Bockwindmühle, verkauft am 29.3.1653 seine Bockwindmühle an die Familie Brunefort unter folgenden Bedingungen:
"Deimann verkauft seine alte Windmühle an Brunefort. Dafür soll Deimann auf ewig das Recht haben, sämtliches Korn, was sie mit Wagen und Pferd zur Brunefortmühle brachten, zollfrei mahlen zu lassen und daß ihnen vor allen Anderen sogleich geholfen werden soll" Auf dieses Vorrecht verzichtet Deimann 1840 gegen eine Entschädigung von 140 Reichstaler. Dieser Vertrag wurde vor dem Notar Nicolaus Anton Bueren in Sögel beurkundet. Brunefort hat die Mühle nach dem Kauf abgebrochen.
Die Wassermühle Deimann wurde 1927/28 abgebrochen.
Kirchliche Trauung vor 1635 mit
Wibbeke DEIMANN, Hoferbin, geboren um 1612 in Klein-Stavern (Religion: ev.), gestorben in Klein-Stavern, bestattet am 07.08.1675 in Sögel, urk. 1652, übernimmt den Hof von ihrem kinderlos vertorbenen Bruder, Tochter von Gerd DEIMANN (siehe 8182) und N N (siehe 8183).
Aus dieser Ehe stammen:
1. Gerd DEIMANN, Beerbter und Ölmüller, geboren um 1650 in Klein-Stavern (Religion: r.K.), gestorben am 02.03.1706 in Klein-Stavern, übernimmt 1691.
Kirchliche Trauung am 05.05.1685 in Sögel mit Anna CONEN, 16 Jahre alt, geboren in Klein-Stavern, getauft (r.K.) am 25.06.1668 in Sögel, gestorben nach 1750 in Klein-Stavern, bestattet in Sögel, Tochter von Conrad Engbers CONEN (siehe 1952) und Emmerentiana N (siehe 1953).
2. Thekla DEIMANN, geboren (1640) in Klein-Stavern (siehe 2045).
3. Heinrich DEIMANN, Beerbter und Ölmüller, geboren (1635) in Klein-Stavern (Religion: r.K.), gestorben in Klein-Stavern, bestattet am 04.12.1684 in Sögel, urk. 1545-1684, Kinderlos.
Kirchliche Trauung am 02.11.1674 in Sögel mit Tecla CONEN, geboren um 1655 in Klein-Stavern (Religion: r.K.), gestorben am 29.01.1725 in Lehe, bestattet in Aschendorf, Tochter von Conrad Engbers CONEN (siehe 1952) und Emmerentiana N (siehe 1953). Sie ist wiederverheiratet mit Eycke SCHWAGMANN.
4. Elschen DEIMANN, geboren (1633) in Klein-Stavern (Religion: r.K.).
5. Eilert DEIMANN, geboren (1637) in Klein-Stavern (Religion: r.K.).
Kirchliche Trauung am 22.07.1671 in Sögel mit Aneke TIMPEN (Religion: r.K.).
6. Wübbeken DEIMANN, geboren (1643) in Klein-Stavern (Religion: r.K.).
7. Renske (Regina) DEIMANN, geboren (1645) in Klein-Stavern (Religion: r.K.), gestorben in Haren.
Kirchliche Trauung am 03.06.1670 in Haren mit Hermann MENCKEN, geboren (1645) in Haren (Religion: r.K.), gestorben in Haren, Sohn von Gerhard MENCKEN und Elisabeth N.
8. Johann DEIMANN, geboren (1646) in Klein-Stavern (Religion: r.K.).
Kirchliche Trauung am 28.01.1674 in Aschendorf (Vermerk Sögel) mit N BASING (Religion: r.K.), Tochter von Hermann BÄSEN und Genovefa N.
9. Hermann DEIMANN, geboren (1648) in Klein-Stavern (Religion: r.K.).
(Bron: Bernd Josef Jansen, geraadpleegd 2017)
ongecontroleerd
onderliggende bron Johan Scholten: Bernd Josef Jansen.
Kind(eren) volgens de bron Bernd Josef Jansen, via Johan Scholte, Stambomen van Johan Scholte, geraadpleegd 2016, ongecontroleerd:
1. Elschen Deimann 1632-????
2. Heinrich Deimann 1635-< 1684
3. Eilert Deimann 1637-????
4. Thaleke Deimann ± 1640-???? Tree ook: Thekla, trouwt wed. Hermann Schulte (geb.ca.1608)*
5. Wübbeken Deimann 1643-????
6. Regina Deimann 1645-???? Tree
7. Johan Deimann 1646-????
8. Hermann Deimann 1648-????
9. Gerd Deimann ± 1650-1706 Tree
*Kommunikantenregister 1652: Hermen Schulte zu Oldenharen, Anna uxor Schulteti, Geesa mater Schultetei zu Oldenharen.
Pastoor Strenge noteerde bij het paasfeest in 1655 de volgende bewoners van de boerderij van Herman Schulte te Altharen als deelnemers aan de biecht en communie te Wesuwe: Herman; Anna, Echtgenote van Herman; Thalita, Dienstmeid op de boerderij; Henrich, Knecht op de boerderij; Bernnt, woont bij Schulte; Tibena, Echtgenote van Bernnt. (bron: Feringa)
(2e bron: Gerhard Fischer en Miek Sandker, Genealogie Fischer-Sandker, geraadpleegd 2016, ongecontroleerd)
Uit dit huwelijk zijn 3 kinderen bekend
Uit dit huwelijk:
1. Heinrich DEIMANN, erfgenaam landbouwer en oliemolenaar, geboren 1635 te Klein-Stavern, overleden op 02-12-1684 te Klein-Stavern, begraven op 04-12-1684 te Sögel.
Gehuwd op 02-11-1674 te Sögel met Tecla CONEN, geboren ca 1654 te Klein-Stavern, overleden op 29-01-1725 te Lehe, begraven te Aschendorf, dochter van Conrad CONEN (zie 3066) en Emmerentiana ev Conrad CONEN (zie 3067).
2. Thekla DEIMANN, geboren 1640 te Klein Stavern.
Gehuwd op 22-09-1666 te Wesuwe met Hermann SCHULTE, Beerbter Eigenhorige, geboren 1610 te Altharen (gezindte: ev.), overleden na 1667 te Altharen, zoon van Leffert SCHULTE, Beerbter Eigenhorige, en Geseke ev Leffert SCHULTE.
3. Gerd DEIMANN (zie 1532).
notitie h.m.k.
Twee zonen van Deimann (Heinrich en Gerd) trouwden twee dochters van Conen (Thecla en Anna)
Kind(eren):
Deimanns walk- en oliemolen in Klein Stavern (watermolen)
De watermolen stond te Stavern in de buurt van de weg van Klein Stavern naar Klein Berßen. Deze watermolen behoorde, evenals een wipmolen (windmolen), bij de boerderij Deimann, die gepacht werd van de landheer van Münster. Deimanns watermolen was een walk- * en oliemolen **. Hij is verdwenen door afbraak in 1927-1928.
Stavernse wipmolen (windmolen)
De hoeve Deimann was al in 1400 een Münsters leengoed. Het is niet uitgesloten dat de wipmolen al rond deze tijd is gebouwd. De molenmaker was een lid van de familie Deimann. Bewijs voor het bestaan van deze molen is de schriftelijke overeenkomst tussen Johann Deimann en de familie Brunefort, die op 29/03/1653 door rechter Engelbert Lethmate (1638-1658) te Sögel is ondertekend. Het contract heeft de volgende inhoud:
Deimann verkoopt zijn oude windmolen aan Brunefort, op voorwaarde dat Deimann altijd het recht zal hebben om al zijn koren, dat met paard en wagen naar Brunefortmolen wordt gebracht, aldaar belastingvrij *** te laten malen én dat zij daarbij met voorrang boven alle anderen geholpen moeten worden".
In 1840 ziet de familie Deimann af van haar privilege voor een vergoeding van 140 Rijksdaalders. Dit contract werd notarieel bekrachtigd, ten overstaan van notaris Nicolaus Anton Bueren te Sögel. Brunefort heeft de molen na deze afkoop(som) afgebroken.
Referentiemateriaal:
1. Nieders. Mühlengeschichte von Wilh. Kleeberg
2. Osnabrücker Urkundenbuch B.I., Nr. 89
3. Sögel im Spiegel seiner Häuser von Holger Lemmermann
(Bron: Hermann Röttgers, Sögel, Die Geschichte der Staverner Mühlen, via Heimatverein Aschendorf-Hümmling e.V., koepelorganisatie van historische verenigingen in Noord-Emsland, geraadpleegd 2016)
VOETNOTEN:
* Walken is het kneden van geweven doek om het materiaal sterker en soepel te maken.
** Een oliemolen is speciaal gebouwd om uit oliehoudende zaden olie te persen. Oliehoudende zaden die werden gebruikt waren van: raap (koolzaad), papaver (maanzaad), walnoten, vlas (lijnzaad). Oliën dienden vroeger niet alleen als voedsel. Tot in de 20e eeuw diende olie ook als brandstof bv voor lampen, als vernis en als smeermiddel.
*** Met zoll/belasting wordt ws. windrecht bedoeld, een dwangbelasting die mensen verplichte hun koren, tegen een opgelegde vaste betaling, te doen malen bij de molen van een bepaalde landheer, die (zich) het recht had (toegeëigend om) de wind daarmee te "vangen". Het recht van de wind werd tegen gunsten en diensten ook wel beleend. Molenaars konden tegen betaling van een jaarlijks bedrag, het zogenaamde windgeld, dit recht pachten. Veelal werd de molen dan ook doorverpacht; in Nederland verkreeg de molenaar dan een windbrief. Het windrecht was een onderdeel van het feodale recht en kwam als zodanig in grote delen van West-Europa voor. Het verschijnsel staat bekend als "molendwang". (bron: Wikipedia)
AFBEELDING:
Deimanns Walk-und Oelmülhle in Klein Stavern, foto uit de collectie van Heimatverein Aschendorf_Huemmling
60 Johann Wilken, geboren omstreeks 1602 in Berssen (Duitsland). Johann is overleden in Klein Berssen (thans Duitse deelstaat Nedersaksen), ongeveer 73 jaar oud. Hij is begraven op 26-04-1675 in Sögel (duitsland). Beroep: "Beerbter" en "Ölmüller". Evangelisch Luthers.
Johann is eigenaar van een watermolen en een windmolen. Hij verkoopt de windmolen in 1635 aan de familie Brunefort. (urk. 1645-1653, besitzt eine Wassermühle (Walk- und Oelmühle) sowie eine Bockwindmühle, verkauft am 29.3.1653 seine Bockwindmühle an die Familie Brunefort unter folgenden Bedingungen:
"Deimann verkauft seine alte Windmühle an Brunefort. Dafür soll Deimann auf ewig das Recht haben, sämtliches Korn, was sie mit Wagen und Pferd zur Brunefortmühle brachten, zollfrei mahlen zu lassen und daß ihnen vor allen Anderen sogleich geholfen werden soll" Auf dieses Vorrecht verzichtet Deimann 1840 gegen eine Entschädigung von 140 Reichstaler. Dieser Vertrag wurde vor dem Notar Nicolaus Anton Bueren in Sögel beurkundet. Brunefort hat die Mühle nach dem Kauf abgebrochen.
Die Wassermühle Deimann wurde 1927/28 abgebrochen.)
Hij trouwde, ten hoogste 33 jaar oud, vóór 1635 met de ten hoogste 25-jarige
Wibbeke Deimann, geboren omstreeks 1610 in Klein Stavern (Duitsland). Wibbeke is overleden in 1675 in Klein Stavern (Duitsland), ongeveer 65 jaar oud. Zij is begraven op 07-08-1675 in Sögel (Duitsland). Beroep: Hoferbin (eigenaresse van een hof). Urk 1652 übernimmt den hof von ihrem kinderlos verstorbenen Bruder (oorkonde 1652, neemt de hof over van haar kinderloos gestorven broer). Moeder onbekend. Evangelisch Luthers.
Kind uit dit huwelijk:
I. Gerd Deimann, geboren in 1650 in Klein Stavern (Duitsland).
Johann Wilken (Deimann) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
< 1635 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wibbeke Deimann |
Bernd Josef Jansen, via Johan Scholte, Stambomen van Johan Scholte, geraadpleegd 2016
Hermann Röttgers, Sögel, Die Geschichte der Staverner Mühlen, via Heimatverein Aschendorf-Hümmling e.V., geraadpleegd 2016
Bernd Josef Jansen, geraadpleegd 2017
Gerhard Fischer en Miek Sandker, Genealogie Fischer-Sandker, geraadpleegd 2016
Nico Hollebeek, Genealogie families Brüseke te Paderborn, geraadpleegd 2017