Genealogie Kuijken-Dikschei » Bronnen » Maria Cornelia Kuijken

Bron beschrijving

Maria Cornelia Kuijken

Was decoratief- en dessinontwerpster. Woonde en werkte in Haarlem. Volgde 1913-1918 de School voor Kunstnijverheid te Haarlem en begon haar activiteiten als "teekenaarster"eind 1910 met het ontwerpen van decoratieve panelen voor meubelen, haardschermen en wandversiering in de door haar vader uitgevoerde cloisontechniek. De techniek, verwijzend naar het Chinese en Byzantijnsemail-cloisonné, was ontleend aan behangdrukblokken met koperen strips. opstaande strips vormden op een paneel een voorstelling in lijnen en de ontstane vakjes tussen de lijnen werden opgevuld met een gipsmengsel in verschillende kleuren. Haar vader maakte ze in zijn bedrijf, een graveerderij van walsen en blokken voor het bedrukken van behangpapier,, dat ten tijde van de panelen Kunst-ateliers werd genoemd. Marie werkte dus in familieverband. De decoraties van de panelen waren bloemen, dieren en fabeldieren. Deze kregen allerlei poetische namen. Er werd van de voorstellingen een beperkt aantal exemplaren gemaakt: zes of twaalf. Ook maakte zij ebbenhouten kistjes. Waarschijnlijk werden de panelen in1918 voor het eerst geëxposeerd in Rotterdam en Amsterdam. Haar inzending naar de Tentoonstelling van aesthetisch uitgevoerde gebruiksvoorwerpen te Haarlem in 1919 moet in de smaak zijn gevallen, want werd verkocht. Kuijken exposeerde in dezelfde tijd bij "In die Coornschuere" te Delft, die ook werk bracht van "De Hartog, Stemmann en Wegerif", en bij kunsthandel Willem Brok in Hi;lversum. 't Kunstnijverheidshuys aan de Spiegelgracht 9 te Amsterdam en de toonkamer van Jaap Gidding te Rotterdam. In 1930 maakte Kuijken enige illustraties voor het tijdschrift "Eigen Haard" en begon met het ontwerpen van behangpapier. Haar vader zette zijn bedrijf in 1923 in Dilbeek (B) voort. Het eerste van haar behangontwerp werd afgebeeld in het jaarboek van de V.A.N.K. Zij trouwde november 1921 met kantoorbediende Pieter de Rooi (geb.1897), woode bij haar ouders in België, ging 1926 terug naar Haarlem en leidde juni 1926-juli 1929 met haar echtgenoot als directeur een handdrukatelier voor behang, de NV Hollandsche Behangselpapierfabriek Haarlem (Zijlweg 2b en 138b). Voor haar werk bleef zij haar meisjesnaam gebruiken. Nadat de firma Rath & Doodeheefver in 1927 ontwerpen van haar kocht voor de tentoonstelling "Het Behang en het Gordijn" in het Stedelijk Museum in Amsterdam, ontwierp zij van 1928-1931 voor deze firma dessins die machinaal werden gedrukt. De ontwerpen zijn helder van kleur, expressionistisch en dynamisch van opbouw. Er is zowel behang als gordijnstof van geproduceerd en in stalenboeken van de firma opgenomen. In 1947 scheide zij van De Rooi. In 1947-1953 werkte zij in vaste dienst als ontwerpster bij het handdrukatelier van de behangfirma Rath& Doodeheefver waar kostbare, exclusieve behangsels voor bijzondere opdrachten werden vervaardigd. Ze wordt in 1950 genoemd als ontwerper van een behangdessin uit de collectie Goed Wonen van deze firma. Heeft na 1953 niet meer ontworpen. Trouwde later met ir. T. van Tol. Rie Kuijken was een van de belangrijkste dessinontwerpsters van ons land.
Tentoonstellingen:
1918 Rotterdam (cloisonpanelen: aquarium
1918b Amsterdam (16 cloisonpanelen, 6 kistjes)
1919 Delft "In die Coornschure", 1-30 sept. (cloisonpanelen, 20 nrs1919 Haarlem (cloisonpanelen: gier,kaketoe, visschen, papegaaien, bloemen, vogels, visschen, boekenkast met panelen)
1919 Hilversum (cloisonpanelen1919b Amsterdam (15 cloisonpanelen)
1922 Haarlem (cloisonpanelen)
1922 Rotterdam Toonkamer Gidding & Zn. (cloisonpanelen)
1943 Amsterdam (handdrukken behangspapier)
Coll.: Meentwijck; Sikkens schildersmuseum Sassenheim.
Bronnen: Beelddocumentatie R K D; Dossiernr.8040 KvK, Rijksarchief Haarlem,1919; Patentaanvraag Patentbureau Rijswijk 1919; Schrift met krantenknipsels archief Jaap Gidding, R K D : A.G.B. 1918; Cat. tent. Amsterdam 1918c; C.E. 1919; Maasbode 1918; de Vries 1918; Cat. tent. Delft 1919; Cat. tent. Haarlem 1919; Cat. tent. Amsterdam 1919a, p. 43, 45; H.V. 1919; Eigen Haard 46 (1920); Tentoonstelling 1920. p. 74; Van IJsselstein 1920 met afb.; Rogge 1921b; V.N.A.K. Jaarboek 1921, p.69 en p.49 afb. 61 behangontwerp 1920; Voskuil 1922b; De Lorm 1923, p. 32; Retera 1924, p. 25; Binnenhuis 6 (1928), p. 91 behangontwerp; Cat. tent. Amsterdam 1943, p. 11 cat. nr. 53.
Lit.: Adriaansz 1985, p. 121; Heesters 1988. pp 99-100; Brommer 1989, pp. 106-108; Koldeweij, Knuyt, Adriaansz (red) 1991, p. 131; Koopmans 1994, pp 96-97; Timmer 1995, p. 196; Eliëns, Groot, Leidelmeijer (red.) 1997, Lexicon en afb. p. 127; Ivo 1998; Groot 2000. (Bron: Vrouwen in de vormgeving in Nederland: 1880-1940 - Pagina 501 - R. M. Groot 2007 - Women Designers)


Informatie uit deze bron


Naar de lijst met bronnen