Enoch Krook, zeer middelmatig toneeldichter uit het laatst der achtiende eeuw.
Hij gaf uit:
-De buitensporige tabaksnuiver, of het huwelijk door snuiftabak (blijspel 1797), De Spiegel der Zotten (blijspel, 1699), Jan Crediet (zinnekluchtspel, 1706), Staatkunde (Vredesp. 1713),
Baleus en Merodach (blijspel 1718), Bloempjes geplukt uit mijn Zang-Nimphe Tuin (Amst. 1729).
Zijne zinspreuk was; Door ijver bloeid de kunst.
Krook, Enoch kwam in 1677 aan den Amsterdamschen Schouwburg en bleef er waarschijnlijk tot zijn dood. Zijn speelloon bedroeg ƒ1-ƒ3.
Hij wordt een leerling van Prof. Francius genoemden werd in 1718 aangesteld als leermeester der jonge tooneelisten, waarvoor hij ƒ 75 trok. In 1719 werd hij tevens toneelmeester (regisseur)
op een tractement van ƒ 300. Met Daniël Kroon heeft hij, onder de zinspreuk "Door Yver bloeit de Kunst' veele toneelspeelen geschreven en vertaald. Zijn zilveren bruikloft met Maria Laurier
- zij hield een touwwinkel - werd door Langendijk (Gedichten 1-247) bezongen.
Krook, Enoch, overleden 1732, toneelschrijver te Amsterdam. De Spiegel der Zotten, 1699, is een navolging van de Précieuses van Molière: juffer Heldelief houdt van Alexander de Grote, juffer Dichtelief van gedichten en toneel. Zijn zinnekluchtspel Jan Crediet, 1706, prijst Jan Crediet en Jan Contant in de handel. Dit stuk uitgegeven door 't genootschap Door yver bloeid de Konst. Krook werd 1713 aangesteld als leermeester van aankomende toneelspelers; werd 1719 toneelmeester op een wedde van ƒ300. Hij was in 1677 aangenomen aan de Schouwburg als toneelspeler, schreef stukken met zijn vriend Daniël Kroon of alleen, het eerst De buitenspoorige toebacksnuiver, 1697. In 1703 de klucht Het bedurven Huishouwen.
Hij is getrouwd met Maria Laurier.
Zij zijn getrouwd op 7 april 1690 te Amsterdam ,NH.Bron 1
http://www.vondel.humanities.uva.nl/ecartico
Biographisch Woordenboek (Van der Aa)
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek
Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid (1952), K. ter Laan