Apeldoorn dopen : 07-08-1701 Reinder Willems z.v. Willem Cornelis (Meijerink) en Wendeltien Willems.
Hij is getrouwd met Anneke Gerrits.
Ze zijn in de kerk getrouwd op 31 oktober 1734 te Renkum, hij was toen 33 jaar oud.
Renkum trouwen : 31-10-1734 Rhijnder Willems Meijering jm met Anneke Gerrits jd, beide geb van Apeldoorn en won te Renkum.
Kind(eren):
Citaat uit het boek “De papiermakers in de provincie Gelderland, alsmede ….”, van H. Voorn (1985):
De Molen op de Kamp (41) in Heelsum
Jan Daniesl Schut bleef met zijn vrouw Tijsjen Lamberts in Ugchelen wonen en werken, en liet de Heelsumse molend over aan zijn schoonzoon Jan Wegenaar, die kort tevoren getrouwd was met zijn dochter Jenneke. Schut overleed circa 1716 en toen zal de verdeling hebben plastgevonden waarbij elk der drie kinderen 1/3 part in beide molens kreeg.
Die kinderen waren de docher Janneke, gehuwd met Jan Claassen Wegenaar, de dochter Gijsbertje gehuwd met Cornelis Meijerink, en de zoon Daniël, gehuwd met Stijntje Claas van Amersfoort. Daniël Schut volgde zijn vader op in de Ugchelse molen, Meijerink was papiermaker op de eerste Tiemensmolen in Wormingen, en aan Wegenaar viel de taak toe, zich met de Heelsumse molens te occuperen.
Tot 1728 heeft Wegenaar zijn werk kennelijk alleen met knechts verricht, maar in april 1726 verkocht Daniel, in mei 1728 Gijsbertje hun aandeel voor respectievelijk 933 en 1000 gld aan meester Maas Sanders Trijl en Wendelina Gerrits van Munster, echtelieden. Hun aandeel in de molen in de Veentjes bleef voorlopig nog in de familie. Wegenaar concentreerde zich nu meer op deze molen, en liet de molen op de Kamp over aan Maas Trijl. Maas Sanders Trijl was papiermaker geweest op de Kleine Bazemolen in Ugchelen; zijn vrouw Wendelina van Munster was eerder getrouwd geweest met Willem Cornelis Meijerink. Zij kwamen in 1726 naar Heelsum met een zoon uit haar eerste huwelijk, Reiner Willems Meijerink. De vrouw overleed in maart 1731, waarna Maas Sanders in moeilijkheden kwam. In maart 1734 moesten zijn goederen wegens schuld publiek worden verkocht. Wegenaar was ook bereid zijn aandeel van 1/3 te verkopen en zo kon op de veiling de gehele molen onder de hamer komen. Koper voor 2100 gld werd mr. Lambert van Eck, burgemeester van Arnhem.
De staat van Trijls boedel noemt bijna 4400 gld aan hypothecaire schulden, 2400 gld schuld aan de lompenleverancier Jan Everts Vierevant, en onder andere 425 gld die hij schuldig was aan zijn stiefzoon Reinder, die als knecht op de molen werkte.
Reinder Willems Meijerink | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1734 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anneke Gerrits |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.