De papiermolens in de provincie Geldeland, alsmede in Overijssel en Limburg, door H.Voorn
De derde molen op Klein Hattem, later genoemd de Bouwhof, no 91, blz. 391
In 1731 wordt de zoon van Jan Willems Schut, genaamd Willem Paul (Jansen) Schut, papiermaker op de molen Klein Hattem genoemd. De molen was verpacht, want als in 1734 wegens een betrekkelijk kleine schuld aan de goederen van Marritje Veenhuysen, weduwe van Jan Willems Schut, wordt gepeind, dan wordt gezegd, dat de papiermolen eigendom van de weduwe en de kinderen was, maar wordt gebruikt door Rijk Pannecoeck. Deze Rijk (Rik of Hendrik) Pannekoek, getrouwd met Janna Teunis, heeft tot circa 1742 op Klein Hattem gezeten. De peinding kwam voort uit twee leningen van respectievelijk 150 en 200 gld, waarover jaren lang geen rente was betaald. De leningen waren door Jan Willems Schut in 1696 en 1701 verkregen van de scholtis Johannes Otters; de peinding geschiedde door diens weduwe Johanna Hendrina van Brienen. De zaak zal wel zijn geregeld.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.