Hij had een relatie met Hendrikje Bos.
De relatie startte.
Kind(eren):
In zijn leven heeft Jan Strampel vele functies in de maatschappijvervuld.
Al op 12-jarige leeftijd, zo van school, ging hij mee om riet tesnijden. Dat was in 1902 en het riet snijden gebeurde toen anders dantegenwoordig met het zgn. rietsnit. Het riet moest toen ook met de handworden gebonden, dat gebeurt nu machinaal.
Van 1907 tot 1916 was hij turfmaker bij de Tjonger in Delfstrahuizen,waar veel veenderij was. Hij maakte lange dagen, om 3 uur ging dewekker. "We werkten tot het 's avonds donker was. Dan naar huis om teeten en direct naar bed. Het was een vermoeiend leven."
Van 1916 tot 1918 was hij in militaire dienst en werd daar tot sergeantopgeleid. Na de diensttijd werd hij bedrijfsleider bij de fa. Slump."Dat was wel een leuke tijd", vindt Jan Strampel, die in 1922veldwachter werd in Lemsterland. "Je kon eerst zonder papieren wordenaangesteld, maar je moest wel leren om je diploma te behalen. Dat hadik binnen een jaar in mijn bezit". Volgens hem was het politievak, watbetreft de persoonlijke inzet, toen moeilijker was dan tegenwoordig. Perfiets moesten alle uithoeken van de gemeente Lemsterland worden bezocht/"Ik heb in die 27 jaren met drie collega's samengewerkt: Verbeek, Harmen Hans Poepjes", weet Strampel te vertellen.
Als politieman is hij niet vaak in moeilijkheden geweest, want zestonden hun mannetje wel. Uiteraard was het in de bezettingsjaren1940-1945 moeilijk werken en dat waren niet de plezierigste jaren. In1949 ging hij met pensioen, maar stilzitten was er toen niet bij.
Hij heeft nog verschillende baantjes gehad. Zo moest hij lantaarnsopsteken en daarbij op de fiets door de gemeente, met een ladder bijzich en bij de verschillende vaarten langs, in weer en wind en bijduisternis.
Hij had meerdere baantjes, meter opnemen, hooi-inspectie, volkstelling,huur ophalen voor een honderdtal woningen, veetelling enbrandverzekering.
Dat werk deed hij tot zijn tachtigste verjaardag, toen vond hij hetwelletjes.
Jan Strampel vindt, dat hij weliswaar een bewogen, maar toch redelijkgoed leven achter de rug heeft. Hij is op zijn 91e jaar, volgens zijnzeggen, nog goed gezond en spit zelf de tuin achter zijn woning nog om.Elke dag fietst hij, bij redelijk weer, nog zo'n 25 km door Echten,Bantega, Schoterzijl en over de Veendijk weer naar huis.
(Zuid-Friesland, 1982)
In zijn leven heeft Jan Strampel vele functies in de maatschappijvervuld.
Al op 12-jarige leeftijd, zo van school, ging hij mee om riet tesnijden.
Dat was in 1902 en het riet snijden gebeurde toen anders dantegenwoordig met het zgn. rietsnit. Het riet moest toen ook met de handworden gebonden, dat gebeurt nu machinaal.
Van 1907 tot 1916 was hij turfmaker bij de Tjonger in Delfstrahuizen,waar veel veenderij was. Hij maakte lange dagen, om 3 uur ging dewekker. "We werkten tot het 's avonds donker was. Dan naar huis om teeten en direct naar bed. Het was een vermoeiend leven."
Van 1916 tot 1918 was hij in militaire dienst en werd daar tot sergeantopgeleid. Na de diensttijd werd hij bedrijfsleider bij de fa. Slump."Dat was wel een leuke tijd", vindt Jan Strampel, die in 1922veldwachter werd in Lemsterland. "Je kon eerst zonder papieren wordenaangesteld, maar je moest wel leren om je diploma te behalen. Dat hadik binnen een jaar in mijn bezit". Volgens hem was het politievak, watbetreft de persoonlijke inzet, toen moeilijker was dan tegenwoordig.Per fiets moesten alle uithoeken van de gemeente Lemsterland wordenbezocht/ "Ik heb in die 27 jaren met drie collega's samengewerkt:Verbeek, Harm en Hans Poepjes", weet Strampel te vertellen.
Als politieman is hij niet vaak in moeilijkheden geweest, want zestonden hun mannetje wel. Uiteraard was het in de bezettingsjaren1940-1945 moeilijk werken en dat waren niet de plezierigste jaren. In1949 ging hij met pensioen, maar stilzitten was er toen niet bij.
Hij heeft nog verschillende baantjes gehad. Zo moest hij lantaarnsopsteken en daarbij op de fiets door de gemeente, met een ladder bijzich en bij de verschillende vaarten langs, in weer en wind en bijduisternis.
Hij had meerdere baantjes, meter opnemen, hooi-inspectie, volkstelling,huur ophalen voor een honderdtal woningen, veetelling enbrandverzekering.
Dat werk deed hij tot zijn tachtigste verjaardag, toen vond hij hetwelletjes.
Jan Strampel vindt, dat hij weliswaar een bewogen, maar toch redelijkgoed leven achter de rug heeft. Hij is op zijn 91e jaar, volgens zijnzeggen, nog goed gezond en spit zelf de tuin achter zijn woning nog om.Elke dag fietst hij, bij redelijk weer, nog zo'n 25 km door Echten,Bantega, Schoterzijl en over de Veendijk weer naar huis.
(Zuid-Friesland, 1982)
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.