Genealogie Visser Lemmer » Wiebe Klazes Bergsma (1873-1970)

Persoonlijke gegevens Wiebe Klazes Bergsma 

  • Hij is geboren op 2 mei 1873 in Goïngarijp.
  • Registratie van geboorte op 3 mei 1873.Bron 1
  • Beroepen:
    • van 1892 tot 1894 militair (foerier, oppasser van de rustkamer).
      bij 4e bataljon 4e compagnie infanterie Oranje Nassau kazerne
    • van 6 maart 1893 tot 5 maart 1900 militair.Bron 2
      wegens expiratie ontslagen. Wiebe had lot nr. 9
    • vanaf 1894 boereknecht bij J.Sipkema te Broek (bij Joure).
    • vanaf 1900 melkveehouder.
      met als bijwerk melkvaarder, windmolenbediende
  • Woonachtig:
    • vanaf 1875: Graverij, Snikzwaag.
    • vanaf 1900: Lyts Urk, Joure.
    • vanaf 1909: Snikzwaag.
      bij geboorte Bouwe
    • van 1928 tot 1963: Straatweg 1 (Eesterga 20).Bron 3
      ouderlijk boerderij van Geertje Koopmans met 9 ha. grond
    • van 1963 tot 1967: Langestreek 49, Lemmer.
      bij Wiebren Brouwer en dochter Jacoba Brouwer-Bergsma
    • van 1967 tot 1970: Bejaardencentrum Suderigge, Lemmer.
      Wiebe was een van de eerste bewoners van het Lemster tehuis
  • Hij is overleden op 7 juli 1970 in Lemmer, hij was toen 97 jaar oud.
    Uit mededelingenblad Geref. Kerk Lemmer:
    Wiebe Bergsma was sinds kort ons oudste gemeentelid; hij bereikte de hoge ouderdom van 97 jaar.
    Een lang en zeer werkzaam leven, vol van vreugden, vol van zorgen. Als ik met hem sprak over de geloofszekerheid, die wij in Christus mogen hebben en de toekomst welke in zijn opstanding voor ons gebaand is, kon hij een rijk getuigenis daarvan geven. Hij verstond ook de kunst, in zo'n gesprek de pastorale rollen Om te keren; op mij wijzend vroeg hij dan "Hebt u dat zelf ook wel altijd, die zekerheid, in leven en sterven het eigendom van Jezus Christus te zijn?"
    Hij leefde sterk uit Gods genade en wist wel dat zijn dominee in niet mindere mate daarvan afhankelijk is. Het is een verkwikking een mede-christen te ontmoeten met een echt bijbelse bezorgdheid om het heil van de ander, en bovendien zó vol van humor als Bergsma altijd was.
    Tot de laatste dag mocht hij helder van geest blijven.
  • Hij is begraven in Eesterga.
  • Een kind van Klaas Douwes Bergsma en Jacoba Jans van Wijngaarden
  • Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 29 april 2024.

Gezin van Wiebe Klazes Bergsma

Hij is getrouwd met Geertje Hendriks Koopmans.

Zij zijn getrouwd op 17 mei 1900 te Joure, hij was toen 27 jaar oud.Bron 4


Kind(eren):

  1. Klaas Bergsma  1901-1987 
  2. Hendrik Bergsma  1902-1983 
  3. Jacoba Bergsma  1904-1999 
  4. Aukje Bergsma  1905-1962
  5. Folkert Bergsma  1907-1992
  6. Douwe Bergsma  1908-1994 
  7. Bouwe Bergsma  1909-1986
  8. Jan Bergsma  1911-2005
  9. Marten Bergsma  1914-1997
  10. Gerben Bergsma  1917-2010


Notities over Wiebe Klazes Bergsma

Beknopte levensbeschrijving van

Wiebe Bergsma
en
Geertje Koopmans

We dienden beiden in Broek bij Joure bij boeren. In die tijd was genoemd dorp nog volkomen geïsoleerd. Verbindingswegen waren er niet Alleen waren er voetpaden langs de vaart met vlonders over sloten en belemmerd door hekken. Het meeste verkeer was over water en in de winter over ijs. Dit was nog in de tijd dat de boeren zelf hun zuivel bereidden, en daarom meer werkkrachten nodig hadden dan tegenwoordig. De meeste hiervan waren ongetrouwde jon-gens en meisjes. Het hiervoor g.n. isolement bracht mee, dat men een nauwer verband had in de gemeenschap door vriendschap, wat bij ons verkering werd.
In 1894 was ik afgezwaaid als militair en werd weer boerefeint bij J. Sipkema. Het meisje dat ik had voor ik in militaire dienst ging, was intussen al getrouwd en zag ik om naar een ander. Onze verkering duurde van 1894, met een kleine onderbreking, tot 1900 toen wij besloten te trouwen. Van ons jaarsalaris van f 200,00 hadden we zoveel gespaard, dat we dachten 8 koeien te kunnen kopen.
Toen mijn moeder begrepen had, dat wij trouwplannen hadden en koumelker wilden worden evenals zij, had die ook al een plan bedacht (Mijn broer Gerben, welke met haar werkte, ging naar Duitsland). Vader was in 1895 door een ongeluk om het leven gekomen. Zij stelde voor om haar huis en koestalling zoveel te veranderen, dat er 2 bedrijfjes uitgeoefend konden wor-den. De verbouwing moest f 300,00 kosten en wij konden het huren voor f 100,00 per jaar. Met dit voorstel gingen wij akkoord. De jongelui van tegenwoordig zouden er niet aan gedacht hebben om in zo' n woning te beginnen, maar wij zijn erin gekropen. Het materiaal, dat voor de verbouwing was gebruikt was van een afgebroken oude boerderij. Het woongedeelte was klein en toen er na verloop van tijd kinderen bij kwamen, was het soms inderdaad "inkruipen". In de bedsteden waren kribben, welke ook gebruikt zijn.

Vermoedelijk is Vaders beschrijving geschiedkundig niet geheel juist. Voorzover ik weet zijn onze ouders toen ze getrouwd zijn, eerst naar Joure gegaan, tegenover de Torenstraat-brug. In een steegje hadden ze een huis met stalling gehuurd. Folkert Bergsma.

Het begin was, als bij zovele, moeilijk. 's Morgens vroeg op, eerst de koeien voeren en melken, de mest eruit rijden. Vervolgens boterham eten en naar het land om gras voor de beesten te halen. Om bij het land te komen moest ik 1 uur roeien met de schouw en dan het andere werk nog. Al spoedig kwam daar de hooioogst bij. Het maaien deed ik zoveel mogelijk zelf, om de kosten van help uit te sparen. De lonen waren niet hoog, maar de verkoopsprijs van melk was ook laag. 's Winters zocht ik bijwerk voor extra verdienste. 10 Cent per uur was het loon. Tevens was ik melkvaarder voor 2 buren naar de Lege Walden. Voor mijn buurman Minne Ruurds de Jong bediende ik vaak de windmolen zowel bij dag als bij nacht Dit was voor dat het Provinciaal Stoomgemaal te Tacozijl in bedrijf was. Daar het boezemwater nog niet voldoende geregeld kon worden, was er dikwijls gevaar, dat de polder van Snikzwaag onder water zou lopen. Om dat te voorkomen was ik door het polderbestuur verzocht toezicht te houden op de polderdijken en de zwakke plekken te versterken. Ook Zondags ging ik nog wel op verkenning uit Niettegenstaande deze voorzorgsmaatregelen en meerdere werkkrachten konden wij niet voorkomen dat op 12 Jan.1916 's nachts om 12 uur de dijk werd doorbroken en liep de polder vol water. Na de dijken weer hersteld te hebben kon op 2O Jan. begonnen worden het water uit te malen met de 5 molens welke beschikbaar waren. De molens gingen dag en nacht en werden 's nachts bediend door 2 man, welke f 2,00 per persoon verdienden. Doordat er bijna altijd voldoende wind was gelukte het om het overtollige water op 19 feb. te hebben verwijderd. Enige jaren later werden de 5 windmolens vervangen door een grote windmotor, welke automatisch was en weinig of geen toezicht nodig had.
Tot zover de beschrijving over de strijd voor het dagelijks brood, waarvoor ook iedere dag ons gebed opging tot onze Vader die in de hemelen is in de naam van zijn geliefde zoon als onze schuld ovememende borg dat belijdend, en ook de roeping om onze weg wel aan te stellen met de zinspreuk 11 Bid en Werkt". En waar dit werk al was het soms zwaar en moeilijk ons steeds in allerlei vorm werd aangeboden, hebben wij dit altijd met blijdschap aanvaard, als een gave Gods voor onze broodwinning. Des niet tegenstaande, was het wel eens moeilijk, en inzonder-heid na de geboorte van Aukje toen de vrouw door een zwerende borst hoge koortsen kreeg. Door dokter Driesen daar thuis aan geopereerd. Nadien was de toestand zorgelijk en werd voor het behoud van haar leven gevreesd. De Heer verhoorde onze gebeden, welke voor haar behoud en herstel werden gezonden. De familie nam de zorg voor de kinderen op zich en haar zuster Neeltje kwam om haar te verzorgen en met diens liefdevolle zorg en voeding kwam zij er weer bovenop en konden we weer samen verder. De strijd om het dagelijkse brood eiste veel inspanning tot 1914 toen de eerste wereldoorlog uitbrak. Eerst leek het of alle inkomsten afge-sneden zouden worden, maar spoedig nam dat een keer en werden de inkomsten verdubbeld. Dit stelde ons in staat om de gepaard gaande duurte en schaarste van de noodzakelijke levens-behoeften te over komen. Brandstof was schaars en duur. De zuivelfabriek had een party hout gekocht en verdeelde dat onder de leden voor een hoge prijs, terwijl de kwaliteit slecht was. Voor een knot garen kon men uren in de rij staan. R. de Hoop had op hoog bevel land moeten scheuren en zijn vrouw, tante Neeltje, zorgde dat wij daar ook van profiteerden. 's Avonds na afloop van het werk haalde ik het van den Noed, waar zij woonden. Eens ging ik met een gla-zen wagen, bereidwillig door een buurman verstrekt, voor een party aardappels en bruine bonen. De zuivelfabriek zorgde voor een behoorlijk kwantum boter. Ik herinner me dat we soms 3 keer per dag bruine bonen met wat boter aten. 's Morgens een paar sneetjes zwart brood met melk, en toch zo gezond.
Met maaien en hooien was het ook moeilijk, door een tekort aan werkkrachten ten gevolge van de dienstplicht van de jongere generatie. De regering trachtte wel om hierin tegemoet te komen door werkverlof voor de militairen. Soms waren ze nauwelijks thuis, dat ze weer opgeroepen werden omdat de toestand kritiek leek. Ook hielp de een de ander zoveel mogelijk met het werk.
Wij werkten veel samen met mijn broer en een buurman P. Kooiker en deden ons uiterste best elkander zoveel mogelijk te schikken en bereikten we dat we ons werk zoo' n beetje op tijd klaar kregen.
Nadat in 1918 de oorlog afgelopen was, kwamen voor velen de moeilijkheden. De huren waren hoog voor het losse land, maar ook de koopprijzen werden hoog opgedreven, omdat de opbrengsten van het bedrijf hoog waren. Deze toestand bleef bestaan tot 1921. Toen kwam er een kentering. De prijzen van het vee daalden evenals de melkprijzen, doch de huren bleven hoog. Wij waren, ik noem mijzelf maar eerst, omdat je je eigen dwaasheid het beste gevoeld, en velen met mij, niet tegenstaande de heer Schiere, directeur van de zuivelfabriek gedurig waarschuwde voorzichtig te zijn. Er werd toen nog winst gemaakt en kocht ik er een paar koeien bij. Het zou verstandiger zijn geweest dit geld te hebben gespaard. De inkomsten verminderden terwijl de huren hoog bleven moesten deze koeien weer verkocht worden om de huur te kunnen betalen. Ik had indertijd een kalf van een goede koe aangezet, maar toen het klaar was, was de opbrengst slecht en moest daarom worden verkocht, voor een prijs die lager was, dan ik had kunnen krijgen toen het nog een kalf was. Dit als een voorbeeld aangehaald. Vele boeren met huwbare kinderen, kochten een boerderij. Och waarom niet, geld speelde geen rol. Maar toen er slechtere tijden kwamen moest de een na de ander weer verkopen. Ik zal geen namen noemen, doch inderdaad flinke boeren, maar mee gezogen door de geest van de tijd. Ook voor de meeste huurboeren was het toen een moeilijke tijd. Dit reflecteerde zich ook in de financiële positie van de kerken, welke ik mede beheerde. Later krijgt men dan te horen: "Er moest dit en dat gedaan zijn".
Het heeft weinig zin dit in een tijd van hoogconjunctuur te vertellen, maar het kan verkeren zei Bredenrode.
In 1928 zijn we naar het ouderlijk huis van moeder de vrouw verhuisd, na 5 jaar bij Joure op Lyts Urk te hebben gewoond. Dat waren niet de slechtste jaren in ons lange huwelijksleven, maar ja distelen en doornen vindt men overal. De vreugde weer in Eesterga haar tehuis, van een niet te rooskleurige jeugd, gaf ook al spoedig weer moeilijkheden. De beruchte 30-tiger jaren, staan voor velen met zwartkool getekend. 20 Jaar hebben wij daar lief en leed mogen doormaken. Moeder de vrouw niet sterk, maar wel met zelfopofferende liefde haar geven voor mij en onze kinderen met hun verschillende karakters. Veel van haar buurvrouw en meisjes gehad. In 1939 waren Bouwe en vrouw ter hulpe gekomen uit Nederhorst ten Berg.
Spoedig werd het openbaar, dat onze naaste buren oorlogszuchtig waren onder aanvoering van Hitler, die niets en niemand ontzag om zijn eerzuchtig streven te bevredigen. Zijn begerige ogen waren ook op Nederland geslagen en men bleef in spanning toezien, totdat op 10 mei 1940 de inval plaats vond. 5 Dagen hebben onze jongens met levensmoed gevochten. Helaas de overmacht en verraad waren te groot zodat capitulatie een einde aan de ongelijke strijd maak-te. Onze geliefde koningin Wilhelmina vluchtte naar Engeland. Die tijding gaf een schok aan ons volk. Persoonlijk kon ik dit ook moeilijk verwerken. Later bleek het, dat het juist gezien was. 5 spannende jaren volgden. Toch waren de 30-tiger jaren, speciaal voor mijn vrouw nog tragischer, doordat de hypotheek op de boerderij werd opgevraagd en de boerderij en land onder verkoop kwam. De notaris en hypotheekhouder ontvingen dreigbrieven van onbeken-den. Dit had tot gevolg dat de notaris met een aanbod kwam om alle panden niet te combine-ren, waardoor wij de kans kregen de gebouwen terug te kopen. Een teleurstelling voor een van de bieders. Hij heeft dat perceel land 1 jaar met jongvee geweid en toen konden we het weer huren. De koper van 2 andere stukken land, Jelte Dijkstra, gaf de gelegenheid het in huur te houden. Toen moeder de vrouw na een korte tijd, zeer begrijpelijk, daarover haar verdriet uit-sprak, zei onze Marten: "Moeder moet het anders zien. Het is over geheel Europa slecht en voorlopig is het voor vader en moeder, door lage huren beter".
Gelukkig kon er toen gekocht worden, wat we nodig hadden, wat haar zwakheid ten goede kwam. Zo hebben we voort kunnen gaan tot 15 januari 1948 toen de slepende ziekte een einde maakte aan haar bestaan.
Enkele dagen voor haar heengaan beleed ze: "Ik heb Jezus lief, omdat Hij lief heeft". Dit was de eerste morgen na haar verscheiden, bij het ontwaken, door mijn tranen heen tot grote dankbaarheid, dat zij zo van mij (ons) was heengegaan.
Dit gebeuren bracht een enorme verandering in mijn leven. Zolang samengeleefd in de ruimste zin van het woord, van 1894 tot 1948.
Wij hadden afgesproken, wie ook mocht overblijven, als het enigszins mogelijk was, op zichzelf te blijven, niet het huis verlaten en bij de kinderen in te gaan. Op aandringen van de kinderen ben ik in april een tijdje in Frankrijk geweest, want in eigen huis was leegheid, welke moeilijk te overkomen is. In 1963 toen Bouwe & Hinke een boerderij in Duitsland hadden gepacht en ons bedrijf was verkocht, ben ik op 31 mei naar mijn kinderen (Wybren en Coba) in Lemmer verhuisd. Natuurlijk was dit niet een gemakke-lijke overgang. De Lemmer was mij goed bekend, waar ik vele jaren in kerkelijke zaken bezig was geweest. De verandering was echter zo groot. Het buitenleven verwisseld met het leven in een dorp. Het heerlijke nachthokje met de kwast mistte ik zeer erg, maar ook de boerderij, waar altijd wat te knutselen was. Men was dat nietsdoen niet gewoon en was moeilijk aanpassen.

Autobigrafie van Wiebe Klazes Bergsma
Lemmer, 23 december 1963
Bron: Homepage Eelco Bergsma

Bron: Telegraaf 27-7-1953

WIEBE BERGSMA (80 JAAR) ZOCHT BUURMAN OP
Bereisde Fries trok zwijgend door V.S. Met briefje van dominee vroeg hij naar de weg. Na 4 maanden nog geen woord Engels
(Van onze correspondent.) NEW VORK, 25 Juli. — De lange arm van het toeval plaatste ons vanmorgen vroeg in de forensentrein naar New Vork naast een wereldreiziger van formaat, Wiebe Bergsma, een voormalig veehandelaar uit Eesterga (Fr) .i. Wiebe. op zijn 80ste jaar nog even ondernemend en niet minder welgemoed als in de jaren toen hij actief zaken deed, had sedert April van dit jaar Amerika en Canada tn lengte en breedte bereisi. Hij was eerst naar zijn broer gereisd in Racine, Wisconsin. die hij in geen zestig jaar gezien had.

NOG EEN OMMETJE
Daarna was hij naar Canada gegaan, naar Alberta. waar een van zijn dochters sedert korte tijd met haar gezin woonachtig is. Nu had hij daar best kunnen blijven tot de dag vóór de „Westerdam" van de Hoiland-Amenka Lijn hem naar Nederland zou terugbrengen. Maar Wiebe Bergsma gevoelde de behoefte een oudbuuiman op te zoeken, het gezin Hofstee, dat in Blairstown. New jersey, woont. Om toch vooral misverstanden te voorkomen, had dochter Bergsma, in Canada, een telegram naar de Hofstee's gezonden. Zij had daarin bericht, dat haar vader deze ochtend om negen uur in de ochtend te New Vork" zou arriveren. New Vork heeft twee hoofdstations. Grand Central en Pennsylvania, plus nog een paar dozijn belangrijke stations buiten Manhattan. Het zoeken naar een bezoeker, die te New Vork" arriveert, komt dus overeen met de jacht op de veelbesproken speld in een hooiberg.

VRIJGELEIDE
Na een lange nacht in de trein van Toronto. die bij Flemington Junction een forensenlocaaltje wordt, voel Wiebe Bergsma de behoefte om zich over dat grote New Vork iets meer te oriënteren. Ondanits zijn vier maanden in het Westeiijk Halfrond spreekt Wiebe geen woord Engels. Dus stak hij de passagier op de bank naast zich — dat was uw correspondent — een door dominee Hoekstra in Canada met de hand geschreven paperas toe, waarop stond vermeld wie hij was, waarheen hij op weg was en dat elke hulp hem verleend op hoge prijs zou worden gesteld". Wiebe Bergsma viel bijna van de bank van verbazing, dat iemand zijn eigen taal met hem sprak. Hij had heel wat van Amerika gezien — een machtig mooi land, vond hij. En Canada was een land met vette klei en dikke toekomstmogelijkheden voor emigranten. Maar dat overstappen in New Vork — daar zag hij wel wat tegen op. Waar zou hij de familie Hofstee vinden aan dat grote station? En wie zou er voor zijn zware koffers zorgen? Wiebe Bergsma is zo'n gezellig en verstandig prater en toonde zich zo geïnteresseerd in het deel van de reis, dat van het boerenland van New Jersey overgaat naar het super-geindustrialiseerde deel van het land om New Vork, dat wij ons met genoegen over hem ontfermden en samen, op Pennsylvania-station aangekomen, naar de Hofstee's gingen zoeken.

TRAVELERS AID
Wat niet meeviel. Want waar wij keken, Wiebe Bergsma's gezicht verhelderde niet door het herkennen van de bevriende gestalte van zijn buurman. Aid", een van die onbezongen, doch onmisbare organisaties, die men aan elk groot Amerikaans station aantreft, bracht uitkomst. Daar konden wij vader Bergsma met een gerust hart achterlaten. Men zou hem op weg helpen. Het was net makkelijk, dat er een dame op post zat, wier voorouders uit Nederland kwamen. Zij begreep Nederlands heel goed. zei ze. Misschien lag het aan Wiebe Bergsma's accent, maar de conversatie kwam niet verder dan een knap uitgesproken JA van haar kant en een ver-Amerikaanst „Denk-joe" van de oude baas.

AFSPRAAK
Wij waren om negen uur in de ochtend gearriveerd. Tot 3 uur 's middags was Wiebe Bergsma de gast van de organisatie. Ziet u: Blairstown. waar de Hofstee's wonen, is maar een heel klein dorpje, waar slechts een enkele trein stopt en geen busdienst doorgaat. Telefoon hebben de Hofstee's niet nodig. Dus richtte ..Traveler's Aid" een oproep tot de staatspolitie van New Jersey (Blairstown zit blijkbaar ook al zonder gemeentepolitie), die een snelle motoragent naar boer Hofstee zond. Na enige tijd kwam er bericht terug, dat de Hofstee's hun gast aan het station van Biairstown in de late namiddag zouden opwachten.

CONSULAIRE HULP
Waarop de „Traveler's Aid"- mensen met veel "ja's" en weinig ander Nederlands Wiebe Bergsma trachtten duidelijk te maken hoe hij met taxi, bus en trein naar Blairstown zou kunnen komen. Wat alweer niet meeviel. Men belde dus het Nederlandse consulaat, waar de telefoniste, Henny van Driel uit Rotterdam, de eerste (taalkundige) hulp verleende. Maar het werd wenselijk, dat een van de leden van de staf in eigen persoon dit alles ging uitleggen aan de langzamerhand wat zenuwachtig geworden Wiebe Bergsma. De heer Gomez de Mesquita spoedde zich naar hem toe en enkele ogenblikken later begon Wiebes reis per taxi naar de bus, waar een vrijwilligster van "Traveler's Aid" hem op de bus zette naar het station in Hoboken, waar weer iemand anders klaar stond om hem veilig in de trein te loodsen, totdat in Blairstown de Hofstee's hem in hun armen zouden sluiten. Wij vroegen Wiebe Bergsma of hij al dat gereis niet vermoeiend en vervelend vond en of hij, wanneer hij eind van de maand in Nederland terugkomt, niet wat rust gaat nemen. „Geen sprake van," zei hij vief. „Ik heb een zoon in Frankrijk. Daar ga ik elk jaar naar toe en daar wil ik dit jaar niet op het appèl ontbreken."

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Wiebe Klazes Bergsma?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Wiebe Klazes Bergsma

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Wiebe Klazes Bergsma


    Toon totale kwartierstaat

    Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

    • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
    • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
    • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



    Visualiseer een andere verwantschap

    Bronnen

    1. aktenr. 47
    2. huwelijksbijlagen
    3. Autobiografie W. Bergsma
    4. aktenr. 16

    Aanknopingspunten in andere publicaties

    Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

    Over de familienaam Bergsma

    • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Bergsma.
    • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Bergsma.
    • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Bergsma (onder)zoekt.

    Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
    Hillebrand Visser, "Genealogie Visser Lemmer", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/genealogie-hillebrand-visser/I359.php : benaderd 5 mei 2024), "Wiebe Klazes Bergsma (1873-1970)".