Plaats: Baarn
Deze foto kreeg ik van Sandra Barth. Zij was op zoek naar haar oma's en vond in mijn stamboom Jannetje van Steenbergen, de moeder van Evertje Meijer.
De kinderen zijn: Gerrit (1887), Jannetje (1888), Maarten (1890), Evert (1892), Jan (1895), Cornelis Petrus (1897) en de tweeling Hendrientje en Evertje (1901).
OBJE
FORM jpg
FILE C:\Legacy7\Pictures\gezin geijtenbeek-meijer.jpg
TITL gezin Jan Geijtenbeek & Evertje Meijer
_SCBK Y
_PRIM Y
_TYPE PHOTO
Plaats: Baarn
Kind Jan Geijtenbeek
Vader Gerrit Geijtenbeek
Moeder Maartjen Koestapel
Plaats Baarn
Geboortedatum 27-08-1862
Amersfoort Akte Jaar 1862 Nummer 59
Plaats: Amerongen
Bron Burgerlijke stand - Huwelijk
Archieflocatie Het Utrechts Archief
Algemeen Toegangnr: 481
Inventarisnr: 196
Gemeente: Amerongen
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 1
Datum: 11-02-1886
Bruidegom Jan Geijtenbeek
Leeftijd: 23
Geboorteplaats: Baarn
Bruid Evertje Meijer
Leeftijd: 21
Geboorteplaats: Amerongen
Vader bruidegom Gerrit Geijtenbeek
Moeder bruidegom Maartjen Koestapel
Vader bruid Evert Meijer
Moeder bruid Jannetje van Steenbergen
Plaats: Baarn
Baarn is een gemeente en stad in de Nederlandse provincie Utrecht, gelegen aan de rivier de Eem. De totale gemeente telt 24.286 inwoners (30 november 2008, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 33,03 km² (waarvan 0,46 km² water). Een inwoner van Baarn wordt een Baarnaar genoemd.
Geschiedenis
Baarn ligt in het midden van Nederland op de grens van de provincies Utrecht en Noord-Holland, aan de enige rivier die van bron tot monding op Nederlands gebied ligt, de Eem. Al vanaf 8000 tot 4500 v.Chr. heeft de mens zich in de omgeving van de rivier opgehouden. Het bewijs hiervoor is geleverd door enkele duizenden stuks vuursteen die bij een viertal archeologische onderzoeken zijn gevonden.
Voor de oorsprong van het dorp Baarn moeten we terug naar de twaalfde eeuw. In die tijd werden de bestaande dorpen te klein, mede door de kruistochten, de handelsbetrekkingen met andere regio's en de groei van de bevolking. Doordat elk dorp in grote mate in eigen behoefte voorzag, moest men over een omliggend gebied van voldoende grootte beschikken, bijvoorbeeld om in de behoefte aan brandstof te voorzien of om het vee te kunnen weiden. In en rond de twaalfde eeuw ontstonden daardoor vele nieuwe nederzettingen, waaronder waarschijnlijk ook het huidige Baarn. De eerste nederzetting, die in de omgeving van de Leestraat lag, zal uit maximaal een twintigtal boerderijen hebben bestaan. Pas in de veertiende eeuw verplaatst de kern van het dorp zich in de richting van de Brink, waar in de eerste helft van diezelfde veertiende eeuw de Pauluskerk is gebouwd.
De oorsprong van de naam 'Baarn' geeft nog steeds veel stof tot discussie en heeft nog steeds niet tot een bevredigend antwoord geleid. Het meest voor de hand liggend lijkt dat de naam een verwijzing is naar 'een gebied waar veel brandstof te halen of te delven is', (vergelijk 'Barneveld': veld waar brandstof te halen valt). Klinkermethatesis zorgt voor omdraaiing van de r en de a: branden wordt barnen.
Omstreeks 1350 verleent de bisschop van Utrecht de inwoners van Baarn stadsrechten, het recht van zelfbestuur aan het dorp. Het recht van poorterij heeft Baarn nooit gekregen. Baarn heeft daarom nooit een muur of wal om het dorp heen gehad.
Rond 1500 had Baarn negenhonderd inwoners. Een echte groei ontstond tussen het einde van de achttiende eeuw en circa 1830. Toen telde Baarn zo'n 1800 inwoners. Fabrieken werden gevestigd en men bouwde bijbehorende arbeiderswoningen. Zo vestigde zich in 1802, aan de Hoofdstraat, de tapijtfabriek van Scherenberg. In 1807 had de fabriek zo'n driehonderd werknemers in dienst. Ook vestigden zich spinscholen in Baarn en Soest. In een latere periode begon patisserie De Ruyter aan de Brinkstraat 25-27 met de fabricage van haar vermaarde gestampte muisjes.
In de Gouden Eeuw, van 1600 tot 1672, stond Amsterdam centraal in de ontwikkeling van Baarn. Baarn was vergeleken bij het grote Amsterdam slechts een dorp, maar wel een aantrekkelijk dorp voor de hoofdstedelijke kooplieden en patriciërs. Zij lieten tot ver in de achttiende eeuw weelderige zomerverblijven en jachthuizen bouwen op grote stukken land in Baarn. Zoals het lustslot 'Soestdijk', tussen 1674 en 1678 gebouwd door de Amsterdamse burgemeester Cornelis de Graeff, de buitenplaats Groeneveld en ook hofstede 'De Eult', omstreeks 1640 gebouwd door de Amsterdamse burgemeester Johan Bicker op een stuk grond aan de dijk naar Soest. Vermeldenswaard is ook de buitenplaats Pijnenburg, een ontwerp van architect Philips Vingboons, gebouwd in 1647 voor de rijke weduwe Sara de Wael.
De plaatselijke middenstand breidde fors uit. Kruideniers, meubelmakers, bloemisten, kledingontwerpers en schoenmakers stelden hun diensten ter beschikking. Zij etaleerden hun producten en zo ontstond een nieuw verschijnsel: de winkelstraat. Oude woonstraten als de Laanstraat, Brinkstraat, Nieuwstraat en Nieuw Baarnstraat kregen een winkelfunctie en niet voor niets kreeg de Laanstraat als bijnaam: Baarnse Kalverstraat. De Laanstraat is overigens in 1876 genoemd naar de eerste burgemeester van Baarn, mr. J.C.G.C. Laan.
Na de aanleg van de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort in 1874, nam de handel en industrie toe en werd Baarn van een agrarisch dorp een villadorp. Veel welgestelde mensen, grotendeels afkomstig uit Amsterdam, kwamen zich hier tijdens de zomermaanden of permanent vestigen en lieten ruime villa's bouwen op grote kavels, net als in andere plaatsen van het Gooi. Vele families die in het buitenland (Indië) rijk waren geworden, kozen Baarn als hun laatste aardse woonoord. Hier konden ze in alle rust, omgeven door weiden en heidevelden, genieten van hun laatste levensjaren. Dat gaf Baarn de macabere bijnaam "het groene graf". Baarn kreeg zelfs een drukbezocht badhotel, dat door de beroemde architect Berlage in 1887 werd gebouwd (behalve het in 1984 weer gesloopte torentje).
Het gemeentewapen van Baarn is in heraldische termen: 'een gouden bisschop op een veld van azuur (geel op blauw)'. Het is een voorstelling van Sint Nicolaas, de patroon van de middeleeuwse Baarnse geloofsgemeenschap, het kerspel of parochie. De geschiedenis van dit wapen gaat terug tot de veertiende eeuw, toen Baarn stadsrechten kreeg. Men vindt het wapen op de oudste stadszegels. Het wapen werd in 1818 bij Koninklijk besluit officieel vastgesteld.
Dit oorspronkelijke wapen is gedurende ruim honderd jaar vervangen geweest door een ander wapen, voorstellend een man die een steigerend paard aan de teugel houdt. Dit wapen werd in 1867 aangenomen, bij de samenvoeging van Baarn en de Vuursche tot één gemeente. Het duurde tot 1969 voor het Baarnse gemeentebestuur besloot het oude wapen in ere te herstellen, wat vervolgens officieel werd vastgesteld door de Hoge Raad van Adel, die over deze zaken beslist.
OBJE
FORM jpg
FILE C:\Legacy7\Pictures\Baarn_omstreeks_1900.jpg
TITL de Laanstraat in Baarn rond 1900
_SCBK Y
_PRIM Y
_TYPE PHOTO
Plaats: Soest
Bron Burgerlijke stand - Overlijden Archieflocatie Het Utrechts Archief Algemeen Toegangnr: 463
Inventarisnr: 662
Gemeente: Soest
Soort akte: Overlijdensakte
Aktenummer: 92
Aangiftedatum: 19-06-1933
Overledene Jan Geijtenbeek
Geslacht: M
Overlijdensdatum: 18-06-1933
Leeftijd: 70
Overlijdensplaats: Soest
Vader Gerrit Geijtenbeek Moeder Maartje Koestapel
Partner Evertje Meijer
Relatie: gehuwd
Hij is getrouwd met Evertje Meijer.
Zij zijn getrouwd op 11 februari 1886 te Amerongen , hij was toen 23 jaar oud.
_PREF Y
_PREF Y
Kind(eren):
Jan Geijtenbeek | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1886 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Evertje Meijer |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.