Doopgetuige: Maartje Plavier
Hij is getrouwd met Aafje Gerrits Pronk.
Zij zijn op 23 januari 1767 te Texel in ondertrouw gegaan.Bron 2
Zij zijn getrouwdKind(eren):
Notaris Abraham Wentel 1771-1811
954: 2-6-1794 att Jacob Drosthagen, Burg, en Pieter de Vaan, onder Hoogenberg-
Dat zij op Sondag den 15-9-1793, met H vd Merct en desselfs Honden op de lange Jagt zijnde, omtrent op den Middag in de Polder de Waal eenige stukken lands ten z van de Zuider Vogel kooij waaren, wanneer er een Haas rees, welke de loop naar de kooij opnam en door de Honden tot bij of in dezelve vervolgd werd- zonder dat er eenig geschreeuw en geraas, of door de Honden eenig geblaf gemaakt wierd-
Dat de Honden een poos daar na, van t Haas afgeraakt zijnde, bij hunlieden te rug kwamen, waarna zij met elkander naar de Zeedijk afzakten, om het Haas te zoeken, zonder de kooiman gehoord of gezien, veel min eenig gevogelte uit de kooij opgejaagd, of op de wieken gebragt te hebben, waarop zij voor, gedurende en na gemelde Jagt wel hebben opgelet-
Circa 1 uur na gemelde voorval, met H vd Merct te rug gekeerd, gaande met de lange Honden aan den lijst, zonder eenig geraas te maaken, op een goede distantie ten westen van de kooij langs, wanneer zij iemand aan den Noordkant, uit denzelven zagen komen, die bij herhaaling geweldig riep en schreeuwden-
Dat zij merkende, dat het de kooijman Jan Wilkes was, en met zijn geschreeuw hun bedoelde, naar hem toegingen, en tot op een of twee stukken lands van de Vogelkooij genaderd zijnde, verstonden, dat hij onder anderen riep- Wie ben je? Wie hooren de Honden? En Gij moogt daar niet jagen-
Dat H vd Merct hier op Jan Wilkes bedaard zeide, wie hij was, dat het zijne Jagt waar, en daar meede niemand zogt te benadeelen, en t ook niet gedaan had, of deed, dan op welk bezadigd antwoord Jan Wilkes in vloeken en schelden uitborst, en in zijn houding en gedrag zich als een dronken mensch aanstelden-
Dat H vd Merct de gemelde Wilkes daar op toevoegde Gij zijt dronken, doch op welk gezegde meergemelde kooijman, alle geweldigst in drift opstoof, in zijn handen spuwde, en met dezelve, als naar een Mes zoekende, in de zakken tastende, op H vd Merct aanliep, en denzelven tot lijfs verdeediging noodsaakten, zich met den Jagtzweep te verweeren-
955: 4-6-1794 att Arien Koger, oud Burgemeester, en diens zoon Jan Ariensz Kooger, Waal, nabij de Zuider Vogelkooij woonagtig ter requisitie van H vd Merct-
[Dat bovenstaand waar is]- en wel te weeten, dat door deze Jagt geen vlugt vogelen uit de kooij opgejaagd en verdreeven of den kooijman eenige schaaden toegebragt is-
Dat zij, bij t passeeren der Vogelkooij, den kooiman Jan Wilkes, te meermaalen, een groot gerugt van binnen te hebben hooren maaken, en zelf verscheidene reisen snaphaan schooten doen, waar uit zij dan opmaakten, dat Wilkes dronken moest zijn, om dat zij hem in dien staat bij de kooij wel ontmoet was, zelf zo vreeselijk beschonken zijnde, dat hij over 't land tuimelde-
Bron: Irene Maas
---
Uit Den Burg 1622-1830 van Thijs en Miriam Klaassen.
B264 (kad 62) Huis, schuur en erf Achter de Wal (op de Ossenmarkt)
De eigenaar van dit huis moest ieder jaar twaalf stuivers erfpacht aan de gereformeerde kerk betalen.
- 1797 Zoon Jacob Gijsberts Dros(t)hagen erfde het huis van zijn vader. Hij verkocht het voor f 200,- aan Jan Bakker.
Jacob Gijsbertsz Drosthagen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aafje Gerrits Pronk |