(1) Hij is getrouwd met Aaltje Jacobs Bruijn.
Ze zijn in de kerk getrouwd op 13 maart 1740 te de ger. kerk te den Burg, hij was toen 25 jaar oud.Bron 1
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Isele Simons.
Zij zijn op 29 juli 1767 te Texel in ondertrouw gegaan.Bron 2
Zij zijn getrouwd in het jaar 1767 te Texel, hij was toen 52 jaar oud.Drosthagen.
Gijsbert Gijsbertsz Drosthagen (geb. 1715) kwam als dienaar van justitie naar Texel. Hij huwde in 1740 in de gereformeerde kerk te Den Burg met Aaltje Jacobs Bruijn. Het echtpaar had drie kinderen. Hun zoon Jacob was getrouwd met Aafje Gerrits Kalis alias Pronk, dochter van Gerrit Jansz Pronk en Ariaantje Hendriks. Aafje werd gewoonlijk Kalis genoemd, omdat zij opgroeide in het gezin van Jacob Pietersz Kalis, de tweede man van haar moeder. De naam is op Texel niet voortgezet.
(Bron: Texelse Geslachten II)
---
Notaris Zacharias Gravius 1749
22-2-1749 Pieter Jansz Duijnker 31, Pieter Cornelisz Platvoet 25 en Pieter Gerritsz Timmerman- ten versoeke van Gijsbert Drosthagen- dat zij met den req: op 12-1-1749 s'avonts bij elkander sijn geweest ten huijse van Pieter Jansz Duijnke- dat als doen bij haar kwam een Jong schipper met 5 mannen, welke schipper met zijn volk verhaalden dat zij het schip verlaten hadden in het ijs, sittende op de Laan, genaamt de Visser- dat nadat zij met den schipper en zijn volk eenige discoursen gevoert hadden, stont Pieter Cornelisz Platvoet op, en wenkte den req: uijt het volk na buijten, die hem volgde uijt het huijs- dat Pieter Cornelisz Platvoet heeft gesegt dat vermits er avontuur of voordeel stont te behalen, wanneer zij het galjootschip van de schipper konde salveeren, om meer compagnons te zoeken- dat daar op den req: is gegaan na het trekkershuijsje en heeft Pieter Gerritsz Timmerman geroepen-
Dat daar op Pieter Cornelisz Platvoet zeijde, laten wij eens sien off Arien Visser en Hend: C Visser op t Horntje sijn, gaande daar na toe, vonden daar deselve met Corn: Ariensz Zijm, dewelke alle zijn gegaan naar het huijs van Pieter Jansz Duijnker, alwaar met de schipper gediscoureert wierdt-
Jan Platvoet, Arien Dekker en Dirk Jansz Duijnker zijn eerst na middernagt bij haar gecomen in Compagnie
Bron: Irene Maas
---
Uit Den Burg 1622-1830 van Thijs en Miriam Klaassen.
B283 (kad 31) Huis en erf Binnenburg
Dit huis was belast met 10 stuivers, te betalen aan de nabijgelegen gereformeerde kerk.
- 1763 Al in 1722 werd zoon Simon Klaas Bakker als eigenaar vermeld. Net als zijn grootvader was hij notaris, Hij was getrouwd met Neeltje Klaas Fuijk.
In 1742 bewoonde de 'dienaar van justitie' Gijsbert Droshagen dit huis.
B264 (kad 62) Huis, schuur en erf Achter de Wal (op de Ossenmarkt)
De eigenaar van dit huis moest ieder jaar twaalf stuivers erfpacht aan de gereformeerde kerk betalen.
1743 - De dienaar van justitie Grijsbert Dros(t)hagen werd de eigenaar; hij kocht dit huis voor f 240,- van Dirk Harmens Bakker. Hijn vwervulde deze functie van 16 november 1740 tot 16 augustus 1755, tegen een jaarlijks inkomen van f 72,-. Hij was afkomstig uit Haarlem, maar trouwde de Texelse Aaltje Jacobs Bruijn.
In 1767 hertrouwde Gijsbert met de weduwe Isele Simons. Hun huwelijk duurde slechts twee jaar. In 1769 overleed hij en de boedel bedraog monder dan f 1000,-.
Zijn zoon Jacob Gijsberts Dros(t)hagen erfde het huis.
---
Notaris Bernardus van Dam 1759-1769
613: 16-10-1768 Gijsbert Drosthagen, diender der Justitie ende Pieter Ariensz Goudsbloem (19), woonde als dienstknegt bij Jacob Tulp, broodbakker aan den BG, zijnde van competente ouderdom om der waarheid getuijgenis te geeven, de welke verklaaren ten verzoeke van Cornelis Kok Reg: praesident van schepenen, bij absentie van Huijdecoper, dat Jacob Tulp den 15 dezer klagten aan den Req: had gedaan, dat zijn koejen binnen acht dagen 3 maal door andere gemolken waaren en verzogt een diender tot zijn assistentie bij nagte, waarop den Req: aan Jacob Tulp een diender van Justitie tot zijn assistentie snagts toestemde-
Dierhalven liet Tulp Gijsbert Drosthagen heden dezen morgen na middernagt door zijn knegt Pieter Ariensz Goudsbloem opkloppen, en zondt de twee deposanten na zijn Land en koejen om op zijn koejen te passen, dat de selve niet meer gemolken wierden- Deselve quamen dus voor 4 uur bij onder haar beijden, gingen doen onder de thuijn op het land bij de koejen van Tulp zitten-
Na verloop bij gissing van een halfuur geseten te hebben quam een Pieter Jacobsz Bruijn (zijnde een boer en Timmerman woont op Noordtaffel) op het land van Tulp, bij de koejen met een groote melckpot, en ging onder een koe van Tulp zitten te melcken, waarop zij 2 deposanten opstaande, en toeliepen na dat hij Bruijn eenige melck reets in zijn pot, uijt de koe gemolken had, en zeijden tegens Bruijn: zoo Boertje, ben jij zoo gaande, zult gij het er wat uijthaalen? Antwoorde: Ja en zeijde, dat hij gehoort had, van Dirk Jacobsz Zijm, dat in de buurt meer koejen bij nagte gemolcken worden, dat hij Bruijn niet had kunnen slapen, doen was opgestaan, om ook een potje melck te haalen, dog hij ontroerden doen zij deposanten bij hem quaamen en hem aanspraaken, na zijn pot en goeijden te reeds gemolcken melck over het Land van Tulp, waarmede zij deposanten haar gegeevene verklaring zijn eindigende-
Bron: IRene Maas
Gijsbert Gijsbertsz Drosthagen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1740 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aaltje Jacobs Bruijn | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1767 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Isele Simons |