Citaten uit: "Mijn jeugd in de Pijp" van Wietse Klukhuhn
Maar op de dag na kerst, vrijdag 27 december kregen we om
circa 17.30 uur een schokkend telefoontje van mijn moeder. Er was iets ergs met mijn vader
gebeurd en hij was opgenomen in het VU-ziekenhuis, ik moest onmiddellijk komen. Ik sprong
in de auto en reed naar Amsterdam. Daarna ging ik met mijn moeder naar liet ziekenhuis,
waar bleek dat mijn vader in coma lag. Hij was in de namiddag even aardappelen gaan kopen
maar bijna terug bij de voordeur was hij wegens een hartstilstand op straat ineengezakt. Hij
had een kleine hoofdwond omdat hij bij de val een tuirhekje had geraakt. Buren hadden het
gezien en hadden direct opgebeld, de ambulance zou er al na drie minuten zijn geweest. Het
was dan ook gelukt hem te reanimeren maar er kon nog niet worden overzien welke schade
inmiddels in zijn hersenen was aangericht. Ik nam mijn moeder mee naar Utrecht en zij
verbleef voorlopig bij ons. Dagelijks gingen we naar het VU-ziekenhuis en tussendoor belden
wij op of de situatie soms veranderde; ik hoor in gedachten nog hoe daarbij vaak de telefoon
werd opgenomen: “Met Guus, afdeling 5 Oost”. Ik weet niet of we op Oudejaarsavond samen
met mijn moeder hebben deelgenomen aan de gebruikelijke familie-bijeenkomst. Maar in elk
geval eindigde het jaar in grote onzekerheid over wat er zou gaan gebeuren en in de hoop dat
ontwaken van mijn vader in redelijke gezondheid nog mogelijk zou zijn. Maar die hoop zou
niet bewaarheid worden.
voerde deze wandeling langs begraafplaats Zorgvlied, waar het familiegraf is waar mijn moeder begraven ligt en mijn vader, nadat hij eerder was gecremeerd, vermeld staat.
Hij is getrouwd met Anna de Bock.
Zij zijn getrouwd op 4 oktober 1939 te Amsterdam, Noord Holland, Nederland , hij was toen 27 jaar oud.Bron 2
Kind(eren):
Beroep: Bakker en Schoenmaker
21-10-1923 ingeschreven bij "Hulp voor Onbehuisden" 2e Constantyn Huygensstraat SH35 17-02-1925 uitgeschreven naar Apeldoorn misschien werd hij daar leerling bakker
21-03-1929 Nieuwe Apeldoornsche courant J. H. A. Klukhuhn, van Tullekensmolenweg 82 naar Rheden
Volgens een aantekening in Militieregisters, archiefnummer 5182, inventarisnummer 4481 zijn de ouders van Henk uit de ouderlijke macht ontzet. En woont Henk bij de vereniging "Mirjam" een Christelijke vereeniging tot verplegen van onbeheerde kinderen in het huisgezin.
Hij wordt op 28 Maart 1931 geschikt verklaart 30 Juli 1932 met groot verlof.
25-04-1942 doet hij aangifte van diefstal van zijn fiets
Citaten uit: "Mijn jeugd in de Pijp" van Wietse Klukhuhn
Van mijn vader wist ik al vroeg dat hij het bij die pleegouders op de Veluwe beter had gehad dan bij zijn eigen ouders. Op zijn zesde was bij in een hervormd gesticht beland, omdat het gezin uiteenviel. Hij had herinneringen aan een vreselijke tijd. Op zijn 12-e kwam hij bij pleegouders terecht, de familie D.J. van Beek, die in het gehucht Lieren bij Beekbergen bakkerij De Korenschoof dreven, en die hem kennelijk zeer liefdevol hebben opgevangen. Hij sprak er altijd lyrisch over, en wilde ook vele jaren later, nadat de pleegouders al lang waren overleden, regelmatig die plek bezoeken. Hoe mijn vader dan weer in Amsterdam en bij mijn moeder kwam? Na eerst tot bakkersknecht te zijn opgeleid, wilde hij op een gegeven moment toch naar de stad terug, en dat kon hij realiseren door schoenmakersknecht te worden bij zijn stiefvader (Jan Dellerop). In 1932 flaneerde mijn moeder wat en stond in een etalage te kijken, toen een heer vroeg “of hij soms een stukje met haar mee mocht lopen”. Die wandeling zou meer dan 55 jaar gaan duren. In 1934 zijn ze verloofd, in 1937 begon mijn vader zijn winkel, en in 1939 zijn ze getrouwd.
0p vrijdagmiddag 30 september’ waren Ria en ik aanwezig bij de afscheidsreceptie van mijn
vader wegens zijn pensionering bij Deltalloyd. Hij had op zijn 55-e, in 1967, de
schoenmakerij gesloten en was gaan werken bij de Hollandse Sociëteit van
Levensverzekeringen, die toen nog op de Herengracht gevestigd was. Later kwam hij door
fusie bij Deltalloyd in het grote, nieuwe gebouw bij het Amstelstation terecht. Hij heeft er nog
10 goede jaren gehad. Als afscheidsgeschenk kreeg hij een schildersezel met verf en kwasten
en die heeft hij in zijn — achteraf gezien niet zo florissant verlopen - acht pensioenjaren heel
intensief gebruikt. O
Johan Hendrik Anton Klukhuhn | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1939 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anna de Bock |