Zij is getrouwd met Henricus Wouterszn. van Heerden.
Zij zijn getrouwd op 25 maart 1695 te Amersfoort, zij was toen 20 jaar oud.
Kind(eren):
Anna / Johanna Overeem
Doopdatum: 19-02-1675
Dopeling:Anna Ariensse
Akteplaats: Amersfoort, Aktedatum:19-02-1675, Geboorteplaats:Amersfoort
Vader:Arien Ariensse
Moeder: Lydewina N.N.
Getuige 1: Elissie N.N.
Gezindte:Oud-Katholieke Clerezij (later Oud-Katholieke Kerk in Nederland)
Toegangsnummer:DTB_Archief_Eemland_13 -, Inventarisnummer: 35a, Paginanummer:84
Johanna van Over(h)eem
Schuldbekentenis 06-02-1726, Aktenummer: 59
Samenvatting:f 1198,- vanwege lening
Schuldenaar: Johanna van Overeem
Woonplaats :Utrecht
Naam partner: wed. Henderick van Heerden
Schuldeiser: Johannes van Fransburgh
Woonplaats: Utrecht
Notaris: G. VAN VIANEN
Toegangsnummer:34-4 Notarissen in de stad Utrecht 1560-1905 Inventarisnummer: U152a003
Notariële akte U174a2 - 58 : Koop en verkoop
Aktedatum 01-11-1726
Aktesoort Koop en verkoop
Notaris W. J. VAN OVERMEER ,UTRECHT
Uittreksel Naam eerste partij: Johanna van Overeem
Naam echtgenote eerste partij: wed. Hendrik van Heerden
Naam eerste partij: kinderen en erven Hendrik van Heerden:
Naam eerste partij: Arnoldus van Heerden
Naam eerste partij: Adrianus van Heerden
Naam eerste partij: Egbertus van Heerden
Naam eerste partij: Johannes Hagenouwen
Naam echtgenote eerste partij: x Willemina van Heerden
Naam eerste partij: Albertus van der Vloot
Naam echtgenote eerste partij: x Ledewina van Heerden
Naam eerste partij: Anna van Heerden, onmondig
Naam eerste partij: Sophia van Heerden, onmondig
Naam tweede partij: Claes Harpenslaeger
Soort onroerend goed: huyzinge c.a.
Naam onroerend goed: het Vergulde Hooft
Ligging onroerend goed: nz Vredenburgh
Belendingen onroerend goed: ww: N.N., wed. Johannes den Berger
: ow: N.N., wed. Lambert van Spal
Gerecht onroerend goed: Utrecht
34-4.954 M. VAN LOBBRECHT
Datering:27-09-1727
Soort akte: Openbare verkoping
Verkoper:
Casper Kramer
Jan Manné
Nicolaes Schouten
Willem Postel
Hendrik Postel
Lidia Welman, onm. dochter + Maria Postel by
Hermannus Welman
Borg: Arnoldus van Heerden
Koper: Johanna Overeem , wed. Hendrik van Heerden
Overige belanghebbenden: Erven Jacobus Postel den ouden
Frans Gravius van Adrichem
Hendrik van Vleuten
Wernard van Vloten
Egbertus van Heerden, Functie: Assistent
Onroerend goed: huysinge c.a.; Varkemarkt
drie kameren en stal; Varkemarkt
Verwijzingen:
procuratie 22-5-1727 voor nots. G. van Hemert te Rotterdam
procuratie 20-8-1727 voor nots. P. van Dieningen te Leiden
procuratie 30-5-1727 voor nots. J.A. van Lobbrecht
resolutie 8-9-1727 van stadsbestuur van Utrecht
Notaris:M. VAN LOBBRECHT
Toegangsnummer:34-4 Notarissen in de stad Utrecht 1560-1905
Inventarisnummer:954 Aktenummer:96-1
Johanna Overeem, dochter van Arien Ariensz van Overeem en Lidia Jans, gedoopt 19 februari 1675 RK t Zand te Amersfoort (get: Elissie) (#), overleden en begraven 28 mei 1751 op het Jacobikerkhof te Utrecht
Op 6 augustus 1695 koopt Hendrik van Heerden van Cornelis Fock een huijsinge en hoffstede c.a. aan de noordzijde van het Vredenborgh, genaamd Het Vergulden Hoofd. Zijn vader Wouter van Heerden staat borg.
Op 23 januari 1705 benoemen Pieter van Walbeeck, de erven Wouter van Heerde, diens zoon Hendrik van Heerde en Johannes den Berger, Andries Timmer om te procederen tegen Joris Ariesse Koome te Haastrecht. Op 16 juli 1705 verkopen Henrick van Heerden en Johannes den Berger een huijsinge, erve ende gront c.a. aan de oostzijde van de Elisabetstraet te Utrecht aan Hermannus Spitman. Op 5 mei 1709 benoemen Pieter van Walbeeck en Johannes den Berger Hendrick van Heerden om bij Joris Arijensz Koome de rest van aflossing en rente van een plecht te innen. Johannes den Berger en Hendrick van Heerden zijn erfgenamen van hun (schoon)vader Wouter van Heerden.
Op 4 mei 1708 stellen Hendrick van Heerden en Johanna Overeem, wonende in het Vergulde Hooft aan het Vredenborgh, hun testament op met lijftocht voor de langstlevende (#).
Op 23 maart 1718 benoemen de erven van Arien van Overeem en Ledia Jansz, bij monde van executeur testamentair Hendrick van Heerden, Hermannus Caan op te procederen.
Op 1 november 1726 verkopen Johanna van Overeem en de erven van Hendrik van Heerden, zijnde Arnoldus van Heerden, Adrianus van Heerden, Egbertus van Heerden, Johannes Hagenouwen getrouwd met Willemina van Heerden, Albertus van der Vloot getrouwd met Ledewina van Heerden, Anna van Heerden onmondig en Sophia van Heerden onmondig, aan Claes Harpenslaeger een huijzinge c.a. aan de noordzijde van het Vredenburgh genaamd het Vergulde Hooft. Op 27 februari 1727 benoemen de erfgenamen Johannes Hagenouwen om het huis te transporteren.
Op 28 juli 1729 benoemd Daniel van Heerden Mattheus van der Heijden om voor het gerecht van Zwammerdam land te transporteren aan Johanna Overeem, weduwe van Hendrik van Heerden te Utrecht. Op 18 september 1729 doet Johanna van Overeem, geassisteerd door haar zoon Egbertus van Heerden, een schuldbekentenis van f 3000 vanwege een lening bij Henrick van Dijck. Haar zoon Arnoldus van Heerden staat borg.
Op 28 maart 1735 tekenen de meerderjarige kinderen van Hendrik van Heerden en Johanna van Overeem een kwitantie voor voldoening van het vaderlijk goed door hun moeder Johanna van Overeem.
Op 4 augustus 1738 verkoopt Albartus van der Vloot diverse roerende goederen voor een bedrag van f 600 met recht van terugkoop binnen 3 jaar. Als na 3 jaar de opbrengst voor de koper lager zal uitvallen, stelt Johanna Overeem, weduwe van Hendrik van Heerden, zich garant voor het tekort. Op 29 augustus 1742 staan Johan van Hagenauwen en Anna van Heerden borg voor hun (schoon)moeder Johanna van Overeem, weduwe van Hendrick van Heerden, voor Albertus van der Vloet, vanwege een schuld van f 2000. Op 3 november 1746 staan Arnoldus en Egbertus van Heerden borg voor hun moeder Johanna Overeem voor voldoening van kooppenningen van een huis aan het Vreeburg.
Op 28 mei 1751 verklaren Arnoldus en Egbertus van Heerden dat hun moeder huijden dese middagh deser wereld was komen te overlijden en dat zij wel genegen sijn dat lichaam ter aarde te doen bestellen dogh niet anders dan uijt eene kinderlijke pligt, sonder sigh egter daer door in desselfs boedel en naerlatenschap te permisseren wat inhoudt dat zij de nalatenschap niet aanvaarden
Johanna van Overheem | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1695 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Henricus Wouterszn. van Heerden |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.