Ils se sont mariés à Emlicheim, graafschap Bentheim.
Enfant(s):
(2) Elle est mariée avec Jan Johan Bilderbeek Bilderbeke.
Ils se sont mariés
Enfant(s):
Henrica Amsinck,
Hendrikie AMSINK, dochter van Johann AMSINCK en Henrica KAMFERBEKE.
Relatie (1) met Everwijn van BENTHEIM.
Relatie (2) met Jan BILDERBEEK.
Uit de eerste relatie:
1. Everwijn.
2. Hendrikje.
3. Jan, koopman te Lubeck.
Uit de tweede relatie:
4. Anna, huwt Peter van Loo.
http://www.mirandabos.nl/stamboom/pg-00015.htm#BM683
----------------------------------------------------------------------------------------
Everwin van Benthem gh Henrica Amsinck
geb ca 1530
dv Johan Amsinck ca 1505
en Henrica Kampferbeck--------------------------------------------------------------------------------------
Barend van BENTHEIM, richter te Nordhorn (Dtsl.) (1587-1601), gograf (schout), * bastaard afstammeling van een van de graven van Bentheim, zoon van Christopher van BENTHEIM (zie 31736).
Relatie met
15869 Hendrikje van BENTHEIM, dochter van Everwijn van BENTHEIM (zie 31738) en Hendrikie AMSINK (zie 31739).
Relatie (1) met Barend van BENTHEIM (zie 15868).
Relatie (2) met Jan BILDERBEEK.
Uit de eerste relatie:
1. Aleit, geboren circa 1600, * huwt circa 1626 Gerhard Brandlicht, rentmeester en burgemeester te Neuenhaus (Nieuwenhuis) (1630-1668).
2. Anna ?
3. Christoffel, Steinfurts/Bernburgischer hofmeister zu Gronau, begraven op 13-01-1669 te Steinfurt, (Tecklenburg-Gronauer tak).
Gehuwd voor de kerk op 27-03-1622 te Bentheim met Catharina LEMKER.
4. Everwijn (zie 7934).
5. Hendrick, schoolmeester, organist en stadssecretaris in Nordhorn (1610-1648), * huwt ca. 1610 Margaretha Spenneberg, dr. van Melchior Spenneberg, te Borghorst (bij Steinfurt) en van Jutta Grosse Osterholt.
Gehuwd voor de kerk circa 1610 met Margaretha SPENNEBERG, * dr. van Melchior Spenneberg te Borghorst (bij Steinfurt) en van Jutaa Grosse Osterholt.
6. Hendrikje, * huwt Melchior Krul, richter te Veld- en Neuenhaus (Nieuwenhuisen) (1615-1620).
Uit de tweede relatie:
7. Anna.
-----------------------------
Barend van Bentheim, richter Nordhorn (DTSL.) (1587-1601), gograf (trasero) * bastardo descendiente de uno de los Condes de Bentheim, hijo de Cristóbal Bentheim (véase 31.736).
Una relación con
15869 Bolsos de Bentheim, hija de Everwijn de Bentheim (véase 31.738) y Hendrikie Amsink (véase 31.739).
Relación (1) con Barend van Bentheim (véase 15.868).
Relación (2) a Jan Bilderbeek.
La primera relación:
1. Aleit, nacido alrededor de 1600, se casó circa 1626 * Gerhard Fuego Luz, mayordomo y alcalde de Neuenhaus (Nieuwenhuis) (1630-1668).
2. Anna?
3. Christopher, Steinfurts / Bernburgischer Hofmeister zu Gronau, enterrado el 13-01-1669 en Steinfurt (rama Tecklenburg Gronauer).
Iglesia sobre el matrimonio 27-03-1622 en Bentheim Catharina LEMKER.
4. Everwijn (ver 7934).
5. Hendrick, maestro de escuela, organista y secretario del ayuntamiento en Nordhorn (1610-1648), aproximadamente 1610 * se casa con Margaret Spenneberg Dr. Melchior Spenneberg a Borghorst (en Steinfurt) y Jutta Grosse Osterholt.
Matrimonio Iglesia sobre 1610 Margaret SPENNEBERG, * Dr. Melchior Spenneberg a Borghorst (en Steinfurt) y Jutaa Grosse Osterholt.
6. monederos, * se casa Melchior Curl, richter a Campo y Neuenhaus (Nieuwenhuisen) (1615-1620).
Desde la segunda relación:
7. Anna.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De organistenfamilie Van Benthem te Zutphen in de zeventiende
eeuw
door R.C.C. de Savornin Lohman
Mevrouw M.M. Doornink - Hoogenraad geeft in het Tijdschrift van de Vereniging
voor Nederlandse Muziekgeschiedenis, Dl. XIX, - 3,4 (Amsterdam 1962-
1963) in haar artikel "Een Zutphense organist uit Sweelinck's tijd" (blz. 192-
199) een boeiende beschrijving van het leven en werken van Mr. Godefrid Oldenraet,
die van 1613-1630 organist der stad Zutphen was. Het artikel besluit met
de vermelding dat na de dood van Oldenraet eind 1630/begin 1631 zijn functie
tijdelijk werd uitgeoefend door zijn blinde leerling Gerrit Hansen, en dat op 1
oktober 163 1 als vaste organist werd aangesteld Mr. Arnold van Benthem, afkomstig
uit Groningen. Deze Van Benthem en zijn muzikale familie vormen het
onderwerp van onderstaande studie.
Voorop mag gesteld worden dat sinds de Reformatie de organist te Zutphen
slechts gedeeltelijk "stadsorganist" was; hij werd weliswaar door de Magistraat
benoemd en ontslagen, maar zijn bezoldiging geschiedde - evenals voor de predikanten
en schoolmeesters - door het kwartierlijke Zutphense rentambt, terwijl
emolumenten zoals huishuur en honorarium voor buitengewone orgelbespelingen
uit de stedelijke geestelijke rentambten werden bekostigd. Daarnaast had de kerkeraad
een belangrijke stem in de instructie voor de organist (verg. bovenvermeld
artikel van Mevrouw Doornink; en het artikel "Een afgedwaalde stadsorganist"
van J. de Graaf, in Gelre 1953, blz. 196).
Arent, ofwel Arnold(us) van Benthem werd omstreeks 1610 geboren in het
handelsstadje Nordhorn, aan de Vecht in het graafschap Bentheim. Zijn vader
Hendrick van Benthe(i)m stamde uit een bastaardtak van het Duitse gravenhuis
Van Bentheim; zijn vader en grootvader waren richter in Nordhorn. Hendrick bekleedde
van 16 10- 1648 aldaar de toendertijd vaak gecombineerde functies van
schoolmeester, organist en stadssecretaris. Hij trouwde omstreeks 1610 Margaretha
Spenneberg, een dochter van welgestelde boeren in Borghorst bij Steinfurt.
Zij hadden vier zonen, die alle vier eerst naar Groningen gingen, toen ook reeds
een grote stad met een rijk wetenschappelijk (Universiteit!) en cultureel leven.
De zonen Adolphus en Melchior studeerden er theologie; zij werden later predi- .I
kant, resp. te Dwingelo en te Rijssen. De zonen Arent (Arnoldus) en Hendrick
bekwaamden zich in Groningen in het orgelspel en waren er tijdelijk als organist
aan gasthuizen verbonden. Hendrick kwam via Groen10 terecht in Kampen, waar
hij in 1634 tot stadsorganist en -klokkenist werd benoemd.
Arnoldus werd komend dus uit Groningen op 1 oktober 1631 in Zutphen
aangesteld tot organist van de St. Walburgskerk, waarvan hij op 24 februari 1647
ook de klokkenist (beiaardier) werd; daarnaast wordt hij in 1655 nog aangetroffen
als licentmeester, diaken en opziender van het Arme of Vreemde Wezenhuis.
Hij was in 1631 getrouwd met Gebbetien Böttich, uit Schuttorf, behorend tot de
later in Groningen en Drenthe bekende predikantenfamilie Bottichius.
Van hun zeven kinderen stierven er drie jong; één dochter trouwde naar Zwolle,
een andere naar Amsterdam, en de twee zonen werden weer organist. De oudste,
Derck ofwel Theodorus, bezocht eerst de Illustre School te Deventer, studeerde
vervolgens philosophie te Leiden en ging zich ten slotte in het orgelspel
bekwamen in het Groningerland. In 1657 volgde hij zijn in december 1656 (a.d.
pest) gestorven vader Mr. Arnoldus op als organist van de St. Walburgskerk, en
later werd hij na verkregen opleiding tevens de klokkenist. Theodorus overleed al
in 1674 op veertigjarige leeftijd. Zijn opvolger als stadsorganist werd in 1676
Cornelis van Neck.
Uit het huwelijk van Theodorus in 1667 met Catharina Crop sproten vier
kinderen, van wie de enige zoon, Arnold, jong stierf. De dochter Helena vertrok
in 1702 voorgoed naar Amsterdam. De dochter Maria Magdalena trouwde in
1716 Willem van den Berg uit Doesburg; zij overleed in 1753 te Zutphen kinderloos
en vermaakte haar bezittingen aan haar achterneef Arnoldus Revius in Amsterdam.
Het vierde kind, Theodora, werd in 1674 posthuum geboren en stierf
kinderloos vóór 1734.
De jongste zoon van Mr. Arnoldus, namelijk Hendrick van Benthem, werd in
1664 te Kampen aangesteld tot waarnemend organist van de Bovenkerk en klokkenist
van de nieuwe toren, onder zijn oom Mr. Hendrick van Benthem de stadsorganist
van Kampen. Hendrick (de jonge) vertrok in 1672 naar Amsterdam en
werd daar "suppoost". Hij wordt er in 1684 vermeld als mede-erfgenaam van zijn
oom Mr. Hendrick (wiens zes kinderen allen voordien zonder nageslacht waren
gestorven).
Hendrick (de jonge) had uit zijn huwelijk in 1663 met Elisabeth van Ceulen
vier kinderen, van wie de dochter Cornelia in 1701 te Amsterdam trouwde met
de wijnkoper Jodocus Revius uit Deventer.*
Wij hopen in een volgend artikel meer in bijzonderheden terug te komen op
de familiebetrekkingen tussen de verschillende organisten-klokkenisten Van Benthem
resp. te Nordhorn, Kampen en Zutphen, en de predikanten (Van) Benthem
te Dwingelo en te Rijssen. Voor zover valt na te gaan zijn de takken der organisten
Van Benthem uitgestorven (die te Kampen vóór 1684, en die te Amsterdam
in de eerste helft van de 18e eeuw). De predikantentakken (Van) Benthem lieten
echter een uitgebreid, ook thans nog levend nageslacht na, mede in vrouwelijke
lijn, onder de namen Benthem Reddingius en Benthem Sypkens. Deze "gestudeerde"
families met vele predikanten en ook wel medici, met name in de vier
noordelijke provincies van ons land, zijn voor Zutphen niet van direkt belang en
blijven dan ook verder buiten beschouwing.
Het op zichzelf merkwaardige fenomeen van de vijf organisten Van Benthem,
in drie generaties - waarvan twee in Zutphen bijna een halve eeuw lang - verdient
naar het voorkomt alleszins op deze wijze aan de vergetelheid ontrukt te worden.
* kleinzoon van Hendrick Reefsen, of Revius, gemeensman van Deventer, die een broer was van de beroemde theoloog-historicus en dichter Jacobus Revius.
-------------------------------------
La familia organista Van Benthem Zutphen en el XVII
siglo
por R.C.C. Savornin Lohman
Sra. M. M. Doornink - Hoogenraadstraat da la Revista Asociación
de música holandesa, Vol. XIX - 3.4 (Amsterdam 1962-
1963) en su artículo "Un organista Zutphense desde el tiempo de Sweelinck" (p. 192-
199) un relato fascinante de la vida y obra del señor Godefrid Oldenraet,
quien fue organista from 1613-1630 la ciudad de Zutphen. El artículo concluye con
afirmando que después de la muerte de Oldenraet finales 1630 / principios de 1631 su posición
fue ejercida provisionalmente por su alumno ciego Gerrit Hansen, y 1
01 de octubre 163 organista permanente fue nombrado Mr. Arnold van Benthem, viniendo
de Groningen. Esta Van Benthem y su familia musical constituye la
el objeto de la siguiente estudio.
Líder puede decir que desde la Reforma del organista en Zutphen
fue sólo parcialmente "organista de la ciudad"; él era de hecho por el Magistrado
nombrado y destituido, pero llegó a su salario -, así como para los pastores
y maestros de escuela - por ingresos reales trimestre Zutphense oficina mientras
emolumentos como casa de alquiler y los honorarios de extraordinaria orgelbespelingen
de las oficinas urbanas carreras mentales fueron financiados. Además, el consistorio tenía
una voz importante en la instrucción para el organista (comp. arriba
artículo de la Sra Doornink; y el artículo "Un organista díscolo de la ciudad"
J. de Graaf en Gelredome 1953, p. 196).
Arent, o Arnold (nosotros) van Benthem nació alrededor de 1610 en el
ciudad comercial de Nordhorn, la lucha en el condado de Bentheim. Su padre
Hendrick Benthe (i) m descendiente de un bastardo de la casa tumbas alemán
Bentheim; su padre y su abuelo eran juez en Nordhorn. Hendrick celebrada
de 16 10- 1648 hay las funciones luego menudo combinados de
maestro de escuela, organista y secretario del ayuntamiento. Se casó con cerca de 1610 Margaretha
Spenneberg, una hija de agricultores ricos en Borghorst en Steinfurt.
Tuvieron cuatro hijos que fueron a los cuatro primeros en Groningen, cuando ya
una gran ciudad con una rica académico (Universidad!) y la vida cultural.
Los hijos Adolphus y Melchior estudiaron teología allí; que eran pastor más tarde .I
lado, resp. a Dwingelo y Rijssen. Los hijos Arent (Arnold) y Hendrick
se convirtieron en expertos en Groningen en tocar el órgano y había organista temporal
adjunta a los hospitales. Hendrick llegó a través Groen10 en campos donde
fue nombrado en 1634 para el organista de la ciudad y -klokkenist.
Arnoldus venía así de Groningen el 01 de octubre 1631 en Zutphen
organista designado de la Iglesia St. Walburg, de la que fue el 24 de febrero 1647
fue también el carillón (campanero); Además, sigue siendo visto en 1655
como licentmeester, diácono y Obispo de los Pobres o huérfanos extranjeros Home.
Se casó en 1631 con Gebbetien Bottich, desde Schuttorf, perteneciente a la
más tarde en predicador conocido familia Bottichius Groningen y Drenthe.
De sus siete hijos, tres murieron jóvenes; una hija casada con Zwolle
otro a Amsterdam, ya los dos hijos estaban de nuevo organista. El más antiguo,
Derck sea Theodore, visitó por primera vez la Escuela Deventer Ilustre, estudiado
luego filosofía en Leiden y finalmente entró en el órgano
competentes en Groningerland. En 1657 se siguió en diciembre 1656 (dC
peste) murió el padre del Sr. Arnoldus como organista de la iglesia de St. Walburg,
más tarde se obtuvo después de la formación también el carillón. Theodore ya murió
en 1674 a la edad de cuarenta. Su sucesor como organista de la ciudad fue en 1676
Cornelis van Neck.
Brotado del matrimonio de Theodore en 1667 Catharina Recortar cuatro
niños, cuyo único hijo, Arnold, murieron jóvenes. La hija Helena dejó
en 1702 para el bien de Amsterdam. Hija María Magdalena se casó
1716 Willem van den Berg de Doesburg; Murió en 1753 en Zutphen sin hijos
y legó su patrimonio a su primo Arnold Revius en Amsterdam.
El cuarto hijo, Theodora, nació en 1674 y murió a título póstumo
sin hijos antes de 1734.
El hijo más joven del señor Arnoldo, a saber, Hendrick van Benthem, era
1664 Kampen organista suplente designado del Alto y carillón
de la nueva torre, con su tío el Sr. Hendrick van Benthem ciudad organista
Kampen. Hendrick (jóvenes) se trasladó en 1672 a Amsterdam
estaba allí "asistente". Él es mencionado en 1684 como co-heredero de su
tío Sr. Hendrick (cuyos seis niños de todo previamente sin posteridad
muerto).
Hendrick (los jóvenes) tuvo de su matrimonio en 1663 con Isabel de Ceulen
cuatro hijos, cuya hija Cornelia casaron en 1701 en Amsterdam
comprador vino Jodocus Revius Deventer. *
Esperamos que en el próximo artículo de volver con más detalle en
las relaciones familiares entre el klokkenisten-organistas diversos Van Benthem
resp. Nordhorn, Kampen y Zutphen, y los ministros (Desde) Benthem
a Dwingelo y Rijssen. Por lo que se puede comprobar, las ramas de los organistas
Van Benthem extinguido (que Kampen antes de 1684, y que en Amsterdam
en la primera mitad del siglo 18). Las ramas pastor (Desde) Benthem dejó
Sin embargo, una extensa, incluso ahora, después de descendientes vivos, también en femenino
línea, bajo los nombres Benthem Reddingius y Benthem Sypkens. Estos "educados"
pastores, y muchas familias con los médicos conocidos, especialmente en los cuatro
provincias del norte de nuestro país, no son de interés directo y Zutphen
por lo tanto, ser considerados más.
En sí notable fenómeno de los cinco organistas Van Benthem,
en tres generaciones - dos en Zutphen casi medio siglo - merece
para que de hecho se produce de esta manera del olvido a ser.
* Nieto Hendrick Reefsen o Revius, Deventer gemeensman, que era hermano del famoso teólogo, historiador y poeta James Revius.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Barend van BENTHEIM, richter te Nordhorn (Dtsl.) (1587-1601), gograf (schout), * bastaard afstammeling van een van de graven van Bentheim, zoon van Christopher van BENTHEIM (zie 31736).
Relatie met
15869 Hendrikje van BENTHEIM, dochter van Everwijn van BENTHEIM (zie 31738) en Hendrikie AMSINK (zie 31739).
Relatie (1) met Barend van BENTHEIM (zie 15868).
Relatie (2) met Jan BILDERBEEK.
Uit de eerste relatie:
1. Aleit, geboren circa 1600, * huwt circa 1626 Gerhard Brandlicht, rentmeester en burgemeester te Neuenhaus (Nieuwenhuis) (1630-1668).
2. Anna ?
3. Christoffel, Steinfurts/Bernburgischer hofmeister zu Gronau, begraven op 13-01-1669 te Steinfurt, (Tecklenburg-Gronauer tak).
Gehuwd voor de kerk op 27-03-1622 te Bentheim met Catharina LEMKER.
4. Everwijn (-).
5. Hendrick, schoolmeester, organist en stadssecretaris in Nordhorn (1610-1648), * huwt ca. 1610 Margaretha Spenneberg, dr. van Melchior Spenneberg, te Borghorst (bij Steinfurt) en van Jutta Grosse Osterholt.
Gehuwd voor de kerk circa 1610 met Margaretha SPENNEBERG, * dr. van Melchior Spenneberg te Borghorst (bij Steinfurt) en van Jutaa Grosse Osterholt.
6. Hendrikje, * huwt Melchior Krul, richter te Veld- en Neuenhaus (Nieuwenhuisen) (1615-1620).
Uit de tweede relatie:
7. Anna.
(-) Everwijn van BENTHEIM, richter te Nordhorn (Dtsl.) (1608-1654), gografer (schout), * uit hem stamt o.a. een nog bloeiende tak Von Bentheim in het graafschap Bentheim, alsmede uitgestorven takken Van Benthem, met burgemeesters in Kampen en in Vollenhove. Zoon van Barend van BENTHEIM en Hendrikje van BENTHEIM.
Gehuwd met Margaretha GLASFORT, dochter van Hendrik GLASFORT en Elske KESTERING.
Uit dit huwelijk:
1. Adelheid van BENTHEIM, [gevonden ene Everwijn van Bentheim 2da nuptia u. Margarita Milltiers 3tia nuptia], Gehuwd voor de kerk (1) te Brandlicht (Dtsl.) met Wenceslaus OSICIUS (Vozic).
Gehuwd (2) met Gerard STULEN. Gerard Stulen: NAV XXXIV (34) blz. 112-113..
2. Arend Joost, rentmeester (1655). Huwt Margaretha Bernards. Kinderen: Everwijn x Gerhardina Geertruid Steenberge; Frans x Eleonora Keisers; Anna Margaretha x 1) Hendrik Daalhof 2) Willem Baur; Agnes Christina x Weseslaus Everwin Stulen.
3. Barend, rechter en rentmeester te Ulpen, huwt 1) N. Kerkering 2) Anna Maria Theben
geen kinderen.
4. Christoffel, burgemeister und Steuereinnehmer te Nordhorn, huwt 1) Josina Lemker 2 kinderen; 2) Catharina Elisabeth Pagenstecher. Kinderen: 1) Catharina Aleid x Lubbertus Waterham, burg. Oldenseel. Jan Everwin, secr. Oldenseel, Margaretha Elisabeth x Bernard Arnold Sluiter.
no. 231 blz 64: Christoffer von Bentheim, sohn d. Richters Everwijn von Bentheim, burgerschaft geschenkt fur s. frau Geesin Lembbers 16-02-1655. Bron : Nordhorn Burgerbucher der Stadt, von 1396 - 1913 Rektor H. Specht Bentheimer Heimatsverlag Nordhorn 1939.
Gehuwd (1) met Josina LEMKER.
Gehuwd (2) met Catharina Elisabeth PAGENSTECHER.
5. Everwijn, burgemeester van Kampen (1664). Aleids broer Everwijn wordt genoemd in het boek 'Bentheim' (CBG), met wapen, daarin is ook vermeld dat hij afstammeling is van de graven van Bentheim.
huwt Femmetie Steenbergen. Kinderen: Margriet, Antoni, Geertruij, Aleid, Everwine (te Kampen).
6. Hendrik, huwt Christina van Werden. Kinderen: Hendrik x 1) Geertruij Lubelei, 2) Willemein van Dorsen.
---------------Everwijn de Bentheim, a juzgar Nordhorn (DTSL.) (1608-1654), gografer (schout), * se deriva de, entre otras cosas, una rama aun floración Von Bentheim en Bentheim, así como ramas extintas Van Benthem, con burgemeesters en Kampen y en Vollenhove. Hijo de Barend van BENTHEIM y Hendrikje van BENTHEIM.
Casado con Margaretha GLASFORT, hija de Hendrik GLASFORT y Elske KESTERING.
De este matrimonio:
1. Adelheid (--).
2. Arend Joost, mayordomo (1655). Se casa con Margaretha Bernards. Niños: Everwijn x Gerhardina Geertruid Steenberge; Frans x Eleonora Keisers; Anna Margaretha x 1) Hendrik Daalhof 2) Willem Baur; Agnes Christina x Weseslaus Everwin Stulen.
3. Barend, juez y mayordomo en Ulpen, casado 1) N. Kerkering 2) Anna Maria Theben
sin hijos
4. Christoffel, burgemeister und Steuereinnehmer en Nordhorn, se casa con 1) Josina Lemker 2 hijos; 2) Catharina Elisabeth Pagenstecher. Niños: 1) Catharina Aleid x Lubbertus Waterham, burg. Oldenseel. Jan Everwin, secr. Oldenseel, Margaretha Elisabeth y Bernard Arnold Sluiter.
n. ° 231 página 64: Christoffer von Bentheim, sohn d. Richters Everwijn von Bentheim, burgenschaft donó pieles. frau Geesin Lembbers 16-02-1655. Fuente: Nordhorn Burgerbucher der Stadt, von 1396 - 1913 Rektor H. Specht Bentheimer Heimatsverlag Nordhorn 1939.
Casado (1) con Josina LEMKER.
Casado (2) con Catharina Elisabeth PAGENSTECHER.
5. Everwijn, alcalde de Kampen (1664). Su hermano Everwijn es mencionado en el libro 'Bentheim' (MEB), con un arma, que también declara que él es el descendiente de los Condes de Bentheim.
se casa con Femmetie Steenbergen. Niños: Margriet, Antoni, Geertruij, Aleid, Everwine (en Kampen).
6. Hendrik, se casa con Christina van Werden. Niños: Hendrik x 1) Geertruij Lubelei, 2) Willemein van Dorsen.---------------------
Everwijn van BENTHEIM, richter te Nordhorn (Dtsl.) (1608-1654), gografer (schout), * uit hem stamt o.a. een nog bloeiende tak Von Bentheim in het graafschap Bentheim, alsmede uitgestorven takken Van Benthem, met burgemeesters in Kampen en in Vollenhove. Zoon van Barend van BENTHEIM en Hendrikje van BENTHEIM.Everwijn, burgemeester van Kampen (1664). Aleids broer Everwijn wordt genoemd in het boek 'Bentheim' (CBG), met wapen, daarin is ook vermeld dat hij afstammeling is van de graven van Bentheim.
-------
Everwijn de Bentheim, a juzgar Nordhorn (DTSL.) (1608-1654), gografer (schout), * se deriva de, entre otras cosas, una rama aun floración Von Bentheim en Bentheim, así como ramas extintas Van Benthem, con burgemeesters en Kampen y en Vollenhove. Hijo de Barend van BENTHEIM y Hendrikje van BENTHEIM.Everwijn, alcalde de Kampen (1664). Su hermano Everwijn es mencionado en el libro 'Bentheim' (MEB), con un arma, que también declara que él es el descendiente de los Condes de Bentheim.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hendrika van Amsinck,
Parents
Johan Warners Amsinck ca 1510
Henrica Stevens Kampferbeke ca 15201-Married to Johan Bilderbeke.
2-Married to Everwin van Bentheim, born about 1560, Richter te Emlichheim (Parents : M Eberwin III von Bentheim 1536-1562) children,
F Hendrikje Everwijns van Bentheim ca 1580 married to Barend van Bentheim,
children,
M Everwijn Barends van Bentheim 1608-1654 married to Margaretha Glasfort,
children,
F Adelheid Everwijns van Bentheim.
Aantekeningen,
Der Ursprung der Familie Amsinck liegt wohl im Amsinkhof im Dorfe Mander, Provinz Overyssel. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Mander_(Tubbergen)).
Folgende Schreibweisen d Nam. : Amessinck, Amezijng, Amesing, Aemsing, Ampzing: Dat hues to Amessinck.
---------
Aantekeningen,
El origen de la familia Amsinck probablemente se encuentra en el Amsinkhof en la aldea Mander, provincia de Overyssel.
Siguiendo la ortografía d Nam. : Amessinck, Amezijng, Amesing, Aemsing, Ampzing: Dat tonos a Amessinck.
Les données affichées n'ont aucune source.