Akte n°13, 1854/Temse
In het jaer achttienhonderd vierenvijftig den achtienden
January, ten dry uren namiddag, voor ons Carolus Van Lande=
=ghem, schepen, amptenaer van den burgerlijken stand der
Gemeente Temsche, regeterlijk arrondissement van Dender=
=monde Provincie oostvlaenderen is verschenen Franciscus
Van den henden, daglooner, oud vijenveertig jaren, woonende te
Temsche op den doorn, welke ons heeft vertoond een
kind van het vrouwelijk geslacht geboren in deze Gemeente
gisteren ten tien uren 's avonds van hem declarant en van
Sophia Fruythof zijne huysvrouw, en waeraen hij verklaerd heeft
te willen geven de voornaemen van maria Ludovica. De voor=
=melde verklaring en vertooning gedaen in de tegenwoordigheid
van Josephus Everaert, schrijver, oud negenendertig jaren en Fredericus
De Lateur, bode, oud, zesenveertig jaren, beyde woonende te Temsche getuy=
=gen hiertoe door den declarant aanzocht; en hebben de vader en geetuygen
de tegenwoordige verklaring van geboorte met ons naer voorlezing geteekend.
Tijdstip: 22:00
Maria Ludovica van den Henden |