Stamboeknummer 4342, Doos 768
Hr.Ms. De Zeven Provinciën
Torpedodienst
Hr.Ms. De Zeven Provinciën terugverwacht te Nieuwendiep uit de Oost-Indie.
aan boord van Hr.Ms. Koningin Emma.
geplaatst in de rol Hr.Ms. wachtschip te Willemsoord
gedetacheerd aan boord van Hr. Ms. pantserdekschip "Zeeland" te Willemsoord
ter beschikking gesteld. Hij is bestemd om in de volgende maand (16 september 1921) per particuliere gelegenheid naar Oost-Indie te vertrekken.
geplaatst bij de Marine-kazerne Goebeng
Commandant van de Hr. Ms. Torpedoboot "Z4".
1e Officier aan boord Hr. Ms. wachtschip te Vlissingen
Secretaris van de Vlootcommissie
Commandant van de Hr. Ms. Arend.
geplaatst op de afdeeling IIA (marinestaf) van het Departement van Defensie
geplaatst op de afdeeling IIIA (personeel der zeemacht) van het Departement van Defensie
Adjudant (zeemacht) van den Minister van Defensie
Commandant van de Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau.
van konvooien bij de Britse marine
Hr.Ms. Heemskerck.
5-jarige cursus te Amersfoort
te 's-Gravenhage
1e afdeling
bij het Koninklijk Instituut voor de marine te Willemsoord
einddatum is pensioendatum
van Denemarken
met de zwaarden.
Kwaliteit: Luitenant ter ze der 1e klasse
van de bevrijder van Venezuela
met de zwaarden
Kwaliteit: Kapitein ter zee
Crematorium Ockenburgh
Ockenburghstraat 21
Loosduinen
Il est marié avec Hielkje Bruin.
L'autorisation pour le mariage a été obtenue le 19 novembre 1927.Source 8
Ils se sont mariés le 29 novembre 1927 à Utrecht , il avait 34 ans.Source 9Enfant(s):
2 mei 1921: Hr.Ms. pantserdekschip Zeeland is uit Nieuwediep naar Hembrug vertrokken om kolen in te nemen en zal 4 mei 1921 vanuit IJmuiden de oefentocht naar de Noorsche wateren aanvaarden. Luitenant ter zee 2e klasse Willem van den Donker is onderdeel van de bemanning. Op 26 juni 1921 is de Zeeland teruggekeerd te Nieuwediep.
16 January 1930: AREND sets sail at Nieuwediep for the Dutch West Indies. Her first CO is LtCdr Willem van den Donker.
1931: At an unknown date, Captain van den Donker is succeeded by an unknown CO
source: http://www.combinedfleet.com/PB-108_t.htm
1933-1937 Hr .Ms. Johan Maurits van Nassau
11.1942 - 01.05.1944 bij Britse marine commodore van konvooien
27 May 1944: Captain W. van den Donker takes over command from Captain W. Harmsen of Jacob van Heemskerck.
9 June 1944: The trip now goes from the Med to Liverpool, where she arrives on June 14th. The ship goes into overhaul at Camell Laird and Company Ltd. in Liverpool for the remainder of the war.
15 September 1944: Commander G.A. Berg takes over command from captain W. van den Donker.
source:http://www.netherlandsnavy.nl/Jacheem_his.htm
LANDSTROM, BJORN
Het schip: de geschiedenis van het schip van primitief vlot tot atoom(...)
Hoofddorp, Septuaginta, 1975.
Druk: herziene herdruk. quarto, linnen, 309 pp. zw/w en kleurentekeningen, doorsneden enz. Netjes.Aanbevolen literatuur, register.
Zeer fraai uitgegeven geschiedenis van het schip, van primitief vlot tot atoom-onderzeeboot met reconstructies in woord en beeld.
Nederlandse bewerking door W. van den Donker, kapitein ter zee b.d.
bron: http://www.antiqbook.nl/boox/des/2042.shtml
Nederlandse patrouilleboten / Noorse walvisjagers
De Enern, Femern en Toern waren Noorse walvisjagers die behoorden bij de walvisjagers- en verwerkingsvloot van het visfabriekschip Solglimt. De walvisjacht was halverwege 1940 tot stilstand gekomen in verband met de aanwezigheid van Duitse raiders in de Atlantische Oceaan. Op 2 juni 1940 vroeg de Oudst Aanwezige Officier (OAZ) te Curaçao, kapitein-ter-zee Van den Donker, toestemming om de drie Noorse schepen naar de Nederlandse Antillen te halen om als patrouilleboten ingezet te worden. De drie Noorse walvisjagers lagen op dat moment in New Orleans en waren door de Noorse regering ter beschikking gesteld van de Royal Navy. Zowel de Noorse regering als de Britse marine gaven toestemming om de drie walvisjagers naar de Nederlandse Antillen te sturen. Op 5 juli 1940 werden de drie Noorse schepen in Nederlandse dienst gesteld met de status van gouvernementsvaartuig. Aanvankelijk voeren zij onder Noorse, maar later onder de Nederlandse vlag. Officieel waren de drie schepen dus nog geen oorlogsschepen. De Noorse bemanning bleef aan boord en werd aangevuld met twee Nederlandse matrozen en een Nederlandse officier. De kruiser Hr. Ms. Sumatra moest voor dit doel drie jonge officieren en zes matrozen afstaan voordat zij op weg ging naar de Oost. In juli 1941 werden de Noorse bemanningsleden gemilitariseerd en werden de drie walvisvaarders Hr. Ms. Enern, Hr. Ms. Femern en Hr. Ms. Toern.
Hr. Ms. Enern, Hr. Ms. Femern en Hr. Ms. Toern kwamen onder bevel te staan van de commandant van de lokale Onderzoekings- en Bewakingsdienst: kapitein-luitenant-ter-zee W. Gauw. De drie schepen werden uitgerust met een Lewis .30 machinegeweer en ingezet als patrouilleboten. In de loop van 1940/1941 kregen de Enern, Femern en Toern de beschikking over een 7,5cm kanon en een tweede Lewis mitrailleur. In 1942 kregen de schepen de beschikking over Active Sound Detection (voorloper van de sonar en afgekort tot ASDIC of Asdic) en vier dieptebommen aan boord om onderzeeboten op te sporen en te bestrijden tijdens escorte taken. Bovendien kregen de Enern, Femern en Toern een Brits mijnenveegtuig voor magnetische mijnen aan boord. De drie Noorse walvisjagers bleven tot het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederlandse dienst en hebben nuttige diensten verricht. Op 21 augustus 1945 werden ze te St. Johns, Canada, overgedragen aan de Noorse regering. De schepen werden daarna teruggegeven aan de oorspronkelijke eigenaar, Bryde & Dahls Hvalfangerselkap A/S (A/S Thor Dahl) te Sandefjord, en weer ingezet als walvisjagers.
De Enern werd op 30 maart 1950 verkocht aan Pesca Norte de Brazil en was in 1962 verwijderd uit het Lloyd`s Register. De Femern werd op 16 april 1946 verkocht aan Kr. Gjolberg te Oslo en in 1949 omgedoopt in Finnhval I, later in Arne Kalve en Steinevik. Het vaartuig werd het laatst gesignaleerd in Os bij Bergen in Noorwegen als drijvende viskwekerij Nautik. De Toern werd op 18 december 1951 verkocht aan Cheynes Beach Whaling Co. te Albany, West-Australië, en omgedoopt in Cheynes. Verdere lotgevallen van het schip zijn onbekend.
Bronnen
Boeken
AMSTEL W.H.E. VAN, De schepen van de Koninklijke Marine vanaf 1945, De Alk bv, Alkmaar, 1991.
BEZEMER, K.W.L., Zij vochten op de zeven zeeën, Uitgeversmaatschappij W. De Haan N.V., Zeist, 1964.
BOSSCHER, PH., M., De Koninklijke Marine in de Tweede Wereldoorlog deel 2, Uitgeverij T. Wever B.V., Franeker, 1986.
MARK, C., Schepen van de Koninklijke Marine in W.O. II, De Alk bv, Alkmaar, 1997.
MÜNCHING, L.L. VON, Schepen van de Koninklijke Marine in de 2e wereldoorlog, De Alk bv, Alkmaar, 1978.
www.dutchfleet.net
www.netherlandsnavy.nl
www.theshipslist.com
www.maritiemdigitaal.nl
www.en.wikipedia.org
www.warsailors.com
Versie: 20-11-2013
Artikel door: Peter Kimenai
Op 27-03-1937 uit Nw York vertrokken met de HAL SS Veendam naar Rotterdam, aankomst 6 april 1937, samen met echtgenotee en kinderen.
Willem van den Donker | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1927 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hielkje Bruin |
Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Persoonsdossier, Staat van Dienst / Marine, Den Haag
Algemeen Handelsblad
Nieuwe Rotterdamsche Courant
http://www.unithistories.com/officers/persons_dutch_navyD.html
Amigoe di Curacao
De Tijd
HVV
Het Vaderland
Akte 1202