Arbre généalogique Van den Aker, Van Eindhoven, Schepens en Verhoeven » Heijmerick Claes Heijmerick "Embrecht" Schepens (< 1511-± 1559)

Données personnelles Heijmerick Claes Heijmerick "Embrecht" Schepens 


Famille de Heijmerick Claes Heijmerick "Embrecht" Schepens

Il est marié avec Heijlken Henrick de Wolf.

Ils se sont mariésSource 1


Enfant(s):

  1. Lisbet Heijmerick Schepens  ????-± 1577 


Notes par Heijmerick Claes Heijmerick "Embrecht" Schepens

R.A. Oirschot, inv. nr. 128A, periode 1 Jan. 1511 t/m 31 december 1511.
Heijmerick, Goessen en Alaert, broers en wettige kinderen van Claes Heijmerick Schepens, verder Gielis Peter Gielis Snellaerts als man van Marie Cornelis Gerits van Peelt als man van Aleijt, en Lodewijk Loden Timmermans als man van Juet, gezusters en ook kinderen van genoemde Claes, verkopen aan Aert Claes Schepens een huis, tuin etc., met de helft van een eeuwsel, Jenneke dochter van Jan Janssen weduwe van Henrick Swolfs, verder Jan Gijsbrecht Quants als man van Gerit, Heijmerick Claes Schepens als man van Heijlwig en Anna Henrick Swolfs met haar voogd zijnde Rutger Heijlkens, alle wettige kinderen van genoemde Henrick Swolfs, hebben een deling gemaakt.

R.A. Oirschot, inv. nr. 128A, periode 1 Jan. 1512 t/m 31 december 1512.
Heijmerick Claes Schepens belooft Jan Herman Henricks die voortaan een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een beemd genoemd de Smeijersbeemd, gelegen in herdgang Straten in de Castaerden daar, b.p. Bertha Swolfs en haar kinderen, Gielis Hoppenbrouwers, Peter Goijaert Rademakers, de kinderen van Dirck Hoppenbrouwers de oude. Datum 4 januari 1512, getuigen Gielis Hoppenbrouwers en Henrick van de Velde.

R.A. Oirschot, inv. nr. 128A, periode 1 Jan. 1513 t/m 31 december 1513.
Wij, Adriaen Willem Vos van Berse, Henrick Rutger Belaerts, Aelbrecht van de Maerselaer, Goijaert van Tulden, Jan Goessens, Jacop Peters van Esch en Rutger van der Hoeven, schepenen van Oirschot verklaren hierbij plechtig dat voor ons is verschenen Jenneke dochter van Jan Janssen, weduwe van Henrick Swolfs, Jan Gijsbrecht Quants als man van Gerit, Heijmerick Claes Schepens als man van Heijlwig en nog Anna dochter van Henrick Swolfs met haar voogd Rutger Huijskens, zijnde alle wettige kinderen van genoemde Henrick Swolfs en hebben een deling gemaakt.

R.A. Oirschot, inv. nr. 129A, periode 1 Jan. 1519 t/m 31 december 1519
Henrick Lupprechts van Hersel als man van Anna dochter van wijlen Henrick Swolfs, verkoopt aan Heijmerick Claes Schepens die een stuk land, genoemd de Streep gelegen in herdgang Straten, b.p. Henrick van Best, Dirck de Hoppenbrouwer. Nog verkoopt hij hem een stuk beemd genoemd de Nageldonk, gelegen in de zelfde herdgang, b.p. Henrick van Best, Gerard Stijnen, Dirck Dielis Cremers, de gemeenschappelijke straat. Hieruit zal Heijmerick als koper jaarlijks een chijns betalen van 4 en een halve stuiver aan de heer. Actum 9 september 1519, getuigen Beertram en Velde.

R.A. Oirschot, inv. nr. 129B, periode 1 Jan. 1522 t/m 31 december 1522
Jan Dirck Hoppenbrouwers belooft aan Heijmerick Claes Schepens die voortaan jaarlijks een rente van 2 rijnsguldens te gaan betalen steeds op St. Jansdag op onderpand van een stuk beemd gelegen in herdgang Straten, genoemd de Nageldonk, b.p. Gijsbrecht Jan Hoppenbrouwers, de gemeijnte, Henrick Gijsbrecht Hoppenbrouwers. Datum 14 september 1522, getuigen Colen en Godefridus Aelbrechts. (akte is doorgestreept, JT)

R.A. Oirschot, inv. nr. 129B, periode 1 Jan. 1522 t/m 31 december 1522
Jan Daniel Schepens en Eijmbrecht Claes Schepens als wettige erfgenamen van Aert Gijsbrecht Schepens, verklaren dat Gerit Peters van de Laeck aan hen het 1/3e deel van een gulden per jaar heeft afgelost, welke rente Aert Eijmbrechts Schepens steeds heeft ontvangen uit het bezit van Goijaert Lemmen Thijssen. Datum 20 september 1522, getuigen Goert en Laeck.

R.A. Oirschot, inv. nr. 129B, periode 1 Jan. 1523 t/m 31 december 1523.
Heijmerick, Goessen en Aert, broers en wettige kinderen van Claes Heijmerick Schepens, verder Gielis Peter Gielis Snellaerts als man van Marie, Cornelis Gerits van Peelt als man van Aleijt, en Lodewijk Loden Timmermans als man van Juet, gezusters en ook kinderen van genoemde Claes, verkopen aan Alaert Claes Schepens hun erfdelen in een huis, tuin etc. samen met een zesterzaad en 5 roedes ´voorwegs´land samen met de dijk, zover als de tuin van het huis loopt naar de voorste hoek van het bakhuis, gelegen naast het nieuwe huis in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel, b.p. Dries van Oirschot, genoemde Aert, de gemeenschappelijke straat, Peter van der Ameijden. Nog verkopen ze hem een stuk land met het weilandje en de helft van een eeuwsel, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Andries van Oirschot, genoemde Alaert en Aert, Cornelis Gerits van Peelt.

Lasten hieruit zijn de helft van 3 Bossche muddes rogge , maat van Den Bosch en daar ook te leveren aan de erfgenamen van Jan Monninck en nog de helft van 2 en een halve mud rogge. ( te leveren aan het St. Barbara-altaar = doorgestreept, JT). Datum 17 september 1523 (1 mei=doorgestreept, JT), getuigen Vos en beerse.

Heijmerick, Goessen en Alaert, broers en wettige kinderen van Claes Heijmerick Schepens, verder Gielis Peter Gielis Snellaerts als man van Marie Cornelis Gerits van Peelt als man van Aleijt, en Lodewijk Loden Timmermans als man van Juet, gezusters en ook kinderen van genoemde Claes, verkopen aan Aert Claes Schepens een huis, tuin etc., met de helft van een eeuwsel, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel daar, b.p. Dries van Oirschot, Peter van der Ameijden, zijn broer Aert. Lasten hieruit zijn de helft van 3 Bossche muddes rogge en ook daar te leveren aan de erfgenamen van Jan Monnicks en de helft van een pacht van 2 en een half mud rogge maat van Oirschot. Actum als boven.

Alaert en Aert wettige kinderen van genoemde Claes Heijmerick Schepens , ieder voor de helft beloven aan Heijmerick, Goessen en Claes zijnd e hun broers, en aan Gielis Peter Gielis Snellaerts,m Cornelis Gerits van Peelt, en Lodeijk Loden Timmermans, die 10 rijnsgulden per jaatr te gaan betalen,s teeds op St. Jansdag op onderpand van het bezit zoals vermeld in de twee voorgaande brieven. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 129B, periode 1 Jan. 1523 t/m 31 december 1523.
Heijmerick, Goessen, Alaert en Aert, broers en wettige kinderen van Claes Schepens, verder Gielis Peter Gielis (Snellaerts, JT) als man van Marie, Cornelis Gerits van Peelt als man van Aleijt en Lodewijch Loden Timmermans als man van Jutken, alle wettige kinderen van genoemde Claes Schepens verwekt bij diens vrouw Heijlwich Alaert Wuesten, hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van wijlen hun vader hebben geerff en zulks in aanweigheid van hun moeder Heijlwig.

Genoemde Heijmerick krijgt het middelste deel van een akker genoemd de Ruetelakker, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel, b.p. Henrick van Berse, Goessen Claes Schepens, Cornelis Gerits van Peelt waarvan is afgedeeld, Alaert Claes Schepens waarvan is afgedeeld. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een stuk beemd genoemd dat Tregelaer, gelegen in herdgang Hedel. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een stuk beemd genoemd dat Aerschot gelegen in herdgang Spoordonk en nog het 1/4e deel van een heiveld genoemd dat Dunne gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel. Heijmerick moet overpad verlenen aan de andere achterste erven over zijn erf.

Genoemde Goossen krijgt een stuk land genoemd de Mortel, met de dries en het akkertje er achter, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hovel, b.p. Alaert en Heijmerick kinderen van Claes Schepens, Jan Vrancken, heer Thomas van de Venne, Peter van Mierde, Jan Lippen. Hij moet overpad over zijn erf geven aan de achterste akkers van de andere delers. Nog krijgt hij een stuk heide en weiveld, gelegen in herdgang Spoordonk genoemd het Hoolcop, b.p. Goessen Ruelens, Ruth de Lubber, Gijsbrecht Pels, de gemeijnte. Nog krijgt hij de helft van een beemd genoemd de Berckt, gelegen in herdgang Spoordonk, b.p. Goijaert Stevens, Jan Toerkens, heer Henrick van Esch, de kinderen van Dirck van de hagealer, de gemeijnte. Lasten hieruit zijn 12 en een halve stuiver aan de hertog van Bravant.

Genoemde Alaert krijgt het achterste stuk van een perceel genoemd de Ruetelakker aan de Hoevel, b.p. zijn broer Heijmerick waarvan is afgedeeld, de kinderen van Lippen van Hersel, Henrick van Berze, zijn broer Goessen. Nog krijgt hij een stuk beemd gelegen in herdgang Spoordonk, genoemd de Vloebeemd (Vloetbeemd?, JT), b.p. Joerden Sbrouwers, de gemeijnte, Thijs Peter Roefs, een pad daar. Lasten hieruit zijn 3 stuivers als chijns aan Philips Hinckaert. Nog krijgt hij een stuk beemd genoemd de Pelsert gelegen in herdgang Spoordonk, b.p. Willem van Elsen, Henrick Lippen van den Schoet, de Achtbunders, de gemeijnte. Lasten hieruit zijn 9 stuivers min een oort aan het kapittel van St. Jan in Den Bosch. Er moet overpad worden verleend aan de achterste percelen.

Genoemde Aert krijgt het voorste deel zoals is afgepaald van een stuk land genoemd de Grootakker, gelegen in herdgang de Kerkhof, b.p. Henrick Lippen van den Schoot, Loden Loden Timmermans waarvan is afgedeeld, Jacop Lonis Janssen, Marieken van der Ameijden. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een stuk beemd genoemd het Tregelaer gelegen in herdgang Hedel. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een stuk beemd genoemd dat Aerschot, gelegen in herdgang Spoordonk. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een heiveld genoemd dat Dunne, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel.

Gielis Peter Gielis als echtgenoot krijgt het achterste stuk zoals is afgepaald van een perceel genoemd de Grootakker, gelegen in herdgang de Kerkhof, b.p. zijn zwager Loden waarvan is afgedeeld, Lijksen Voskens, meester Gielis van Gewanden, de erfgenamen van Henrick van de Venne. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een stuk beemd genoemd dat Tregelaer, gelegen in herdgang Hedel, nog krijgt hij het 1/4e deel van een stuk beemd genoemd dat Aerschot gelegen in herdgang Spoordonk. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een heiveld genoemd dat Dunne, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel. Hij moet overpad verlenen aan de achterste delen van de andere delers.

Genoemde Cornelis namens zijn vrouw krijgt het voorste stuk van een perceel genoemde Ruetelakker zoals is afgepaald, b.p. Heijmerick Claes Schepens waarvan is afgedeeld, Alaert en Aert kinderen van Claes Schepens, Peter van Mierde, Henrick van Berse, Willem Huben van den Schoet. Er moet overpad worden verleend aan de achterste percelen van de andere delers. Nog krijgt hij een weiland genoemd de Moest gelegen in herdgang Spoordonk, nog krijgt hij de helft van een stuk beemd genoemd de Berckt gelegen in herdgang Spoordonk. Lasten hieruit zijn 22 stuivers en een half blank aan het kapittel van Oirschot.

Genoemde Loden als echtgenoot krijgt het middelste stuk van de genoemde Grootakker, gelegen in herdgang de Kerkhof, b.p. zijn zwager Aert waarvan is afgedeeld, Gielis Peter Gielis waarvan ook is afgedeeld, Jan Lippen van Herzel, meester Gielis van Gewanden, de erfgenamen van Jan van der Rijt. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een stuk beemd genoemd dat Tregelaer gelegen in herdgang Hedel, nog het 1/4e deel van een beemd genoemd het Aerschot gelegen in herdgang Spoordonk, nog het 1/4e deel van een heiveld genoemd het Dunne, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel. Hij moet overpad verlenen aan de achterste percelen van de andere delers.

De delers beloven deze deling gestand te zullen doen. Verder zal ieder de lasten op het eigen erfdeel zo betalen dat de anderen daarvoor gevrijwaard blijven. Als er meer lasten op iemands erfdeel drukken dan nu bekend is, dan zullen ze die samen betalen. Datum 17 september 1523, getuigen Vos en Berse.

Heijmerick en Aert uit de vorige akte beloven hun moeder Heijlwig zolang ze leeft haar jaarlijks 7 mud trogge en 14 rijnsguldens te betalen, steeds op Maria Lichtmisdag en nog elk jaar 200 bussels rijshout en 7 voeders binnenturf. Verder elk jaar nog 35 pond boter, de helft per half mei en de andere helft in de spurrietijd. Verder houdt ze het recht om in het oude of in het nieuwe huis te wonen waar ze dat wil en mag het bakhuisje gebruiken en het derde deel van de boomgaard, en mag ook zoveel groentes etc. in de tuin telen als ze nodig heeft. Als haar kinderen haar niet betalen dan mag ze haar bezit weer terugnemen, te weten het deel van diegene die niet betaalt. Actum als boven.

Goessen, Aert, Gielis, Cornelis en Lodewijk, ieder voor hun zevende deel ervan, beloven Henrick en Aert die voor hun belofte uit de vorige akte te zullen vrijwaren. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 129B, periode 1 Jan. 1524 t/m 31 december 1524.
Jan Bartholomeus Jan Eessens belooft aan Heijmerick Claes Schepens die voortaan een jaarlijkse rente van 2 en een halve rijnsgulden te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang Straten, b.p. Willem Scortten, de gemeijnte. Nog op onderpand van een schuur en een stuk land eraan, gelegen in de zelfde herdgang, b.p. Peter Laureijs, een gemeenschappelijke weg, Willem Scortten, de gemeenschappelijke straat. Nog op onderpand van een daarbij gelegen stukje land, b.p. Jan Huijskens, de gemeenschappelijke weg, Peter Wreijskens (Lauwreijssen, JT). De schuldenaar en Cornelis Daniels (van den Dijck, JT) beloven het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 129B, periode 1 Jan. 1524 t/m 31 december 1524.
Jan Daniel Schepens, Heijmerick, Goessen, Alaert en Aert, wettige kinderen van Claes Schepens, verder Gielis Peter Gielis als man van Marie dochter van genoemde Claes, Cornelis Gerits van Peelt als man van Aleijt dochter van Claes Schepens, Lodewijk Loden Timmermans als man van Jutta dochter van genoemde Claes, Willem Dirck Corten als man van Henrick dochter van Daniel Schepens, Aert Jan Wittens als man van Heijmerick dochter van Daniel Schepens, Lisbeth Jan Damen met haar voogd Gerard Henricks van Best, Willem Lip Gerards van Berze als man van Heijmerick natuurlijke dochter van Goijaert Schepens, Jan van Litt als voogd over zijn kinderen die hij had verwekt bij Geertruit wettige dochter van Jan de Coninck die Jan had verwekt bij Lijntken dochter van Jan damen, hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd na de dood van Aert en Goijaert Schepens en andere bezit dat ze middels een afspraak hebben verkregen van Henrick Schepens die nog in leven is.

Genoemde Jan Daniel Schepens krijgt de helft van een jaarlijkse rente van 24 rijnsguldens die wordt betaald door het dorp Waalre, welke rente aflosbaar is. Nog anderhalve rijnsgulden per jaar te ontvangen van Ruth Willem Henricks, aflosbaar, nog een rijnsgulden per jaar te ontvangen van Willem de Cort aflosbaar, nog een rente van 25 stuivers per jaar te ontvangen van Gerart Lippen, ook aflosbaar.

Genoemde Heijmerick krijgt een jaarlijkse rente van 6 rijnsguldens te ontvangen van Daniel Vos welke rente aflosbaar is, nog een aflosbare rente van 3 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Jacop Wouter Thijssen, nog een aflosbare rente van een rijnsgulden te ontvangen van Jan Lambrechts, nog een rente van anderhalve gulden te ontvangen van Dirck Verheijen, een rijnsgulden per jaar te ontvangen van Henrick van Best en 2 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Dirck Hermans.

Genoemde Goessen krijgt een jaarlijkse rente te ontvangen van Gerard Pauwels die in Vessem woont, nog een rente van 2 rijnsguldens te ontvangen van Geerlick Peter Wreijssen, nog een rente van anderhalve rijnsgulden te ontvangen van Goijaert Jan Gijben Hoppenbrouwers, nog de helft van een rente van anderhalve rijnsguldens per jaar te ontvangen van Dirck Jan Timmermans.

Genoemde Alaert krijgt de helft van een jaarlijkse rente van 24 rijnsguldens te ontvangen van het dorp Waalre, nog een gulden per jaar te ontvangen van Gijsbrecht Henrick Gijsbrecht Hoppenbrouwers, nog een rente van 2 en een halve rijnsguldens per jaar te ontvangen van Emond Henrick Willems. Alle rentes zijn aflosbaar volgens de brieven ervan.

Genoemde Aert krijgt een rente van anderhalve rijnsgulden per jaar te ontvangen van Claes de Harnismaker, nog een rijnsgulden per jaar te ontvangen van Gijsbrecht Happen, nog een rente van 7 rijnsguldens per jaar te ontvangen van joffrouw Pijnappels, nog 2 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Pauwels Dessels, nog een rente van 3 rijnsdguldens per jaar te ontvangen van Gijsbrecht Jan Gijsbrecht Hoppenbrouwers. Alle rentes zijn aflosbaar volgens de brieven ervan.

Gielis Peter Gielis als echtgenoot krijgt een rente van 8 en een halve rijnsguldens te ontvangen van Geerlick Thomas Geerlicks, nog een rijnsgulden per jaar te ontvangen van Henrik Willem Aelbrechts, nog een rente van 3 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Jan Henrik Corstesn, nog een rijnsgulden per jaar te ontvangen van Jan Schepens, nog een rente van 12 en een halve stuiver per jaar te ontvangen van Henrik Gijsbrechts van der After.

Lodewijk Loden Timmermans als echtgenoot van zijn vrouw krijgt een rente van 8 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Jan Jan Lucas van den Schoet, nog een rente van 3 rijnsdguldens per jaar te ontvangen van meester Gielis Gijsbrechts, nog anderhalve rijnsguldens per jaar te ontvangen van Peter Wouter Snijders, nog een rente van anderhalve rijnsguldens per jaar te ontvangen van Elias Mortsels. De rentes zijn aflosbaar.

Cornelis Gerarts als echtgenoot krijgt een rente van 6 rijnsguldens te ontvangen van Jenneke de vrouw van Joerden Brouwers, nog een rente van 2 rijnsdguldens per jaar te ontvangen van Goijaert de Ketelbueter, nog een rente van 4 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Gielis de Schoenmaker, nog 3 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Henrick Willems.

Willem Dirck Cortten als echtgenoot krijgt een rente van 4 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Katarijn weduwe van Jan Wouters van de Loo, nog een rente van 3 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Gielis Leemans, nog een rente van 2 en een halve rijnsguldens per jaar te ontvangen van Gerart Willems, nog een rente van 38 stuivers per jaar te ontvangen van Dirck Wouters van de Venne, nog een rente van 2 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Jan Schepens, nog een rijnsgulden per jaar te ontvangen van Aert de Wit. Alle rentes zijn aflosbaar en betaalbaar op de termijnen volgens de brieven ervan.

Aert Jans Witten als echtgenoot krijgt een rente van 6 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Jan Joerdens, nog een rente van 3 rijnsguldens per jaar te ontvangen van de kerk te Beerze, nog een rente van 4 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Dirck Stans, nog een rente van 25 stuivers per jaar, te ontvangen van Heijlken Corsten. De rentes zijn betaalbaar en aflosbaar volgens de brieven ervan.

Lisbeth dochter van Jan Damen krijgt een rente van 3 rijnsguldens te ontvangen van Dionijs Lonis, nog een rente van 6 rijnsguldens per jaar te ontvangen van de broer van Gielis de Raijmaker te Woensel, nog een rente van 2 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Jan Mercks, nog 2 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Jan de Cremerm nog een rijnsgulden per jaar te ontvangen van Aert van Zeelst. De rentes zijn betaalbaar en aflosbaar volgens de brieven ervan.

Jan van Litt vanwege zijn vrouw krijgt een bedrag van 270 rijnsguldens en 13 stuivers en een grote Brabantse eens.

Genoemde Willem Lippen Gerarts van Berze als man van Heijmerick krijgt een rente van 6 rijnsguldens eens te ontvangen van Dirck Corstens, nog een rente van 3 rijnsguldens te ontvangen van Gielis Suetericks, nog een rente van 4 rijnsguldens per jaar te ontvangen van hemzelf, waarvan hij hij geld heeft ontvangen, nog een rente van anderhalve rijnsgulden per jaar te ontvangen van Henrick Sbrouwers te Oerle.

Datum 18 september 1524, getuigen Godefridus Hoppenbrouwers en Aert Henricks. (een redelijk welgestelde familie, de rentes komen op een totaal van ca. 170 rijnsguldens per jaar, globaal overeenkomend met een kapitaal van ca. 3000 gulden, JT)

R.A. Oirschot, inv. nr. 129 B periode 1 Jan. 1525 t/m 31 december 1525.
Willem Dirck Corten uit de vorige akte heeft beloofd om voortaan aan Eijmbrecht Claes Scepens die jaarlijks een rente van 5 rijnsguldens te gaan betalen, steeds op St. Jansdag en voor de eerste keer per a.s. St. Jansdag over een jaar, op onderpand van een stuk land genoemd het Steeland, uit de vorige akte. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 130a, periode 1 Jan. 1526 t/m 31 december 1526
Henrick Aert Jacops heeft beloofd om voortaan aan Heijmerick Claes Scepens die een jaarlijkse rente van 5 gulden te gaan betalen, op onderpand van een akker groot 5 en een halve lopenzaad, genoemd de Molenbraeck, gelegen in herdgang Straten, b.p. Henrick Gijsbert Hoppenbrouwers, Jan Colen, de gemeijnte daar, Goijaert Jan Ghijben. Datum 19 september 1526, getuigen Thomas en Jan.

De rente is aflosbaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 100 Rijnsguldens. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 130a, periode 1 Jan. 1527 t/m 31 december 1527
Heijmerick Claes Scepens heeft verklaard dat hij eerder een obligatie en document heeft ontvangen als erfgenaam van wijlen Aert Scepens, aangaande een schuld die Bartholomeus Dirck Corstiaens had te betalen aan Claes van Delft en welke vordering Aert Scepens van deze Claes had gekocht, zodat Aert van deze Bartholomeus 21 Rijnsguldens en 10 stuivers had te vorderen. Heijmerick verklaart nu dat hij van vermelde Bartholomeus deze 21 Rijnsguldens en 10 stuivers heeft ontvangen en geeft hem en alle anderen die een kwitantie nodig hebben daarvoor kwijting. Datum 3 februari 1527, getuigen Goessen en Goijart.

R.A. Oirschot, inv. nr. 130a, periode 1 Jan. 1527 t/m 31 december 1527
Jan Danel Scepens, verder Willem Dirck Corten als man van Henrick wettige dochter van wijlen Daniel Scepens, Aert Jan Switten als man van Heijmerick ook dochter van wijlen Daniel Scepens, nog Elizabeth Houbraken weduwe van Willem Houbraken wettige dochter van wijlen Jan Damen verwekt bij Geertrui zijnde een zuster van wijlen Henrick Scepens, samen met haar voogd Gerard Henricks van Best, verder Willem van Berze als man van Heijmerick natuurlijke dochter van wijlen Goijaert Scepens, (welke Goijart een broer was van wijlen geneoemde Henrick Scepens, is doorgestreept, JT), verder Jan van Lith namens zijn wettige kinderen verwekt bij Geertrui natuurlijke dochter van wijlen Jan Jacop Raijmakers verwekt bij Katalijn dochter van Jan Damen en van Geertrui als zuster van wijlen Henrick Scepens, verder Goessen, Alaerdt, Aert, en Heijmerick, broers en wettige kinderen van wijlen Claes Scepens die een wettige broer was van wijlen Henrick Scepens, nog Gielis Peter Gielis als man van Marie (wettige dochter van wijlen Claes Scepens is doorgestreept, JT), Cornelis Gerarts als man van Aleijt, ( wettige dochter van wijlen Claes Scepens is doorgestreept, JT), Loijwijch Loij Timmermans als man van Jutta, zijnde allen wettige dochters van wijlen genoemde Claes Scepens, hebben samen een boedeldeling gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd of deels aan hen in een testament werden vermaakt zoals ze zeiden, bij het overlijden van Goijart Scepens, Aert Scepens en Henrik Scepens, zijnde broers. (13 erfdelen, JT)

Genoemde Jan Scepens krijgt een akker genoemd den Paijekker, gelegen in herdgang Aerle, b.p. Gijsbrecht Janssen, een gemeenschappelijke weg, Jan Colen, Aert die Wit. Verder krijgt hij de helft van een beemd die de Nijewen Dijk heet, en welke helft ‘rijdend’ is, en waarvan de andere helft eigendom is van Aert die Leege en zijn familie, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de gemeijnte genoemd de Groetdonck, de gemeijnte genoemd het Maerselaer, Henrick van den Maerselaer die men Cleijn Heijn noemt. Verder krijgt hij een lopen rogge per jaar op onderpand van de helft van de genoemde beemd, genoemd den Nijewen Dijck te ontvangen van Aert die Leege en diens kinderen. Nog krijgt hij 13 gulden eens te ontvangen van Andries Peter Neefs ( soms van de Laeck genoemd, JT), per a.s. Maria Lichtmisdag. Jan moet wel zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Willem Dirck Corten in zijn hoedanigheid krijgt het huis met tuin etc., groot een zesterzaad, gelegen in herdgang Straten, b.p. Aert Switten, Aert Verschueren, de gemeenschappelijke straat daar. Lasten hieruit zijn een stuiver en een half oort als chijns aan de hertog, nog een halve braspenning aan de O.L. Vrouwekapel te Oirschot, nog een half mud rogge aan de H. Geest te Oirschot, nog een half mud rogge aan Goijaert van Geloven. Verder moet men zorgen voor

onderhoud van wegen en waterlopen. Verder krijgt Willem 8 Karolusguldens eens te ontvangen van zichzelf, want het bezit is belast met 2 en een halve gulden per jaar, ( ik kom uit op 52 gulden kapitaal, waarvan sommige andere erfgenamen ieder een deel krijgen in deze boedeldeling, JT) waarop Willem deze 8 gulden in mindering zal brengen. Verder krijgt hij 9 lopen rogge per jaar te ontvangen van Gijsbrecht Henrick Hoppenbrouwers.

Aert Jan Witten in diens hoedanigheid krijgt een beemd genoemd de Verdonck, gelegen in herdgang Straten, , b.p. Jan Henrick Gerarts, de kinderen van Dirck Witten, het gemeenschappelijke broek daar als gemeijnte. Nog krijgt hij een beemd genoemd dat Maerselaer, ter zelfder plaatse gelegen, b.p. rondom aan de gemeijnte genoemd de Zengdonck. Lasten uit dit bezit zijn anderhalve stuivers als grondchijns en verder te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Genoemde Elisabeth Houbrakens krijgt 2 akkers met een weiland daar aan, genoemd de Brueckelen, met de helft van een pad daar, gelegen in herdgang Straten, b.p. Meeus Gerart Mercks met meer anderen, Willem van Berze waarvan het is afgedeeld, Katalijn Aert Jacops, Denis die Leege. Lasten hieruit zijn het ¼ deel van een pond peper aan de erfgenamen van Marten van Campen en verder te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. Verder krijgt ze 10 Karolusguldens eenmalig te ontvangen van Andries Peter Neefs.

Willem van Berze in zijn hoedanigheid krijgt een klein beemdje gelegen in herdgang Verrenbest, aan de Hoge Weteringe daar, b.p; het gemeenschappelijke broek, Dirck Lucassen waar een weg tussendoor loopt. Nog krijgt hij 2 aan elkaar gelegen akkers, genoemd die Hoelt gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan Colen, Goessen Scepens waarvan het is afgedeeld, een pad die ook voor de helft aan Willem behoort en van welk pad Elisabeth Houbraken de andere helft heeft. Verder krijgt hij 4 lopen rogge per jaar te heffen op de akker genoemd den Hoegen Akker die eigendom is van Gielis Peter Gielis Snellen en welke akker hem vandaag is toebedeeld. Gielis zal die pacht van 4 lopen rogge jaarlijks gaan betalen. Verder krijgt hij nog 16 gulden eens te heffen van Willem Dirck Corten. Lasten uit dit erfdeel zijn een halve braspenning als chijns en men moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Jan van Lit namens zijn kinderen krijgt de helft van een huis, tuin etc., groot totaal 7 lopenzaad, gelegen in herdgang Aerle, waarvan de andere helft eigendom is van Aert Claes Scepens, dat hem vandaag is toebedeeld, b.p. Wouter Peter Gerits, Jan van den Maerselaer, de straat. Verder krijgt hij de helft van een stuk land genoemd die Schoet, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, waarvan de andere helft eigendom is van genoemde Aert Claes Scepens, b.p. Roef Peter Roefs, Jan van den Maerselaer, Jan Daniels, Jan Dircks, Gijb Denen. Lasten op dit erfdeel zijn 2 lopen rogge per jaar aan Loijwich Loy Timmermans, zoals hem vandaag is toebedeeld, nog de helft van een stuiver en de helft van een negenmenneken en de helft van een hoen als grondchijns aan de heer. Verder te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Goessen Claes Scepens krijgt de helft van een beemd, in totaal genoemd de Spijkersbuenre, waarvan de andere helft eigendom is van Denis Leegen en zijn familie, gelegen in herdgang Naastenbest, b.p. Niclaes van Delft, Beertram van den Spijker, het gemeenschappelijke Neerbroek daar. Verder krijgt hij een eeuwsel gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan Scepens, Willem van Berze waarvan is afgedeeld, Jan Joerdens. Nog krijgt hij een half mud rogge per jaar te ontvangen van Wouter Peter Alaerts, nog 10 Karolusguldens eens te ontvangen van genoemde Willem Dirck Corten. Lasten hieruit zijn 8 stuivers een oort als grondchijns aan de heer, verder overpad te moeten verlenen aan degenen die er recht op hebben.

Alaerd Scepens krijgt een akker genoemd dat Cloetken, en een akker genoemd de Heijnen Meeusakker , aan elkaar gelegen, in herdgang Straten, b.p Henrick Henrick Hoppenbrouwers, meester Jan de Cromme met meer anderen, Gijsbrecht Gijsbrecht Hoppenbrouwers, een pad daar. Verder krijgt hij 4 gulden eens te ontvangen van genoemde Willem die Cort. Lasten uit dit erfdeel zijn anderhalve stuiver en een negenmenneken als grondchijns. Verder overpad te moeten verlenen aan degenen die er recht op hebben.

Heijmeric Claes Scepens krijgt een beemd genoemd de Oeijendonck, met een weg over Dirck Lucassen en Jan Huijskens, gelegen in Boxtel onder Liempde aldaar, b.p. Henrick Aelbrechts, Jan Vergoijendonck, Lucas van den Schoet, Dirck Lucas en Jan Huijskens. (verder krijgt hij anderhalve gulden per jaar te ontvangen van Andries van de Laeck, aflosbaar= doorgestreept, JT). Lasten uit dit erfdeel zijn 2 stuivers en 3 oort Hooidonckse chijns. Verder overpad te moeten verlenen aan degenen die er recht op hebben.

Aert Claes Scepens krijgt de helft van het huis tuin etc., samen 7 lopenzaad groot, waarvan de andere helft aan Jan van Lit namens diens kinderen is toebedeeld, gelegen in herdgang Aerle zoals hiervoor al gespecificeerd. Verder krijgt hijde helft van een perceel waarvan de andere helft aan Jan van Lit etc. is toebedeeld, omschreven zoals hiervoor. Lasten uit de helft van het bezit zijn 2 lopen rogge per jaar aan Loijwijch Loy Timmermans, nog de helft van een stuiver een half oort, nog de helft van een hoen als grondchijns. Verder overpad te moeten verlenen waar dat nodig etc.

Gielis Peter Gielis Snellen in zijn hoedanigheid krijgt een akker genoemd de Hoegen ekker, gelegen in herdgang Straten, b.p. Gijsbrecht Janssen, Dirck van den Maerselaer, Ijken Gielis waar tussenin een weg loopt. Lasten uit dit erfdeel zijn 4 lopen rogge per jaar aan Willem van Berze in diens hoedanigheid hier, nog anderhalve stuivers als grondchijns. Verder te moeten laten wegen etc.

Cornelis Gerards in zijn hoedanigheid krijgt een beemd genoemd den Nijewen Beemd, gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Beertram van den Spijker en meer anderen, dat Neerbroeck aldaar, Dirck van den Maerslaer, Claes Ariaen Smollers. Verder krijgt hij 2 lopen rogge per jaar te ontvangen van Jan Colen, nog krijgt hij 6 gulden eens van genoemde Willem de Cort. Lasten uit dit erfdeel zijn 10 stuivers een oort als grondchijns. verder te moeten laten wegen etc.

Loijwijch Loy Timmermans in zijn hoedanigheid krijgt een akker genoemd de Tiendeloze akker, gelegen in herdgang Straten, b.p. Willem die Cort, Gijsbrecht Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Gerart Stijnen,een gemeenschappelijke weg daar. Verder krijgt hij nog een beemd genoemd den Blaeckenbeemd, met het gebruik van een weg over een pad daar, ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. de kinderen van Henrick van Best met meer anderen, Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Jan Scepens, een pad daar. Nog krijgt hij een eeuwsel aan de zelfde beemd gelegen, genoemd dat Haverland, met het gebruik van een weg daar door de genoemde pad over de Blaeckenbeemd. In het geval hem dat overpadsrecht wordt geweigerd, mag hij wegen over het erf van Willem van Berze, die dat hier ook toestaat als mede-erfgenaam, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Jan Colen, Dirck die Hoppenbrouwer, Willem van Berze waarvan het is afgedeeld, Jan Huijskens. Verder krijgt hij 2 lopen rogge per jaar te ontvangen van genoemde kinderen van Jan van Lit, op onderpand van de helft van het erf onder Aerle dat hem vandaag is toebedeeld ten behoeve van zijn kinderen.

Verder krijgt hij 2 lopen rogge per jaar te heffen van Aert Claes Scepens uit diens helft van het huis etc. gelegen in herdgang Aerle dat hem vandaag is toebedeeld. Nog krijgt hij 8 Karolusguldens eens te ontvangen van Willem de Cort. Lasten uit dit erfdeel zijn een stuiver als grondchijns. Verder te moeten laten wegen etc.

Genoemde erfgenamen en delers beloven elkaar deze boedeldeling altijd gestand te zullen blijven doen.
Datum 10 november 1527, getuigen Belaert en Goijaert.

R.A. Oirschot, inv. nr. 130a, periode 1 Jan. 1527 t/m 31 december 1527
Henrick Aert Jacops als man van Elisabeth dochter van wijlen Willem Houbraken, heeft aan Heijmerick Claes Scepens die de helft van 2 akkertjes en een wilandje verkocht, samen aan elkaar gelegen, samen met de helft van een half pad daar, zijnde het 1/4e deel gelegen tussen het hierna vermelde erf en dat van Willem van Berze, ook nog met recht van overpad over een weg door de gemeijnte, waar lange tijd een straat heeft gelopen, waarvan de andere helft eigendom is van Gerart van Best als man van Geertruit dochter van wijlen Willem Houbraken. De percelen liggen in herdgang Straten, b.p. Willem van Berse, Meeus Mercks, Katalijn Aert Jacops, Denis Leegen. De lasten hieruit zijn de helft van 1/4e deel van een pond peper aan de erfgenamen van wijlen Marten van Campen. Afspraak is verder dat Heijmerick als koper het bezit pas kan aanvaarden stoppelbloot nadat Elisabeth weduwe van Willem Houbraken is komen te overlijden en niet eerder omdat ze nog altijd het vruchtgebruik van het bezit heeft zolang als ze leeft. Verder mag het geriefhout uit de helft niet eerder gekapt worden vooraleer het 4 jaar oud is, en dan moet het binnen 4 maanden in de winter en voor april gekapt worden en niet eerder, hetgeen Henrick als koper heeft beloofd zulks na te volgen. Datum 3 september 1527, getuigen Goessen en Laeck

R.A. Oirschot, inv. nr. 130a, periode 1 Jan. 1527 t/m 31 december 1527
Alart Peter Alaerts heeft beloofd om voortaan aan Heijmerick Claes Scepens die een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalen, op onderpand van een huis, tuin etc. groot 2 en een halve lopenzaad, gelegen in herdgang Spoordonck, b.p. Jacop Smetsers, Aert Scellekens, de gemeenschappelijke straat. Datum 11 december 1527, getuigen Goessen en Joest.

De rente is altijd aflosbaar , mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 18 gouden Karolusguldens. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 130a, periode 1 Jan. 1527 t/m 31 december 1527
Goessen Claes Scepens onze collega-schepen heeft aan zijn broer Heijmerick die een eeuwsel verkocht genoemd de Erdboer, gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan Scepens, Willem Lippen van Berze, Jan Joerdens, Loij Loijwich Timmermans. De koper moet overpad verlenen aan diegenen die er recht op hebben. Datum 24 december 1527, getuigen Jan en Joest.

Genoemde Heijmerick heeft beloofd om aan zijn broer Goessen die 50 gouden Karolusguldens te gaan betalen per a.s. St. Jansdag samen met 2 en een halve gulden rente. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 130b, periode 1 Jan. 1528 t/m 31 december 1528
Alart Claes Scepens heeft aan zijn broer Heijmerick Claes Scepens, die 2 akkers verkocht, de ene genoemd dat Cloetken, de andere genoemd de Heijnen Meeuw akker, gelegen in herdgang Straten, b.p. Henrick Henrick Hoppenbrouwers, meester Jan die Crom, Gijsbrecht Hoppenbrouwers. Alaert had deze akkers geerfd van Henrick, Goijaert en Ard Scepens, zijnde zijn ooms en waren hem in de boedeldeling eerder toebedeeld. Lasten hieruit zijn anderhalve stuiver en nog een half oort als grondchijns. Datum 4 februari 1528, getuigen Leeman en Michiel.

Heijmerick Claes Scepens heeft aan zijn broer Alart Claes Scepens die een akker verkocht, groot 5 lopenzaad, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel, b.p. Cornelis Gerarts, de koper zelf, Goessen Scepens, Ariaen van Berze. Actum als boven

R.A. Oirschot, inv. nr. 130b, periode 1 Jan. 1528 t/m 31 december 1528
Heijmerick Claes Scepens heeft afstand gedaan ten behoeve van Gerard Henricks van Best inzake diens aankoop van de helft van twee akkertjes met een erbij gelegen weiland, waarvan de andere helft eigendom is van genoemde Gerard, samen met het gebruik van een weg, gelegen in herdgang Straten, b.p. Willem van Berze, Meeus Mercks, Katalijn Aert Jacops, Denis Leegen. Dat bezit had Heijmerick verkregen van Henrick Aert Jacops als man van Elisabeth dochter van wijlen Willem Houbrakens, Gerart Henricks van Best als man van Geertrui dochter van wijlen Willem Houbraken, heeft aan Heijmercik Claes Scepens die de helft verkocht van 2 akkertjes en een weiland samen aan elkaar gelegen, samen met het 1/4e deel van een pad tussen dit perceel en dat van Willem van Berse, samen ook met het gebruik van een weg van de gemeijnte daar waarover sinds lang geweegd mag worden, gelegen in herdgang Straten, b.p. Willem van Berze, Meeus Mercks, Katalijn Aert Jacops, Deenis Leegen. Lasten hieruit zijn de helft van 1/4 pond peper aan de erfgenamen van wijlen Marten van Campen. Heijmerick als koper kan de helft van dat bezit pas aanvaarden na de oogsttijd stoppelbolot en wel voor het eerst na het overlijden van Elisabeth weduwe van Willem Houbraken, omdat die daarvan nog het recht van vruchtgebruik heeft zolang ze leeft. Het geriefhout op het bezit van de helft mag men ook niet eerder afkappen dan nadat het minstens 4 jaar oud is en dan moet men dat hout in de 4 wintermaanden voor april afkappen. Gerart belooft daarvoor garant te staan. Datum 25 februari 1528, getuigen Aert en Michiel.

Heijmerick Claes Scepens heeft beloofd om aan Gerard Henricks van Best die 107 gouden Karolusguldens te gaan betalen en nog 5 stuivers, en wel per de eerste St. Bavodag wanneer Heijmerick het bezit stoppelbloot na de dood van Elisabeth heeft aanvaard. Datum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 130b, periode 1 Jan. 1529 t/m 31 december 1529
Jan Daniel Scepens, verder Heijmerick, Goesen, Alart en Aert, broers en wettige kinderen van wijlen Claes Scepens, verder Gielis Peter Gielis als man van Marie, Cornelis Gerarts van Peelt als man van Aelijt, Lodewijk Loden Timmermans als man van Juet, allen wettige dochters van wijlen Claes Scepens, berder hier Willem Dirck Corten als man van Henrick, Aert Jan Zwitten als man van Heijmerick, wetiige dochters van genoemde wijlen Daniel Scepens, verder Lisbet dochter van Jan Damen met haar voogd Gerit Henricks van Best, Willem Lup Gerarts van Berse als man van Heijmerick natuurlijke dochter van Goijart Scepens, nog Jan van Lit als voogd over zijn kinderen verwekt bij Geertrui wettige dochter van Jan die Coninck verwekt door deze Jan die Coninck bij Katalijn Jan Damen, hebben aan Henrick Dirck Verhoeven, die de volgende jaarlijkse rentes verkocht om die te mogen innen zolang hij leeft en niet langer. Dat betreft een rente van 3 gulden per jaar welke rente Jacop zoon van wijlen Peter Jacops van Esch eerder had beloofd aan Aert Heijmerick Scepens, op onderpand van een huis, tuin etc., groot 7 lopenzaad gelegen in herdgang de Kerkhof, b.p. de gemeenschappelijke straat, Willem Corstens Scomekers, heer Frank die Haest, Wouter van den Ven, Elisabeth Sdekens, Lonis Lambrecht Rotaerts de kuiper. Verder een rente van 2 Rijnsguldens per jaar, welke rente Henrick Daniel Hillen eerder had beloofd aan Aert Heijmerick Scepens op onderpand van een huis, tuin etc., gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan Joris Volders, Henrick natuurlijke zoon van Henrick van Strijp, de gemeijnte. Nog een rente van 2 gulden per jaar die heer Thomas van den Snepscheut priester eerder had beloofd aan Aert Heijmerick Scepens, op onderpand van een huis, tuin etc., gelegen in herdgng de Kerkhof, b.p. Everaert Celen, Katalijn dochter Joerden Ansems, heer Lambrecht Ambrosius, de gemeenschappelijke straat. Nog een rente van 32 stuivers die deze personen als erfgenamen van wijlen Aert Scepens, Henrick Scepens en Goijaert Scepens em Elisabeth Scepens hebben verkregen van Jan Daniel Scepens en welke rente Ervart Rutger Ervaerts deze Jan had beloofd op onderpand van de helft van een beemd genoemd de Donk gelegen in herdgang Straten, b.p. Dirck Dielis, de gemeijnte daar, een beemd genoemd de’ beemd van Acht’. Al deze rentes hadden de vermelde verkopers geerfd of waren hen deels vermaakt ook bij het overlijden van Aert, Henrick, Goijart en Elisabeth kinderen van wijlen Heijmerick Scepens. Na het overlijden van genoemde Henrick Dirck Verhoeven zullen deze rentees weer versterven op degenen die er qua erfrecht etc. recht op hebben. Men verklaart dat de vermelde rentes goede en betrouwbare rentes zijn. Datum deels op 10 januari, deels 20 januari 1529 , getuigen Velde, Willem, Denis en Joest.

R.A. Oirschot, inv. nr. 131a, periode 1 Jan. 1531 t/m 31 december 1531
Henrick zoon wijlen Thonis Henricks, voor hemzelf handelend en voor Joerdaen en Ermgard, zijn broer en zus, in aanwezigheid van Jan Jan Peters, Henrick Jan Goessens en Henrick Joerdens als voogden en toeziende voogden over de kinderen van wijlen genoemde Thonis, verkopen hierbij aan Heijmerick Claes Scepens, de helft van een beemd genoemd de Plijsdonck, gelegen in herdgang Straten onder Ameijden, b.p. Jan hermans, Henrick van de Velde, de gemeijnte. Lasten hieruit een stuiver grondchijns aan de hertog. Indien in de toekomst op deze helft meer lasten blijken te drukken dan nu is beschreven, danwel dat Heijmerick in zijn bezit wordt belemmerd, dan moet Henrick aan zijn broer en zuster danwel aan hun erfgenamen na hen, toestaan om het bezit af te mogen lossen tegen 23 gouden Karolusguldens. Datum 20 januari 1531, getuigen Rut en Schoet.

R.A. Oirschot, inv. nr. 131a, periode 1 Jan. 1531 t/m 31 december 1531
Wij schepenen, gezworenen, raadslieden, kerkmeesters , H. Geestmeesters en een deel van de inwoners daartoe met een zondagse oproep bijeengebracht en daarover vergaderd, hebben beloofd om aan Heijmerick Claes Scepens en Aert Thomas van den Ven, die een bepaald geldsbedrag terug te geven danwel dat zij dat mogen verrekenen op het geld dat de achtmannen voor dit huidige jaar hebben opgelegd gekregen en nog op zullen leggen in hun herdgangen. Dat geld was door Heijmerick en Ardt beloofd aan Peter van Balen als rentmeester van de koning en wel vanwege opgelegde ‘beedes’ (bijdrages, JT) of ruitergeld dat Oirschot nog achterstallig was aan deze rentmeester voor het jaar 1528. Het corpus van Oirschot belooft aan Heijmerick en Aert die te zullen vrijwaren voor alle kosten etc. die ze hebben gemaakt. Datum 26 februari 1531, getuigen Staijekker en Meijen. ( ik neem aan dat Heijmerick en Aert de borgemeesters waren voor geheel Oirschot, JT)

R.A. Oirschot, inv. nr. 131B, periode 1 Jan. 1532 t/m 31 december 1532
Jan Daniel Scepens, verder Goesen, Alart en Aert als broers en kinderen van wijlen Claes Scepens, verder Gielis Peter Gielis (Snellaaerts, JT) als man van Marie, Cornelis van Peelt als man van Aleijt Loijwich Loij Timmermans als man van Jueten, allen dochters van genoemde Claes Scepens, verder Aert die Wit als man van Heijmerick, dochter van Daniel Scepens, Willem Lip Gerarts als man van Heijmerick natuurlijke dochter van Goijaert Scepens, verder Jan van Lit als man van Geertrui mede namens zijn kinderen, Willem die Cort weduwnaar van Henrick dochter van Daniel Scepens, verder Gerit Henricks van Best als man van Geertrui en Henrick Aert Jacops als man van Lisbeth, verkopen nu samen hun aanspraken en erfdelen in een jaarlijkse rente van anderhalve Rijnsgulden die hen waren vermaakt door wijlen Aert Scepens en welke rente Andries van de Laeck eerder aan Aert had verkocht, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag, op onderpand van een stuk land groot ca. een lopenzaad, gelegen in Oirschot onder Gunterslaer conform een schepenbrief van Den Bosch. Ze verkopen hun aanspraken nu aan Heijmerick Claes Scepens en de verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen. Datum 17 januari 1532, getuigen Gerart en Willem.

Los inliggend stuk :
Heijmerick, Alart en Aert zoals hiervoor ze staan vermeld, hebben verklaard dat Jan Daniel Scepens aan hen de rogpacht van 2 mud rogge per jaar heeft afgelost, die ze hadden geerfd van Henrick Scepens en zijn broer en genoemde Henrick en zijn broer hadden de pacht geerfd van Henrick die Smit, en laatstgenoemde Henrik had de pacht verkregen met recht van vernadering van zijn zoon Aert en Aert op zijn beurt had die weer verkregen van Jan en Henrick, broers en kinderen van Jan Lierincks en van Aerden Back als man van Ijda dochter van genoemde Jan Lierincks. De pacht was eeder door Jan Colengart van Straten aan Jan Lierincks beloofd, steeds vervallen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een beemd genoemd de Veerdonksbeemd, gelegen in Oirschot, conform een schepenbrief van Den Bosch en een van Oirschot. Ze geven nu kwijting aan Jan Daniel Scepens voor de twee mud rogge per jaar en ze beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen. Datum 16 januari 1532, getuigen Gerart en Willem.

Los inliggend stuk :
Al de hiervoor vermelde erfgenamen van wijlen Aerden Scepens, allen in hun hoedanigheid verkopen hierbij hun aanspraken in een jaarlijkse rente van twee Rijnsguldens, die ze hadden geerfd van wijlen Aert Scepens. Deze rente had eerder Willem zoon wijlen Willem Geraert Zeelmakers alias de Snijder, aan Aerden Scepens beloofd, steesd vervallend op St. Jansdag op onderpand van een een huis, etc. groot ca. 6 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Straten onder Ameijden, b.p. Ansem Goessen Gielissen, de gemeenschappelijke straat, conform een schepenbrief van Oirschot. Ze verkopen hun aanspraken nu aan Gerard Henricks van Best en aan Henrick Aert Janssen als echtgenoten van hun vrouw. Datum 17 januari 1532, getuigen Gerart en Willem.

Jan Daniel Scepens, verder Heijmerick, Alart en Aert als broers en kinderen van wijlen Claes Scepens, verder Gielis Peter Gielis (Snellaerts, JT) als man van Marie, Cornelis van Peelt als man van Aleijet, Loijwich Loij Timmermans als man van Jueten, allen dochters van genoemde Claes Scepens, verder Aert die Wit als man van Heijmerick, dochter van Daniel Scepens, Willem Lip Gerarts als man van Heijmerick natuurlijke dochter van Goijaert Scepens, verder Jan van Lit als man van Geertrui mede namens zijn kinderen, Willem die Cort weduwnaar van Henrick dochter van Daniel Scepens, verder Gerit Henricks van Best als man van Geertrui en Henrick Aert Jacops als man van Lisbeth, verkopen nu samen hun aanspraken en erfdelen in een jaarlijkse rente van 30 stuivers die hen waren vermaakt door wijlen Aert Scepens en welke rente Aert had verkregen van heer Gerard van Eijk, en van heer Jan Henriks als uitvoerders van het testament van wijlen heer Goijaerts van der Aa, priester. Deze rente hadden eerder Joerden Dirck Stockelmans met Aert en Goijaerts, broers met Henrick, Bertken en Truike gezusters voor henzelf optredend en ook voor hun zusters Ijken en Fijken, zijnde alle wettige kinderen van genoemde Joerden Stokelmans, beloofd aan Aerden Scepens ten behoeve van heer Goijaert van der Aa, steeds vervallend op St. Gielisdag op onderpand van een stuk beemd genoemd de Bijvinck, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. Willem Bollen, conform een schepenbrief van Den Bosch en van Oirschot. Ze verkopen hun aanspraken nu aan Goessen Claes Scepens en de verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 131B, periode 1 Jan. 1532 t/m 31 december 1532
Loijwich Loeij Timmermans als man van Jutten dochter van wijlen Claes Scepens verkoopt hierbij aan Heijmerick Claes Scepens die een akker genoemd de Tiendeloze akker, gelegen in Oirschot herdgang Straten, b.p. Willem de Cort, Gijsbrecht Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Gerart Stijnen, een weg daar. Nog verkoopt hij hem een beemd genoemd de Blaeckebeemd, met recht van overpad over een pad daar, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de kinderen van Henrik van Best en meer anderen, Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Jan Scepens, een pad daar. Nog verkoopt hij hem een eeuwsel genoemd dat Haverlant, ook met recht van overpad over de genoemde Blaeckenbeemd, over het erf van Willem van Berze, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Jan Colen, Dirck Hoppenbrouwers, Willem van Berze, Jan Huijskens. De verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, behalve de gronchijns.
Datum 15 maart 1532, getuigen Hoppenbrouwer en Leeman.

Heijmerick Claes Scepens uit de vorige akte verkoopt hierbij aan Loijwijch Loij Timmermans die een vierde deel van een hei- en groesveld, genoemd dat Dun, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Hovel daar, b.p. Frans van Esch, het Bersveld, Michiel Janssen, het gasthuis van Oirschot. Nog verkoopt hij hem het vierde deel van een beemd genoemd Daerschot, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk, b.p. de gemijnte, Gijsbrecht Pels, Joffrouw Margriet van Vlierden,. Nog verkoopt hij hem het vierde deel van een beemd genoemd Tregelaer, gelegen in Oirschot herdgang Hedel, b.p. het Banensveld, de kinderen van Gevarts van Ostaden met meer anderen, Willem Henricks. De verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen. De koper moet wel zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 131B, periode 1 Jan. 1532 t/m 31 december 1532
Jan Daniel Scepens heeft beloofd om voortaan aan Heijmerick Claes Scepens die een jaarlijkse rente van 2 gouden Karolusguldens te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag, en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag, op onderpand van het bezit uit de vorige akte. Hij belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente. Actum als boven.

De rente is aflosbaar op Maria Lichtmisdag, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 32 gouden Karolusguldens. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 131C, periode 1 Jan. 1533 t/m 31 december 1533
Goessen Claes Scepens onze collega-schepen heeft beloofd om voortaan aan Heijmerick Claes Scepens, zijn broer, die een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een akker genoemd de Mortel, groot 7 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, b.p. Alaert Claes Scepens, heer Thomas van de Ven, Henrick Rutgers, Peter van Mierde, Jan Philips van Herzel. Hij belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente. Datum 27 januari 1533, getuigen Belart en Willem Jacops.

De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag, mits er met Kerstmis vooraf is opgezegd, tegen betaling van 54 en een halve Karolusgulden. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 131C, periode 1 Jan. 1533 t/m 31 december 1533
Henrick Belaerts en Goessen Claes Scepens onze collega-schepenen en als fabriekmeesters van de St. Peterskerk te Oirschot, op grond van een machtiging door schepenen, gezworenen, raadslieden, H. Geestmeesters en inwoners van Oirschot verleend, de bevoegdheid hebbend om andere gemachtigdden te benoemen, machtigen nu op hun beurt meester Henrick Dirck Corstiaens van de Velde, priester en Lambert van den Born, procureur in de stad Den Bosch om namens de fabriek van de St. Peterskerk al hun zaken en processen te voeren die ze nu of in de toekomst hebben lopen voor schout en schepenen van Den Bosch, hetzij als eisende hetzij als verdedigende partij. De gemachtigden dienen alles te doen wat daarbij noodzakelijk is en ze zelf ook voor ogen gehad zouden kunnen hebben.

Ze geven hen alle bevoegdheden over die ze zelf ook van de gemeente Oirschot hadden gekregen. Datum 27 januari 1533, getuigen Cort en Willem Jacops.

R.A. Oirschot, inv. nr. 131C, periode 1 Jan. 1533 t/m 31 december 1533
Willem Henrick Goijaerts als man van Aleijt dochter van wijlen Joirden Happen, heeft beloofd om voortaan aan Heijmerick Claes Scepens die een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van de helft van een huis, tuin etc., samen ca. 3 lopenzaad groot, gelegen in Oirschot herdgang Straten ter Ameijden, b.p. de lopende straat, Jacop Kettelaers, Willem Smetsers, Willem Joirden Happen, Andries van Acht zoals hij zei. Hij belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente. Datum 24 juni 1533, getuigen Esch en Scoet.

De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd tegen betaling van 16 en een halve Karolusgulden. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 132A, periode 1 Jan. 1534 t/m 31 december 1534
Onlangs is het in deze tijden van oorlog zo geweest dat bepaalde inwoners van Oirschot hun bezit hebben verkocht gehad of in onderpand gegeven aan Peter van Balen die in Den Bosch woont voor een rente van 100 Karolusguldens per jaar en ook van wijlen heer Peter van Gerwen, kanunnik te Eindhoven een erfelijke rente hadden opgenomen van 33 gulden en 6 stuivers per jaar (een dikke 500 gulden in kapitaal, JT) welke rentes aflosbaar zijn tegen de pennning zestien ongeveer, conform de schepenbrieven daarvan. Het kapitaal van die rentes is aangewend voor het algemene nut van de inwoners van Oirschot die ook op zich hebben genomen om de jaarlijkse lasten daarvan te betalen. Nu is het door goede mannen aan de inwoners van Oirschot kenbaar gemaakt dat het onlangs door wijlen Paus Adriaen VI opgerichte College van de Godheid te Leuven, bereid is aan de inwoners van Oirschot een lening te verstrekken van 2222 gouden Karolusguldens tegen een jaarlijkse rente van 100 Karolusguldens zodat Oirschot daarmee eenvoudig de lening van Peter

van Balen zou kunnen aflossen en ook de rente van heer Peter van Gerwen, samen een rente van 133 Karolusgulden en 6 stuivers. Daarop hebben de inwoners en het bestuur van Oirschot vergaderd en zijn samen tot overeenstemming daarin gekomen en willen het geld inderdaad van het genoemde College gaan lenen en daarmee de andere oude rentes aflossen. Daarop zijn met een zondagsw oproep hiertoe door de vorster, de schepenen, gezworenen en raadslieden met kerkmeesters en H. Geestmeesters bijeengekomen en hebben voor de afwikkeling van de zaak hierbvoor benoemd Gerard Jans van der Vlueten, Goijart van den Hovel, Goessen Scepens, Jan Aert Jacops, Heijmerick Scepens en Aerden Thomas van de Ven, inwoners van Oirschot en hebben hen vriendelijk verzocht om dat geld bij het College op te willen halen, daarvoor hun bezit etc. in onderpand te geven en een rente te vestigen van 100 Karolusguldens en niet meer en met het kapitaal daarvan de lening aan Peter van Balen in Den Bosch aflossen zijnde 100 Karolusguldens rente en ook aan de erfgenamen van wijlen heer Peter van Gerwen van 33 gulden en 3 stuivers.

Voor de nieuwe rente van 100 Karolusgulden moeten Gerard Jans van der Vlueten, Goijart van den Hovel, Goessen Scepens, Jan Aert Jacops, Heijmerick Scepens en Aerden Thomas van de Ven persoonlijk hun bezit in onderpand geven als zekerheid voor het genoemde College. Wij, schepene, gezworenen, raadslieden, kerkmeesters en H. Geestmeesters en nog met voldoende inwoners van Oirschot hierbij, beloven hierbij dat wij deze leningsverplichting zullen nakomen danwel onze erfgenamen na ons en we beloven verder deze rente jaarlijks zodanig te betalen aan dat College of aan de houder van de brief daarover, dat onze gemachtigden daarvoor gevrijwaard blijven en ook hun erfgenamen na hen etc. en ook alle schades en kosten voor onze rekening zullen nemen.

Maar onze gemachtigde moeten zelf wel mee in de aflossingsverplichting bijdragen zoals andere inwoners dienen te doen. Daarop hebben wij als schepenen onze gemeenschapplijke schependomszegel aan deze akte laten bevestigen. Datum 17 mei 1534, getuigen alle schepenen.

R.A. Oirschot, inv. nr. 132A, periode 1 Jan. 1534 t/m 31 december 1534
Henrick zoon wijlen Henrik Peters verkoopt hierbij het stuk land groot ca. 7 lopenzaad, dat hij heeft gekocht van Daniel Aert Vos, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. de kinderen van Jan Dircks, Adriaen Harnismakers, de weduwe van Geerlack van den Melcroth, de gemeenschappelijke straat, Goijaert Ketelbueters conform een schepenbrief van Den Bosch. Hij verkoopt het perceel nu aan Elisabeth Hoppenbrouwers en de verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant en van de kant van de kinderen van hem uit zijn eerste huwelijk, af te handelen, Maar Elisabeth als koopster moet uit het bezit jaarlijks 9 Karolusguldens betalen, waarvan 6 gulden aan Heijmerick Scepens en 3 gulden aan genoemde Daniel Aert Vos en voor de eerste keer

per a.s. Maria Lichtmisdag over een jaar. Datum 2 september 1534, getuigen Aert en Peter.

R.A. Oirschot, inv. nr. 132, periode 1 Jan. 1535 t/m 31 december 1535
Jan zoon wijlen Jans van der Molen heeft beloofd om voortaan aan Heijmerick Scepens, onze collega-schepen die een jaarlijkse rente van 2 gouden Karolusguldens te gaan betalen steeds op Maria Ontvangenisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Ontvangenisdag, op onderpand van een akker groot ca. 4 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, b.p. Henrick van der Vloet, de gemeenschappelijke straat, Thomas van de Ven. Datum 15 oktober 1535, getuigen Aert en Aert.

De rente is altijd aflosbaar op Maria Ontvangenisdag mits er twee maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 33 gouden Karolusguldens. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 132B, periode 1 Jan. 1536 t/m 31 december 1536.
Heer Andries Coreman, priester en Goessen Scepens, beide fabriekmeesters voor de St. Petruskerk te Oirschot, daarvoor gemachtigd zijnde zoals ons schepenen is gebleken, hebben aan Heijmerick Claes Scepens beloofd ten behoeve van heer Henrick Verhoeven, priester die daarvan het vruchtgebruik krijgt en waarvan de wettige erfgenamen van wijlen Aert, Henrick, Goijaert en Elisabeth, broers en zuster en wettige kinderen van wijlen Heijmerick Scepens daarvan het erfrecht krijgen, die een jaarlijkse rente van 2 gouden Karolusguldens te gaan betalen, steeds op St. Jansdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag, op onderpand van alle tiendes, rentes, pachten etc. van de fabriek. Ze beloven namens de fabriek de rente altijd te zullen garanderen. Datum 4 september 1536, getuigen Esch en Cort. (Het lijkt erop dat deze heer Henrick verhoeven als priester een natuurlijk kind was van een andere geestelijke en dat de fabriekmeesters hierbij als tussenschakel fungeerden om deze natuurlijke zoon enigszins een inkomen te garanderen, maar alleen wat betreft vruchtgebruik, JT).

De rente is altijd aflosbaar op St. Jansdag, tegen betaling van 32 gouden Karolusguldens. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 132C, periode 1 Jan. 1537 t/m 31 december 1537
Henrick Claes Scepens heeft als schuldenaar beloofd om aan Goijaert Jacop Blaerthems die 53 gouden Karolusguldens te gaan betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over een jaar. Hij belooft zulks op onderpand van zijn persoon en bezit. Datum 31 januari 1537, getuigen Vos en Peter.

In marge :
Met instemming van partijen doorgehaald.

R.A. Oirschot, inv. nr. 132C, periode 1 Jan. 1537 t/m 31 december 1537
Dirck Willem Scorten verkoopt hierbij een akker genoemd de Tiendeloze akker, groot ca. anderhalf lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Straten, b.p. Heijmerick Scepens, de erfgenamen van Gijsbrecht die Cremer, Peter Stijnen. Hij verkoopt het perceel nu aan genoemde Heijmerick Scepens en de verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen. Datum 11 april 1537, getuigen Aert en Vos.

R.A. Oirschot, inv. nr. 133A periode 1 Jan. 1538 t/m 31 december 1538
Aert Jan Zwitten als wettige man van Heijmericken dochter van wijlen Daniel Scepens, heeft aan Heijmerick Claes Scepens ten behoeve van de wettige kinderen uit het eerste huwelijk van Aelijt Claes Scepens verwekt bij wijlen Cornelis van Peelt, die voortaann een jaarlijkse rente van 30 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag, op onderpand van een akker genoemd de Nijenakker, groot ca. 3 en een halve lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. Pauwels van Zeelst, Jacop Dirck Hoppenbrouwers, Heijmerick Claes Scepens, de gemeenschapplijke straat. Hij belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente. Datum 29 maart 1538, getuigen Hovel en Hoppenbrouwer.

De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag mits er 2 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 24 gouden Karolusguldens. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 133B, periode 1 Jan. 1539 t/m 31 december 1539.
Heijmerick Claes Scepens heeft verklaard dat Elisabeth dochter van wijlen Dirck Hoppenbrouwers aan hem een jaarlijkse rente van twee Rijsguldens heeft afgelost, uit een rente van 4 Rijnsguldens, die Heijmerick had geerfd bij de dood van zijn oom Aert Heijmerik Scepens, en welke rente Daniel Aert Vos als man van Katarijnen aan wijlen genoemde Aerden had verkocht, De rente vervalt steeds op Maria Lichtmisdag, op onderpand van een huis, tuin etc., groot ca. 7 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest bij de St. Odulphuskapel, conform een schepenbrief van Den Bosch d.d. 22 juni 1514 en hij geeft nu kwijting aan Elisabeth voor de twee guldens. Datum 4 februari 1539, getuigen Esch en Velde.

R.A. Oirschot, inv. nr. 133B, periode 1 Jan. 1539 t/m 31 december 1539.Agnees en Anna, gezusters en wettige kinderen van Willem Dirck Corten met Simon die Cort als hun voogd hierin, verkopen hierbij een akker, met recht van overpad daar, groot ca. 3 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Straten ter plaatse genoemd Steeland, b.p. Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Jan Joerden Sbrouwers, Jan Gielis Hoppenbrouwers, een gemeenschappelijke weg daar, Jacop Dirck Hoppenbrouwers. Ze verkopen het perceel nu aan Heijmerick Claes Scepens en de verkoopsters beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen, behalve een halve brasdenarius als Hinckaertse chijns. Verder moet er overpad worden verleend aan diegenen die daar recht op hebben. Actum als boven.

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Heijmerick Claes Heijmerick "Embrecht" Schepens?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!


Barre chronologique Heijmerick Claes Heijmerick "Embrecht" Schepens

  Cette fonctionnalité n'est disponible que pour les navigateurs qui supportent Javascript.
Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés: grootouders grand-parents   ouders parents   broers-zussen frères/soeurs   kinderen enfants

Ancêtres (et descendants) de Heijmerick Claes Heijmerick Schepens


    Montrez le quartier généalogique complet

    Avec la recherche rapide, vous pouvez effectuer une recherche par nom, prénom suivi d'un nom de famille. Vous tapez quelques lettres (au moins 3) et une liste de noms personnels dans cette publication apparaîtra immédiatement. Plus de caractères saisis, plus précis seront les résultats. Cliquez sur le nom d'une personne pour accéder à la page de cette personne.

    • On ne fait pas de différence entre majuscules et minuscules.
    • Si vous n'êtes pas sûr du prénom ou de l'orthographe exacte, vous pouvez utiliser un astérisque (*). Exemple : "*ornelis de b*r" trouve à la fois "cornelis de boer" et "kornelis de buur".
    • Il est impossible d'introduire des caractères autres que ceux de l'alphabet (ni signes diacritiques tels que ö ou é).

    Parenté Heijmerick Claes Heijmerick "Embrecht" Schepens



    Visualiser une autre relation

    Les sources

    1. Bewerking van het oud rechterlijk archief Oirschot door Jan Toirkens

    Des liens dans d'autres publications

    On rencontre cette personne aussi dans la publication:

    Sur le nom de famille Schepens

    • Afficher les informations que Genealogie Online a concernant le patronyme Schepens.
    • Afficher des informations sur Schepens sur le site Archives Ouvertes.
    • Trouvez dans le registre Wie (onder)zoekt wie? qui recherche le nom de famille Schepens.

    Lors de la copie des données de cet arbre généalogique, veuillez inclure une référence à l'origine:
    Kees van den Aker, "Arbre généalogique Van den Aker, Van Eindhoven, Schepens en Verhoeven", base de données, Généalogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom_van_den_aker/I5115.php : consultée 6 juin 2024), "Heijmerick Claes Heijmerick "Embrecht" Schepens (< 1511-± 1559)".