Arbre généalogique Van den Aker, Van Eindhoven, Schepens en Verhoeven » Gerit Jan Gerart Schepens (< 1629-> 1640)

Données personnelles Gerit Jan Gerart Schepens 


Famille de Gerit Jan Gerart Schepens

(1) Il est marié avec Margriet Goijaert Lamberts.

Ils se sont mariésSource 2


(2) Il est marié avec Oijken Dielis Hoppenbrouwer.

Ils se sont mariés


Notes par Gerit Jan Gerart Schepens

Dirck zoon wijlen Dielis Dirk Hoppenbrouwers verwekt door deze Dielis bij wijlen diens vrouw Lijsken dochter van wijlen Wouter Loij Timmermans, verder Gerart zoon Jan zoon Gerart Alaert Scepens als man van Oda, dochter van deze Dielis en Lijsken, verder Aelbrecht zoon van wijlen Jan Peters de Cort als weduwnaar van Margriet dochter van genoemde Dielis de Hoppenbrouwer en Lijsken, en derhalve als vader en toeziend voogd over zijn kinderen verwekt bij vermelde Margriet, en naast hem nog Dirck Dircks van Ostaden als voogd over die zelfde kinderen van Aelbert en Margriet, daartoe aangesteld door schout en schepenen van Oirschot, waarbij verder genoemde Dirck, Gerit en de vermelde voogd voor henzelf optreden en ook nog voor wijlen Dielis zoon wijlen genoemde Dielis Dirk de Hoppenbrouwer verwekt bij vermelde Lijsken, die nu ongeveer 3 jaar geleden is overleden en derhalve samen voor vier vijfde deel, verder Dirck zoon wijlen Jan Houbraken wat betreft het vruchtgebruik daarin en verder Jan zoon van deze Dirk Jan Houbraken die mede voor diens broers en zusters optreedt, verder Thomas zoon wijlen Dirck Goorts als man van Beatricks dochter van Willem zoon wijlen Jan Houbraken in die hoedanigheid voor zichzelf handelend en ook optredend voor de andere broers en zusters van zijn vrouw, verder Goijaert zoon wijlen Lambert zoon wijlen Jan Houbraken die voor zichzelf handelt en ook voor diens broers en zusters en andere erfgenamen, verder Gijsbert Daniels van Gerwen als man van Anneken dochter van wijlen Jan Willems, verwekt door deze Jan Willems bij wijlen Beatricks, dochter van wijlen Jan Houbraken, verder Jan Goort Goorts verwekt door deze Goort Goorts bij wijlen Lijsken dochter van wijlen Jan Houbraken, voor henzelf handelend en ook voor zijn andere broers en zuster, welke Dirck Jan Houbraken van hiervoor, diens zoon Jan, Thomas Dirk Goorts, Goijaert Lamberts Houbraken, Gijsbert Daniels van Gerwen en Jan Goort Goorts samen nog optreden voor de kinderen van wijlen Jacop Willems verwekt door deze Jacop bij wijlen diens vrouw Geertruit dochter van wijlen Jan Houbraken, zijnde in hun hoedanigheden allen erfgenamen van wijlen Jan Jan Houbraken, toen hij leefde tweede echtgenoot van wijlen Lijsken dochter van wijlen Wouter Loij Timmermans, als zodanig in diens testament vernoemd zijnde, samen wat betreft een vijfde deel en ook voor een bedrag van 1400 gulden eens uit al het bezit dat ze hebben geerfd bij het overlijden van Dielis de Hoppenbrouwer, Jan Jan Houbraken en hun vrouw Lijsken dochter wouter Loij Timmermans, overeenkomstig de overeenkomst die Jan Jan Houbraken ten opzichte van de kinderen van wijlen Dielis Dirck de Hoppenbrouwer had gemaakt op 4 april 1619 voor schepenen alhier, hebben nu samen een boedelverdeling gemaakt van het volgende bezit dat ze na dood van hun ouders in dat akkoord hebben geerfd, zoals ze verklaren.

Bij deze verdeling krijgt Gerard zoon Jan Gerart Alaert Scepens namens diens vrouw Oda een huis met hofstad, tuin en aanliggend erf, gelegen in Oirschot aan de Heuvel aldaar, b.p. Jan Jan Peters Verhoeven, Dielis Willems de Metser, de Vorsten akker aldaar, de straat aldaar. Verder krijgt hij de helft van de Vorsten Akker, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de waterloop aldaar, Dielis Willems de Metser dat er eerder van is afgedeeld, Jan Jan Peters Verhoeven, Peter Anthonis Sgraets. Verder krijgt hij de helft van een stuk akkerland genoemd de Middelakker, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Dielis de Metser dat er eerder van is afgedeeld, Jan Jan Peters Verhoeven, Peter Antonis Sgraets. Nog is hem toebedeeld de helft van een stuk akkerland genoemd de Nijenekker, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. genoemde Dielis de Metser dat er eerder van is afgedeeld, Jan Niclaes Loijen, Peter Antonis Sgraets, Lambert Deeckens. Nog krijgt hij de helft van een stuk akkerland genoemd de Reutel, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Dielis de Metser waarvan het is afgedeeld, de weduwe en kinderen van Arien Claes Loijen, Peter Antonis Sgraets, Jan Gerit Alaerts Schepens. Nog krijgt hij de helft van een weiland genoemd de Moost of ook wel de Tijevoort, onverdeeld zijnde ter zelfder plaatse als hiervoor, waarvan de andere helft eigendom is van Dielis de Metser, b.p. de erfgenamen van Jan Houbraken waarvan het eerder is afgedeeld, Wouter Dircks van Waelre en meer anderen, de weduwe van Arien Bus ( lees weduwe van Arien Henricks van Berendonck, JT ), de gemeenschappelijke straat aldaar. Verder krijgt hij de helft van een hooibeemd genoemd de Berckt, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, ter plaatse genoemd Boterwijk, b.p. de erfgenamen van Jan van Esch, Jan Henricks van Beerse, Jan Lenaerts van Hersel, de kinderen van Jan Henricks van Berendonck. Nog is hem toebedeeld het derde deel van een derde deel uit een beemd genoemd de Shaestenbeemd, gelegen in Oirschot herdgang Hedel ter plaatse genoemd Oudenhoven, nog onverdeeld zijnde, b.p. Henrick Goijaerts de Crom met meer anderen, de kinderen van Jan van den Marselaer, de erfgenamen van Jan Joordens van Gerwen, de gemeijnte aldaar genoemd Tregelaer. Verder krijgt hij het derde deel van een nieuw stuk land, onlangs van de gemeente in gebruik genoemen, gelegen in Oirschot herdgang Straten aan het Snepscheut aldaar, nog onverdeeld zijnde, b.p. Jan Jan Joris, de gemeijnte aldaar. Verder krijgt hij het derde deel van een beemd genoemd de Quinckaert, de totale beemd nog onverdeeld zijnde, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de kinderen van Jan Joordens, de gemeijnte aldaar. Uit dit erfdeel moet jaarlijks de grondchijns worden betaald en nog 4 lopen rogge per jaar aan de St. Odulphus kerk te Best, verder nog de dorpslasten van Oirschot. Nog te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Bij deze verdeling krijgen Aelbert Janssen de Cort en Dirck Dircks van Ostaden als voogden over en ten behoeve van de minderjarige kinderen van genoemde Albert, het oude huis met de grond en de halve tuin die erbij ligt, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, b.p. het erf van Dirck Jan Houbraken dat ervan is afgedeeld, de kinderen van Rutger Aerts de Leest. De put en de plaats tussen de beide huizen gelegen zijnde, is voor gemeenschappelijk gebruik van vermelde kinderen en genoemde Dirck Houbraken en moet door beide partijen worden onderhouden. Verder krijgen ze de varskenskooi met de grond waar die op staat gelegen achter het huis. Verder krijgen ze een stuk akkerland genoemd de Teeuwensbraecken met de aldaar aan het einde ervan gelegen dries, gelegen in Oirschot herdgang Straten, b.p. Jan Peters van de Schoot, Silvester Lintermans, het erf dat ervan is afgedeeld, Margriet weduwe van Gijsbert Vreijssen. Verder krijgen ze een derde deel van het derde deel in een beemd genoemd Shaestenbeemd, gelegen zoals is vermeld in de voorgaande erfdelen. Nog krijgen ze het derde deel in een onverdeeld nieuw stuk land onlangs van de gemeente Oirschot in gebruik genomen, tegenwoordig een hooibeemd zijnde, b.p. Jan Jan Joris, de gemeijnte aldaar genoemd 't Snepscheut. Verder krijgen ze het derde deel van een hooibeemd genoemd de Quinckaert, gelegen in Oirschot herdgang Straten, b.p. de kinderen van Jan Joordens, verder rondom in de gemeijnte aldaar. Uit dit erfdeel moet jaarlijks de grondchijns worden betaald, nog een mudde rogge per jaar aan de kinderen van wijlen Niclaes van Tulden en verder de dorsplasten. Er moet worden gezorgd voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Bij deze verdeling krijgt Dirck zoon wijlen Dielis de Hoppenbrouwer het huis met schop, grond, tuin etc., gelegen in Oirschot herdgang Straten aan het Moleneind aldaar, samen met de halve boomgaard, b.p. Jacop Daniel Scepens, Arien Jan Joris, de gemeenschappelijke erfgenamen van hiervoor, de gemeijnte aldaar. Verder krijgt hij het derde deel van het derde deel in een beemd, genoemd Shaestenbeemd, gelegen in Oirschot herdgang Hedel nabij Oudenhoven, b.p. de gemeijnte aldaar van Tregelaer, zoals hiervoor omschreven is in het eerste lot. Verder krijgt hij het derde deel van een nieuw onverdeeld veld, onlangs van de gemeente Oirschot in gebruik genomen, gelegen in Oirschot herdgang Straten aan het Snepscheut aldaar, zijnde een hooiland momenteel, b.p. Jan Jan Joris verder rondom in de gemeijnte aldaar. Verder krijgt hij het derde deel van een hooibeemd genoemd de Quinckaert ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen en onverdeeld zijnde, b.p. de kinderen van Jan Joordens, de gemeijnte. Uit dit erfdeel moet jaarlijks de grondchijns worden betaald, nog 5 gulden per jaar aan Joffrouw Maria Polluin weduwe van meester Dirck van der Ameijden en verder de dorpslasten. Ook te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Bij deze verdeling krijgen Gerard Jan Peters de Cort en Dirck van Ostaden namens de kinderen, mede namens Dielis zoon wijlen Dielis Dirk Hoppenbrouwers, zijnde hun overleden broer, volgens het hierover eerder gemaakte akkoord, een schuur met de grond, de halve boomgaard, de varkenskooi, de dries, de Meulenbraecken en de oude boomgaard, alles gelegen in Oirschot herdgang Straten aan het Moleneinde aldaar, b.p. de vermelde kinderen van hiervoor waarvan het is afgedeeld, Jan Goijaert Hasselmans, Jan Joris, genoemde Dirk waarvan het is afgedeeld. Verder krijgen ze een stuk akkerland genoemd de Uitfanck, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. Dielis Niclaes Vlemmincks, de erfgenamen van Joordens de Metser, de hoeve van wijlen heer Amelrijck Boots. Verder krijgen ze een heiveld gelegen nabij vermelde Uitfanck van hiervoor, b.p. Dielis Niclaes Vlemmincks, genoemde hoeve van her Amelrijck Boots. Uit dit bezit moet jaarlijks de grondchijns worden betaald en de dorpslasten, verder te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Bij deze verdeling krijgt Dirck Jan Houbraken wat betreft het recht van vruchtgebruik en zijn kinderen en de andere erfgena men van Jan Jan Houbraeken die daarvan het erfrecht krijgen, mede ook ter afhandeling en betaling van een bedrag van 1400 gulden die ze extra uit het bezit van de totale nalatenschap toegewezen hebben gekregen volgens de gemaakte overeenkomst daarover, het nieuwe huis en de schop die erbij staat, met grond etc., gelegen in Oirschot, herdgang de Kerkhof in de Koestraat aldaar, b.p. het oude huis aldaar dat is toebedeeld aan de kinderen van Aelbert Janssen de Cort, verder de plaats en de put aldaar die tussen beide huizen is gelegen en die dient gemeenschappelijk door hen te worden gebruikt en samen te worden onderhouden, b.p. de Koestraat aldaar, Cornelis Dirk Dielis, de kinderen van Rutger Aerts de Leest. Verder krijgen ze de halve tuin achter het oude huis gelegen, met al het aakkerland aan het einde daarvan, b.p. Cornelis Dirck Dielis, Gijsbert Melchiors van den Heuvel, de halve tuin die aan de kinderen is toebedeeld, Senor Franchois Prouveur, schout van het kwartier Kempenland, het genoemde oude huis. Verder krijgen ze de helft van een stuk akkerland, genoemd de Bree eiken, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Dielis Willems de Metser dat er eerder van was afgedeeld, de kinderen van Jan Ariens Leijten, Jan Jan Peters Verhoeven, Jacop Henrick Gerits, de kinderen van Jan van Esch. Verder krijgen ze nog een weilandje genoemd de Moost, ter zelfder plaatse gelegen aan de Heuvel aldaar, ter plaatse genoemd de Papenvoort, b.p. de kinderen van Jan de Metser, Gerit Jan Alaerts, Dielis de Metser dat ervan is afgedeeld, Dirk Antonis van der Vleuten, de gemeenschappelijke straat aldaar genoemd de Tievoort. Verder krijgen ze het derde deel van een stuk akkerland genoemd de Aleijt Busdries, waarvan de twee andere delen eigendom zijn van Dirck de Hoppenbrouwer en van Dielis de Metser, onver deeld zijnde tot nu toe, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de weduwe van Arien Henricks van Berendonck, Roelant Everaert Ekerschot, de gemeenschappelijke straat aldaar. Nog is hen toebedeeld een beemd genoemd de Breelaecken, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, b.p. Cornelis Franck Willems, Andries Cornelis Oerlemans, het erf van Jan Dirk Hoppenbrouwers genoemd de Leermaker, de kinderen van Wouter Dirks, Arien Janssen van Berendonck. ( het nieuwe huis heeft een belangrijke overwaarde blijkbaar ten opzichte van de andere vijfde delen, met die overwaarde is die 1400 gulden dus deels of geheel verrekend, JT ) Verder krijgen ze een beemd genoemd het Henrickslaer, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de heer baron van Duffel, Silvester Lintermans, de gemeenschappelijke pad daar genoemd de Grietensteegde, Arien Jan Antonis Sgraets. Verder krijgen ze een rente van 12 gulden zijnde een kapitaal van 200 gulden te ontvangen van Jan Niclaes Goossens, nog een rente van 6 gulden per jaar zijnde een kapitaal van 100 gulden te ontvangen van Henrick Cornelissen, nog een rente van 8 gulden per jaar zijnde een kapitaalsom van 116 gulden te ontvangen van Everaert Ammelroij, verder 30 stuivers per jaar zijnde een kapitaalsom van 25 gulden te ontvangen van Peter Antonis Sgraets, nog 26 stuivers per jaar zijnde 20 gulden kapitaalsom te ontvangen van Goijaert Niclaes Schepens, nog een rente van 3 gulden per jaar zijnde een kapitaal van 50 gulden te ontvangen van de kinderen van Peter Gerit Avenoens ( Avignon, Savenije, JT ), nog een rente van 2 gulden per jaar zijnde een kapitaal van 32 gulden te ontvangen van de kinderen van Henrik Antonis van Esch, verder een rente van 2 gulden per jaar zijnde een kapitaal van 32 gulden te ontvangen van Gijsbert Ariens Janssen, een rente van 6 gulden per jaar zijnde een kapitaal van 100 gulden te ontvangen van Henrik Gerit Hasselmans en van de kinderen van Job Bartholomeus Hasselmans, nog 2 gulden en 10 stuivers per jaar te betalen met 40 guldens door Henrick Willem Heijligen, nog 6 gulden per jaar te ontvangen van Joorden Frank Willems af te lossen met 100 gulden eens, nog 6 gulden per jaar te ontvangen van Dielen Dircks af te lossen met 100 gulden, nog een rente van 5 gulden per jaar te ontvangen van Jan Lenaert Elias Schilders af te lossen met 80 guldens, nog een jaarlijkse rente van 12 gulden te ontvangen van de kinderen van wijlen meester Dirk Toirkens af te lossen met 200 gulden eens, nog een bedrag van 100 gulden vanwege uitgevoerde taxaties voor heren schepenen van Oirschot te vorderen van de gemeente Oirschot danwel van andere schuldenaars daarvoor, nog een rente van 3 gulden per jaar te ontvangen van Jan Goort Goorts en van Arien Janssen van Berendonck af te lossen met 50 guldens en nog een bedrag van 55 gulden te ontvangen van het nog onverdeelde erfelijk bezit. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 6 lopen rogge worden betaald aan de tafel van de H. geest te Oirschot, altijd betaald zijnde geweest tegen 30 stuivers per jaar, verder de grondchijns en de dorpslas ten. Nog te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. Genoemde erfgenamen beloven hierbij dat ze

In marge :

Dirk Houbraken heeft bekend deze 55 gulden te hebben ontvangen, quod attestor, G. Goossens secretaris, 1630.

afstand doen van enige voorrechten of uitzonderingsposities en wel ten behoeve en ten voordele van elkaar en verder beloven ze als erfgenamen aan elkaar deze boedelverdeling altijd gestand te zullen doen. Indien later zou blijken dat er op enig erfdeel meer lasten zouden blijken te drukken dan nu bekend is, dan zullen ze die gezamenlijk voor hun rekening nemen, ieder erfdeel voor een vijfde daarvan. Verder belooft ieder de lasten op het eigen erfdeel zodanig te betalen dat de andere erfdelen daarvoor gevrijwaard blijven. Verder zullen ze de ongenoemde lasten met elkaar verrekenen volgens Oirschots recht daarover. Ook zullen ze elkaar overpad verlenen met de minste overlast voor elkaar. Datum 16 januari 1629, getuigen Nistelroij, Hersel en Schoot.
Bron:
Bewerking van het oud rechterlijk archief Oirschot door Jan Toirkens 1629
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Dielis zoon wijlen Willems de Metser ( wijlen deze Willem de Metser, notaris van Oirschot, was gehuwd met Maijken dochter van Dirck Dielis de Hoppenbrouwer, JT ) voor wat betreft een helft, verder Dirck zoon wijlen Dielis Dirck de Hoppenbrouwer verwekt door deze Dielis bij wijlen diens vrouw Lijsken dochter van wijlen Wouter Loij Timmermans, verder Gerit zoon Jan Gerit Alaerts Schepens als man van Oijken dochter van genoemde Dielis de Hoppenbrouwer en Lijsken, nog verder Aelbert zoon Jan Peters de Cort als weduwnaar van Margriet dochter wijlen genoemde Dielis de Hoppenbrouwer en Lijsken en derhalve ook als toeziend voogd over zijn kinderen mede met Dirck Dircks van Ostaden als voogd over die kinderen van Aelbrecht en Margriet, samen voor vier vijfde delen van de andere helft, verder Dirck zoon Jan Houbraken wat betreft het vruchtgebruik en verder Jan zoon van deze Dirk Jan Houbraken, nog Jan Goort Goorts verwekt door deze Goort Goorts bij Lijsken dochter van Jan Houbraken, verder Goijaert zoon wijlen Lambert Jan Houbraken die voor zichzelf handelt maar mede ook voor de andere kinderen en kindskinderen van resp. Dirck, Lambert, Willem, Beatricks, Geertruit en Lijsken, zijnde allen zoons en dochters van wijlen Jan Houbraken en in die hoedanigheid erfgenamen van wijlen Jan Jan Houbraken die eerder echtgenoot was van Lijsken dochter van wijlen Wouter Loij Timmermans, volgens een daarover gemaakte overeenkomst tussen wijlen deze Jan Jan Houbraken en de kinderen van wijlen Dielis Dirck Hoppenbrouwers en Lijsken Wouter Loij Timmermans, opgemaakt voor schepenen van Oirschot d.d. 4 april 1619, samen hierbij voor het ander vijfde deel van deze helft daarin, hebben hierbij verklaard met elkaar een boedelverdeling te hebben gemaakt van het bezit dat resp. voor de helft ervan is geerfd door Dielis vanwege het overlijden van Willem de Metser en Maijke dochter van Dirk de Hoppenbrouwer, zijnde zijn moeder ( moeder van Dielis de Metser dus, JT )en hem Dielis in de boedelverdeling met zijn broers en zusters was toebedeeld geworden en welke andere helft is geerfd door de kinderen van Dielis Dirk de Hoppenbrouwer en Lijsken Wouter Loij Timmermans en de erfgenamen van Jan Janssen Houbraken vanwege het overliijden van deze Dielis, Lijsken en Jan, alles vanwege ook het vermelde akkoord hierover, zoals ze verklaarden.
Bij deze verdeling krijgen de erfgenamen van Dielis Dirck de Hoppenbrouwer, Lijsken Wouter Loij Timmermans en Jan Jan Houbra ken in hun hoedanigheden samen het huis, hofstad tuin, grond etc. gelegen in Oirschot aan de Heuvel alhier, b.p. Jan Jan Peters Verhoven, Dielis Willems de Metser, de Vorsten akker, de straat aldaar. Verder krijgen ze nog de halve Vorstenaakker ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. de waterloop aldaar, genoemde Dielis de Metser waarvan het is afgedeeld, Jan Jan Peters Verhoven, Peter Antonis Sgraets. Verder krijgen ze helft van een stuk akkerland, genoemd de Middelakker, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Dielis de Metser waarvan het is afgedeeld, Jan Jan Peters Verhoeven, Peter Antonis Sgraets. Verder krijgen ze de helft van een akker genoemd de Nijenekker, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. genoemde Dielis de Metser waarvan het is afgedeeld, Jan Niclaes Loijen, Peter Antonis Sgraets, Lambert Deeckens. Verder krijgen ze de helft van een stuk akkerland genoemd de Reutel, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. genoemde Dielis de Metser waarvan het is afgedeeld, de weduwe van Arien Claes Loijen, Peter Antonis Sgraets, Jan Gerit Alaerts. Nog krijgen ze de helft van een stuk akkerland genoemd de Bree-eiken, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Jan Arien Leijten, Jan Peters Verhoeven, Dielis de Metser, Jasper van Esch danwel de erfgenamen van Jan van Esch, Jacop Henrick Gerits. Verder krijgen ze het derde deel van een stuk akkerland genoemde de 'Aleijt Busdries', ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Roelant Everaert Ekerschot, de weduwe van Arien Bus, de gemeenschappelij ke straat aldaar. Nog krijgen ze de helft van een weiland genoemd de Moost, onverdeeld zijnde ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. de erfgenamen van Jan Houbraken waarvan het eerder is afgedeeld, Wouter Dircks van Waelre en meer anderen, de weduwe van Arien Bus, de gemeenschappelijke straat aldaar. Verder krijgen ze de helft van een hooibeemd genoemd de Berckt, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, ter plaatse genoemd Boterwijk, b.p. de erfgenamen van Jan van Esch, Jan Henricks van Beerse, Jan Lenaerts van Hersel, de kinderen van Jan Henricks van Berendonck. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 4 lopen rogge worden betaald aan de St. Odulphus kerk te Best, nog een half mudde rogge per jaar aan de tafel van de H. Geest te Oirschot en verder de dorpslasten. Verder te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. Dit erfdeel moet ter egalisatie van de erfdelen aan Dielis de Metser 100 gulden geven. Bij deze verdeling krijgt Dielis de Metser een akker, de schuur en de grond etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Heuvel aldaar, b.p. zijn andere erfgenamen waarvan is afgedeeld, Peter Antonis Sgraets, de Vorstenakker, de straat aldaar, welk perceel 4 roedes meer moet zijn dan het ervan afgedeelde erf. Verder krijgt hij de helft van een akker genoemd de Vorstenakker, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. zijn andere erfge namen, Jan Peters, Peter Antonis Sgraets. Verder krijgt hij de helft van een akker genoemd de Middelakker, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. zijn andere erfgenamen, Jan Jan Peters Verhoeven, Peter Antonis Sgraets. Nog krijgt hij de helft van een stuk akkerland genoemd de Nijenakker ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. zijn andere erfgenamen, Peter Antonis Sgraets, Lambert Deeckens. Nog krijgt hij de helft van een stuk akkerland genoemd de Reutel, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Jan Niclaes Loijen, de andere erfgenamen, Peter Antonis Sgraets, Jan Gerit Alaerts. Nog krijgt hij de helft van een akker genoemd de Bree eiken, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de andere erfgenamen, Silvester Lintermans, de erfgenamen van Jan van Esch, Jacop Henrick Gerits. Verder krijgt hij het derde deel van een stuk akkerland genoemd de 'Akker bij Aelijt Bus', nog onverdeeld zijnde en gelegen zoals hiervoor al is omschreven. Nog krijgt hij de helft van een weiland genoemd de Moost of ook wel de Tijevoort, ter plaatse zoals hiervoor gelegen met de eerder vermelde aangrenzende percelen. Nog is hem toebedeeld de helft van een hooibeemd genoemd de Berckt, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck ter plaatse genoemd Boterwijk, onverdeeld en begrensd zoals hiervoor al omschreven. Van de andere erfgenamen krijgt hij een bedrag nog van 100 gulden om dit erfdeel te egaliseren. Uit dit bezit moet jaarlijks de grond chijns worden betaald en nog 2 gulden en 14 stuivers per jaar aan het kapittel van de St. Janskerk in Den Bosch en verder de dorpslasten. Ook te zorgen voor onderhoud van wegen en waterlo pen.
In marge :
Dielis de Metser heeft verklaard deze 100 gulden te hebben ontvangen. Datum 18 april 1629, getuige Schoot.
Genoemde erfgenamen doen afstand van enig privilege dat eventueel aan hen eerder werd gegeven terzake van dit bezit. Ze beloven deze boedelverdeling altijd gestand te zullen doen en als later zou blijken dat er op enig erfdeel meer lasten zouden blijken te drukken dan nu bekend is, dan zullen ze die gezamenlijk voor hun rekening nemen, iedere erfdeel de helft ervan. Ze beloven elkaar dat ze ieder de lasten op het eigen erfdeel zodanig zullen betalen dat het erfdeel van de ander daarvoor gevrijwaard blijft. Verder zullen ze elkaar overpad verlenen met de minste overlast. Datum 11 januari 1629, getuigen Nistelroij en Oudenhoven. ( het is me een raadsel waarom Dielis Willem de Metser de helft van de boedel krijgt terwijl hij nog 7 andere broers en zusters had, allen zoons en dochters van Willem de Metser en Maijke Dirck Dielis de Hoppenbrouwer, die dan dus blijkbaar niet mee zouden delen. De enige mogelijkheid is dat zijn andere broers en zusters hun erfdelen allen aan Dielis verkocht zouden hebben, of dat Dielis in de boedelverdeling met zijn broers en zusters het volledige erfdeel van zijn moeder heeft gekregen en de andere kinderen alleen het bezit van hun vader, JT ).
Bron:
Bewerking van het oud rechterlijk archief Oirschot door Jan Toirkens 1629
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Gerart zoon Jan Gerart Alaert Schepens als man van Oda dochter van wijlen Dielis Dirck Hoppenbrouwers verkoopt hierbij het erfdeel van de hiervoor vermelde Uitfanck en heiveld dat erbij in de buurt is gelegen, welke percelen deze Gerart naast Dielis Dirk Hoppenbrouwers en de kinderen van Aelbert Janssen de Cort samen toebedeeld was geworden in de hiervoor uitvoeriger vermelde boedelverdeling. Hij verkoopt dit erfdeel van zijn vrouw nu aan Dirck Dielis Hoppenbrouwers en aan Aelbert Janssen de Cort ten behoeve van zijn, ( Aelberts, JT ) kinderen verwekt bij wijlen Mar griet dochter van wijlen Dielis Dirck Hoppenbrouwers. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum en getuigen als boven.
Bron:
Bewerking van het oud rechterlijk archief Oirschot door Jan Toirkens 1629
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Indertijd had wijlen Jan Jan Houbraken weduwnaar van Lijsken Wouter Loij Timmermans, welke Lijsken weduwe was van wijlen Dielis de Hoppenbrouwer, samen met de kinderen van wijlen Willem de Metser een proces aangespannen voor de schepenbank van Oirschot tegen Marieken dochter van wijlen Henrick Jan Cornelissen weduwe van Henrick Bernaerts vanwege een rogpacht van een mudde rogge per jaar, welke pacht genoemde Jan Houbraken meende te kunnen heffen op het bezit van genoemde Marieken, waarbij deze Marieken zich niet verder daartegen had verweerd dan dat ze met haar voogd op verzoek van de schepenen van Oirschot bemiddelaars had verkregen, namelijk Jan Dirck Huijskens en Everaert Henricks Ekerschot. Daarom zijn hier voor schepenen en vermelde commissarissen nu verschenen Peter Henrick Sijckens als man van Elisabeth, verder Odulphus Jan Goossens als man van Barbara en Goijaert Andries Goossens als man van Henrieksken, zijnde allen dochters van wijlen genoemde Willem de Metser, verder Dirk Jan Houbraken en Gerit Jan Gerit Schepens als man van Ijken dochter van wijlen Dielis de Hoppenbrouwer, voor henzelf optredend alsook voor de andere erfgenamen van genoemde Dielis de Hoppenbrouwer als partij ter ener zijde hierbij en verder Marieken weduwe van Henrick Bernaerts geassisteerd door Arien Joordens de Cort en door Gijsbert Rutgers van Osch als voogd over haar en over haar minderjarige zoon Bernaert, die als zodanig waren benoemd door schout en schepenen van Oirschot, als partij ter andere zijde en ze hebben verklaard met elkaar de volgende overeenkomst hierover te hebben gemaakt. Marieken en de voogden zullen vanwege het mudde rogge en de vervallen rente daarvan tussen nu en a.s. 3 weken na Pasen een bedrag van 200 gulden betalen en vandaag een bedrag van 12 gulden voor het verteer. Daarmee zal deze jaarlijkse rogpacht zijn afgelost samen ook met alle achterstand. Maar als dat geld 2 of 3 weken na die termijn dan niet zal zijn betaald, dan zal deze overeenkomst zijn komen te vervallen en dat moet genoemde Marieken aan vermelde Peter Henricks Sijckens en de zijnen voor die jaarlijkse pacht van een mudde rogge een nieuwe belofte laten maken omdat de eerste brief daarvan in het ongerede is geraakt. Partijen verklaren over en weer deze overeenkomst na te zullen komen. Datum 14 maart 1630, getuigen Huijskens en Ekerschot.

Bewerking van het oud rechterlijk archief Oirschot door Jan Toirkens 1630
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Dirck zoon wijlen Dielis Dirck Hoppenbrouwers verwekt door deze Dielis bij wijlen diens vrouw Lijsken dochter van Wouter Loij Timmermans, verder Gerit zoon Jan Gerit Alart Scepens als man van Oijken ook dochter van genoemde Dielis en Lijsken, nog Aelbert Janssen de Cort als vader en toeziend voogd over zijn kinderen verwekt bij wijlen diens vrouw Margriet, eveneens dochter van genoemde Dielis en Lijsken daarbij geassisteerd door Dirck Dircks van Ostaden als voogd over de vermelde minderjarige kinderen van deze Aelbert, hebben verklaard met elkaar een verdeling te hebben gemaakt van bepaalde hooibeemden die ze van hun ouders hebben geerfd middels ook een andere boedelverdeling daarover, waarbij deze beemden nog buiten beschouwing waren gebleven.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Gerit Jan Scepens namens zijn vrouw een beemd onlangs van de gemeente in gebruik genomen, gelegen in Oirschot herdgang Straten, aan het Snepscheut aldaar, b.p. Jan Jan Joris, de gemeijnte aldaar genoemd het Snepscheut. Uit dit bezit moet jaarlijks de grondchijns worden betaald en aan genoemde Dirck en vermelde minderjarige kinderen eenmalig per a.s. Maria Lichtmisdag over een jaar een bedrag van 100 gulden zonder rente, verder de dorpslasten. Nog te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.
In marge :
Deze 100 gulden zijn betaald zoals is verklaard door de andere delers, datum 29 maart 1631, getuigen Goossens en Francken.
Bij deze verdeling krijgen Dirk en de minderjarige kinderen samen het derde deel van een beemd genoemd Tshaestenbeemd, gelegen in Oirschot herdgang Hedel, ter plaatse genoemd Oudenhoven, b.p. het erf genoemd het Cleijn Shaestenbeemd dat eigendom is van Gerit Jans van den Marselaer, Henrick Goijaerts de Crom, Jacop Willem Joordens en de zijnen, de gemeijnte aldaar genoemd Tregelaer. Verder krijgen ze een hooibeemd genoemd de Quinckaert gelegen in Oirschot herdgang Straten, ter plaatse genoemd op het Straetlaer, b.p. de kinderen van Hens Joordens, de gemeijnte aldaar. Uit dit bezit moet jaarlijks de grondchijns worden betaald als die daar op drukt en verder de dorpslasten. Verder te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.
De verdelers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel. Verder worden de gebruikelijke bepalingen beloofd bij een boedelverdeling. Datum 11 januari 1630, getuigen Loon en Ekerschot.
Bron:
Bewerking van het oud rechterlijk archief Oirschot door Jan Toirkens 1630
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Indertijd had wijlen Jan Jan Houbraken weduwnaar van Lijsken Wouter Loij Timmermans, welke Lijsken weduwe was van wijlen Dielis de Hoppenbrouwer, samen met de kinderen van wijlen Willem de Metser een proces aangespannen voor de schepenbank van Oirschot tegen Marieken dochter van wijlen Henrick Jan Cornelissen weduwe van Henrick Bernaerts vanwege een rogpacht van een mudde rogge per jaar, welke pacht genoemde Jan Houbraken meende te kunnen heffen op het bezit van genoemde Marieken, waarbij deze Marieken zich niet verder daartegen had verweerd dan dat ze met haar voogd op verzoek van de schepenen van Oirschot bemiddelaars had verkregen, namelijk Jan Dirck Huijskens en Everaert Henricks Ekerschot. Daarom zijn hier voor schepenen en vermelde commissarissen nu verschenen Peter Henrick Sijckens als man van Elisabeth, verder Odulphus Jan Goossens als man van Barbara en Goijaert Andries Goossens als man van Henrieksken, zijnde allen dochters van wijlen genoemde Willem de Metser, verder Dirk Jan Houbraken en Gerit Jan Gerit Schepens als man van Ijken dochter van wijlen Dielis de Hoppenbrouwer, voor henzelf optredend alsook voor de andere erfgenamen van genoemde Dielis de Hoppenbrouwer als partij ter ener zijde hierbij en verder Marieken weduwe van Henrick Bernaerts geassisteerd door Arien Joordens de Cort en door Gijsbert Rutgers van Osch als voogd over haar en over haar minderjarige zoon Bernaert, die als zodanig waren benoemd door schout en schepenen van Oirschot, als partij ter andere zijde en ze hebben verklaard met elkaar de volgende overeenkomst hierover te hebben gemaakt. Marieken en de voogden zullen vanwege het mudde rogge en de vervallen rente daarvan tussen nu en a.s. 3 weken na Pasen een bedrag van 200 gulden betalen en vandaag een bedrag van 12 gulden voor het verteer. Daarmee zal deze jaarlijkse rogpacht zijn afgelost samen ook met alle achterstand. Maar als dat geld 2 of 3 weken na die termijn dan niet zal zijn betaald, dan zal deze overeenkomst zijn komen te vervallen en dat moet genoemde Marieken aan vermelde Peter Henricks Sijckens en de zijnen voor die jaarlijkse pacht van een mudde rogge een nieuwe belofte laten maken omdat de eerste brief daarvan in het ongerede is geraakt. Partijen verklaren over en weer deze overeenkomst na te zullen komen. Datum 14 maart 1630, getuigen Huijskens en Ekerschot.
Bron:
Bewerking van het oud rechterlijk archief Oirschot door Jan Toirkens 1630
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

De erfgenamen van wijlen Jan Jan Houbraken en van wijlen Dielis de Hoppenbrouwer hadden bij de boedelverdeling destijds van hun achtergelaten bezit, bepaalde rentes nog onverdeeld gelaten en ook een stukje leenbezit, waarover tussen de erfgenamen
meningsverschil was ontstaan en nog steeds is. Daarbij had Dirk Jan Houbraken bij die boedelverdeling een kapitaal van 50 gulden gekregen te ontvangen van Jan Peter Gerits, welk rente van dat kapitaal niet was ontvangen en het er daarom op leek dat Dirk daarover genoodzaakt was daarover een proces te voren om het geld te innen. Daarom zijn nu voor ons verschenen genoemde Dirk Jan Houbraken als partij ter ener zijde en Dirk zoon wijlen Dielis de Hoppenbrouwer en Gerit Jan Alaert Schepens als man van Oijken dochter van genoemde Dielis e Hoppenbrouwer en deze zelfde Dirk Dielis de Hoppenbrouwer nog met Dirk Dircks van Ostaden als voogden over de minderjarige kinderen van Aelbert Janssen de Cort verwekt bij wijlen diens vrouw Margriet dochter van genoemde Dielis de Hoppenbrouwer, partij ter andere zijde hierbij en hebben verklaard over die kwesties overeenstemming te hebben bereikt. Genoemde Dirk Jan Houbraken zal het leengoed behouden en afstand doen van deze vordering van 50 gulden kapitaal te vorderen staande van Jan Peter Gerits en zal daarvoor niets meer krijgen,
tenzij zou blijken dat de rente nog inbaar en van waarde is. Als dat zo is dan zal het toevallen aan de gezamenlijke erfgenamen en totdan toe zullen genoemde Dirk Dielis de Hoppenbrouwer en de zijnen het erfelijk bezit krijgen van een pacht van 3 en een half lopen rogge die jaarlijks staan te ontvangen van Dirk Jan Muggen en de zijnen te Middelbeers uit een grotere pacht en verder krijgt hij een rente van 3 gulden per jaar die Aelbert Janssen de Cort schuldig is te moeten voldoen aan de genoemde gezamenlijke erfgenamen. Partijen beloven over en weer afstand te doen van aanspraken op dat leengoed en beloven elkaar verder alles van deze overeenkomst na te zullen komen. Datum en getuigen als boven.
16 juni 1631, getuigen Kemps en Francken
Bron:
Bewerking van het oud rechterlijk archief Oirschot door Jan Toirkens 1631
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Bij deze verdeling krijgt Gerart Jan Scepens namen zijn vrouw Margriet dochter van Goijaert Lamberts, de helft van een stuk akkerland genoemd de Huijst ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Jacob Jan Dircks, Jan Lemans, genoemde Corsten dat ervan is afgedeeld, de kinderen van Niclaes Ariens. Deze helft is kleiner wat betreft de kanten ervan dan de andere helft van Corsten. Hieruit moet jaarlijks 8 lopen rogge worden betaald aan de H. Geest van Oirschot en nog een lopen aflosbare pacht aan de St. Odulphuskerk. Verder krijgt hij een stuk land deel akker en deels groes genoemd de Sint Odulphushof, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Niclaes Ariens, de straat, Peter Gerits van Cleijnenbruegel. Nog krijgt hij de helft van een stuk akkerland genoemd de Waterlaet, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. genoemde Niclaes dat ervan is afgedeeld, de kinderen van Daniel Goorts, Willem Peters van Kemenae, Henrik Rutgers. Verder krijgt hij de helft van een hooibeemd genoemd de Staeckshorck, gelegen in de plaats Liempde, rechts over het Besterbroek aldaar. Nog krijgt hij de helft van een hooibeemd genoemd Sheeren Buender, ook onder Liempde gelegen. Hieruit de dorpslasten te moeten betalen en te zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Bewerking van het oud rechterlijk archief Oirschot door Jan Toirkens 1638
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Goijaert en Willem, gebroeders, verder Jan Gerarts van Cleijnenbreugel als man van Agneta en verder haar zuster Helena, allen kinderen zijnde van Jan Geraert Alaert Scepens verwekt bij wijlen diens vrouw Merieken dochter van wijlen Peter Jansen van den Maerselaer, welke Helena is geassisteerd door haar voogd, hebben verklaard met elkaar een boedelverdeling te hebben gemaakt van het bezit dat bij de dood en overlijden van hun ouders door hen is geerfd.
Bij deze verdeling krijgt Jan Geraerts van Cleijnenbruegel namens zijn vrouw het grote huis met de varkenskooi en 3 lopenzaad van het aanliggend erf, naast het erf van Jan Henricks van Berse af te meten, gelegen in Oirschot, herdgang de Kerkhof, ter plaatse genoemd aan de Heuvel, b.p. genoemde Jan Henricks van Berse, genoemde Heijlken dat ervan is afgedeeld, genoemde Willem dat ervan is afgedeeld, de kinderen van Dirck Antonissen van der Vleuten, de gemeenschappelijke straat aldaar. Verder krijgt hij een stuk akkerland genoemd het Achterste Zesterzaad, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Henrick Gerits van de Schoot, Henrik Janseen van Berse, Jonker Franchois Prouveur, Jan Jan Aert Sceijntgens de jonge. Verder krijgt hij een hooibeemd genoemd de Hanendonck, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, b.p. Henrik Willem Heijligen, de gemeijnte, een beemd aldaar genoemd het Helderken. Nog krijgt hij het vierde deel van een weiland genoemd de Moost ter zefder plaatse als hiervoor, b.p. genoemde Heijltgen dat ervan is afgedeeld, Anneken van der Vleuten, Jan Stockelmans, Gerit Janssen dat ervan is afgedeeld, Goijaert Niclaes Scepens. Dit lot moet 100 gulden minder uit de rentes krijgen. Verder moet dit lot 3 gulden per jaar betalen aan een bepaald beneficie in de St. Peterskerk te Oirschot, nog 17 stuivers rente etc. aan het kapittel te Oirschot en aan de heer van Oirschot in twee verschillende teksten, te weten de ene 10 stuivers per jaar en de andere 7 stuivers per jaar. Verder moet hij de helft betalen van 7 stuivers per jaar aan de kapelaans en de helft van 7 oort aan de H. Geest te Oirschot. Verder nog de grondchijns en de dorpslasten te betalen en te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Heijlken de schuur met de schop met een zesterzaad land van het aanliggend erf, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof ter plaatse genoemd aan de Heuvel, b.p. Lambert Janssen de Bresser, genoemde Jan dat ervan is afgedeeld, genoemde Geraert Janssen dat ervan is afgedeeld, de gemeenschappelijke straat aldaar. Nog krijgt ze een stuk akkerland genoemd de Eijckakker, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Jan Niclaes Loijen, Marten Cornelissen, genoemde Geraert, genoemde Willem beiden ervan afgedeeld zide. Verder krijgt ze het vierde deel van een weiland genoemd de Moost, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de kinderen van Joorden Janssen van Berendonck, genoemde Willem dat ervan is afgedeeld, genoemde Jan Geraerts dat ervan is afgedeeld, het gasthuis van heer Jan Daems. Verder krijgt ze een weiland genoemd de Papevoort, ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. de kinderen van Willem Goort Vlemmincks, Jans van den Velde, Aert Jan Sijckens, het erf van het St. Brigida altaar in de O.L. Vrouwekerk te Oirschot, de gemeijnte aldaar. Verder krijgt ze een jaarlijkse rente van 3 gulden te ontvangen van Roelof Aerts, nog een rente van 3 gulden die de erfgenamen heffen op Simon Matheeus van Aelst. Dit lot krijgt 100 gulden minder uit de gezamenlijke rentes en moet verder nog 4 gulden per jaar betalen aan het kapittel van de St. Peterskerk te Oirschot. Verder nog de helft van 7 stuivers per jaar aan de kapelaans van de St. Peterskerk te Oirschot, nog de helft van 7 oort per jaar aan de tafel van de H. Geest te Oirschot, nog de grondchijns en de dorpslasten en te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Geraert Jansen de helft van een stuk akkerland, genoemd de Groote Akker, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, ter plaatse genoemd aan de Heuvel, b.p. Jonker Franchois Prouveur schout van Kempenland, genoemde Willem dat ervan is afgedeeld, Henrik Jan Scepens, Lambert Janssen de Bresser, genoemde Heijlken, tot de palen aldaar van genoemde Lambert met de gehele weg die er tussenin loopt. Deze helft krijgt 4 voet breedte meer dan de andere helft. Verder krijgt hij het voorste driesje, ofwel de Papevoort, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Henrick Gijsbert Vlemmincks, de kinderen van Lenaert Lenart Moijses, de gemeijnte aldaar. Verder krijgt hij het vierde deel van een weiland genoemd de Moost, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. genoemde Willem dat ervan is afgedeeld, de heer markies van Deinze, Jan Gerits van Cleijnenbreugel dat ervan is afgedeeld, de kinderen van Henrik Dielissen. Verder krijgt hij een stuk land deels hooiland en deels heide, genoemd het Nij Erf, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, ter plaatse genoemd op het Sonderen, b.p. de tafel van de H. Geest te Oirschot, de weduwe van Dielis Niclaes Vlemmincks, Aert Daniels de Roij, de gemeijnte aldaar. Verder krijgt hij 200 gulden kapitaal te ontvangen van Geraert Goossens onze secretaris. Uit dit perfdeel moet jaarlijks een malder rogge worden betaald ofwel de helft van 7 Bossche zesters altijd betaald geweest zijnde in geld, verder de grondchijns. Er moet overpad worden verleend aan diegene die daar recht op hebben, voorts de dorsplasten te moeten betalen en te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen, Bij deze verdeling krijgt genoemde Willem de helft van een stuk akkerland, genoemd de Groote Akker, zijnde 4 voet overlangs smaller dan de andere helft ervan, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof ter plaatse genoemd aan de Heuvel, b.p. genoemde Geraert dat ervan is afgedeeld, de kinderen van Dirck Antonis van der Vleuten, Jan Henricks van Berse, Jan Geraerts van Cleijnenbreugel dat ervan is afgedeeld, samen met de daar gelegen weg die er tussenin ligt tot aa de palen van Jan Henricks van Berse. Verder krijgt hij een akker genoemde het Voorste zesterzaad, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de kinderen van Dirck Antonis van der Vleuten, Jan Niclaes Lodewijks en meer anderen, Jan Henricks van Berse. Nog krijgt hij het vierde deel van een weiland genoemd de Moost gelegen ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. genoemde Geraert dat ervan is afgedeeld, het gasthuis van heer ( vervolg * )

Concept van een boedeldeling ( zie blz. 140-148 ), tussenliggend stuk.
-------------------------------------------------------------------------

De kinderen van Jan Gerit Alaerts ( Schepens, JT )

Het eerste lot is het grote huis met drie lopenzaad land van de aanstede, b.p. Jan Henricks van Berse. Verder de Hanendonck met een vierde deel van de Moost en een derde deel in de Moost Steegden met het andere vierde deel te delen. Dit lot zal 100 gulden missen in de rentes. Lasten zijn drie gulden aan een bepaald beneficie. Nog aan Henrick leeuwen vanwege het kapittel ca. ... 15 of 16 stuivers.

In marge :

Dit lot is toebedeeld aan Jan Gerits.

Het tweede lot betreft de schuur met een zesterzaad van de aanstede, b.p. Lambert Jans de Bresser, de Eijkakker. Verder nog het vierde deel van de gehele Moostaf te delen van het voorgaande lot. Verder de achterste Papevoort. Verder een rente van 3 gulden van Roelof Aerts, nog een rente van 2 gulden 10 stuivers per jaar te ontvangen van Simon Matheeus van Aelst. Dit deel krijgt 100 gulden minder uit de rentes. Uit dit deel moet jaarlijks 4 gulden worden betaald aan het kapittel en verder zal dit lot samen met het vorige lot bepaalde lasten moeten dragen die hiervoor zijn genoemd.

In marge :

Dit lot is toebedeeld aan dochter Heijlke.

Het derde lot betreft de halve Grote Akker gelegen naast de schout van Kempenland met het vooste driesje of Papevoort. Verder krijgt dit deel een vierde part in de Moest daarachter te delen met het volgende lot. Dit deel krijgt van de anderen 100 gulden. Dit deel is 4 voet breder over de lengte dan de andere helft van de vermelde Groot Akker, langs de schout. Uit dit erfdeel als last te betalen een malder rogge in Den Bosch te leveren en de grondchijns.

In marge :

Dit lot is toebedeeld aan Gerit Janssen.

vervolg :

Het vierde lot krijgt de andere helft van de Groote Akker af te delen met het voorgaande lot van het voorste zesterzaad land met het achterste vierde deel van de genoemde Moest, te delen met het derde lot met de Rouwe Elsinge. Hieruit een malder rogge te betalen in Den Bosch en de grondchijns.

In marge :

Dit lot is toegewezen aan Willem Jans Scepens.

Verder hebben de verdelers afgesproken dat al het opgroeiende hout en geriefhout behalve de fruitbomen die elk op zijn perceel heeft staan en de eikebomen die op hun voorerven staan voor hun huis, dat die door ieder van hen zullen worden behouden, uitgezonderd nog 14 of 15 eikebomen staande tussen de schop en de keuken, die ze wel samen zullen delen.

Datum 21 februari 1639, in aanwezigheid van Jan Stockelmans en Peter Cornelis Francken en Arien Henriks de Cort. ( vreemd is dat deze conceptakte van 21 februari 1639 pas op 24 februari 1640, een jaar later dus werd geprotocolleerd, met andere getuigen-schepenen, de definitieve protocol-versie sluit echter wel volledig aan bij het concept van een jaar eerder, JT. )
Jan Daems, Dielis Henrick Dielissen, genoemde Heijlken dat ervan is afgedeeld. Verder krijgt hij de helft van een hooibeemd genoemd de Rouw Elsdonck, gelegen in Oirschot herdgang Straten waarvan de andere helft eigendom is van Margriet en Maijken, dochters van Henrik de Leeuw. Verder krijgt hij een kapitaal van 100 gulden te vorderen van Gerart Goossens onze secretaris en nog 100 gulden kapitaal te vorderen van Aert Rutgers de Leest. Uit dit erfdeel moet jaarlijks de grondchijns worden betaald, de helft van 7 Bossche zesters rogge aan de H. Geest in Den Bosch, altijd betaald geweest zijnde na de vermindering, verder de dorpslasten. Verder moet er overpad worden verleend aan diegenen die daar recht op hebben.

Genoemde verdelers beloven elkaar over en weer deze verdeling altijd gestand te zullen doen

en indien naderhand zou blijken dat iemands erfdeel minder waard blijkt te zijn of dat er meer lasten op drukken dan nu bekend is, dan zullen ze die meerdere lasten gezamenlijk voor hun rekening nemen, ieder daarin voor een vierde deel. Verder zal ieder de lasten op het eigen erfdeel zodanig betalen dat de erfdelen van de anderen daarvoor gevrijwaard blijven. Datum 24 februari 1640, getuigen Velde en Stockelmans.

De verdelers behouden nog gezamenlijk al het hout zowel bomen als kaphout, behalve de fruitboom die ieder op zijn eigen erf heeft staan ook met het eikehout dat op het voorerf staat. De 15 of 16 eikebomen die tussen de schop en de keuken staan zullen ze gezamenlijk delen. Datum en getuigen als boven.

Verder is afspraak dat ieder het hout op de eigen grond zelf zal behouden, zowel bomen als geriefhout.

Gerart zoon wijlen Jan Geraert Alaerts Scepens verkoopt hierbij een kapitaal van 400 gulden met een rente van 20 gulden die vervalt per komende mei, die de gemeente Oirschot vanwege geleend geld aan hem is verschuldigd conform een schepenbrief van Oirschot. Hij verkoopt dit kapitaal nu aan Jan Gerarts van Cleijnenbreugel en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum en getuigen als boven.

Joorden Jan Aert Smetsers verkoopt een schuur die hij zelf in een ruil van Willem Lenaerts van de Sande heeft verkregen die op het erf van de hierna vermelde koper staat, staande in Oirschot herdgang Naastenbest. Het bezit wordt nu verkocht aan Gerard Lenaerts van de Sande en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 27 februari 1640, getuigen Velde en Verhoeven

Bewerking van het oud rechterlijk archief Oirschot door Jan Toirkens 1640
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Gerit Jan Gerart Schepens?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!


Barre chronologique Gerit Jan Gerart Schepens

  Cette fonctionnalité n'est disponible que pour les navigateurs qui supportent Javascript.
Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés: grootouders grand-parents   ouders parents   broers-zussen frères/soeurs   kinderen enfants

Avec la recherche rapide, vous pouvez effectuer une recherche par nom, prénom suivi d'un nom de famille. Vous tapez quelques lettres (au moins 3) et une liste de noms personnels dans cette publication apparaîtra immédiatement. Plus de caractères saisis, plus précis seront les résultats. Cliquez sur le nom d'une personne pour accéder à la page de cette personne.

  • On ne fait pas de différence entre majuscules et minuscules.
  • Si vous n'êtes pas sûr du prénom ou de l'orthographe exacte, vous pouvez utiliser un astérisque (*). Exemple : "*ornelis de b*r" trouve à la fois "cornelis de boer" et "kornelis de buur".
  • Il est impossible d'introduire des caractères autres que ceux de l'alphabet (ni signes diacritiques tels que ö ou é).

Parenté Gerit Jan Gerart Schepens



Visualiser une autre relation

Les sources

  1. Bewerking van het oud rechterlijk archief Oirschot door Jan Toirkens
  2. Bewerking van het oud rechterlijk archief Oirschot door Jan Toirkens 1638

Sur le nom de famille Schepens

  • Afficher les informations que Genealogie Online a concernant le patronyme Schepens.
  • Afficher des informations sur Schepens sur le site Archives Ouvertes.
  • Trouvez dans le registre Wie (onder)zoekt wie? qui recherche le nom de famille Schepens.

Lors de la copie des données de cet arbre généalogique, veuillez inclure une référence à l'origine:
Kees van den Aker, "Arbre généalogique Van den Aker, Van Eindhoven, Schepens en Verhoeven", base de données, Généalogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom_van_den_aker/I5089.php : consultée 6 juin 2024), "Gerit Jan Gerart Schepens (< 1629-> 1640)".