(1) Il avait une relation avec Aleyden Art Arnts van Engelant.
Enfant(s):
(2) Il a/avait une relation avec Katharina Willem Willem die Brouwer.
Reymbout Adriaen Melis | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
357.1502 januari 26822.Sch.Mgt,R.286,287 (133 vi)
sch. Mgt getuigen dat gekomen is Reymbout Adriaen Meliss ter eenre en Aleyt d.w. Art Artss van Engellant t.a.z. ende sijn nuulike van malcanderen gesceyden van dat sij twee tsamen in onwtte te huysrade geseten hebben x of xij jaren lanck bovendien had Reymbout vors. levende hadde een Gertrude huysvrou in den ierste soe heeft d seker Reymbout helmelinge vertegen tbv Aleyt voorn. hoerder tochte van sekere dienst die zij hem gedaan mach hebben ende na hoerder doot puerlike om gotswille om daeraf te leven inder erffelicht ende in .. erffelicht te hebben ende te besitten Adriaenen en Lisbetten honder beyder natuerlike kynderen in manieren voers. gh . wonnen ende vercregen bijder voergen. Aleyten in de acht lopen roge tsjaers erfpacht mate van Gestel aen Anthonisse Adriaen Brievincks soen jaerlix te heffen ende te boren
item hebben noch geloeft Reymbout ende Aleyt voers. dat Reymbout sal leggen soe veel penningen om 4 lopen erf rogge op gode onderpanden daer mede te copen ende Aleyt voers. oeck soe veel penningen te leggen om acht lopen erfrogge daer mede te copen op goede onderpanden ter stond sonder vertreck in welcke alsulcke ghecofte x ij lopen rogge die seker Aelyt oeck (133v) hebben sal hoer tochte hoer leven lanck ende honder beyder voergen. kynder honne erffelicheyt
en heeft Aleyt nog geloeft op al haar goederen dat Ariaen en Lisbet honder beyder kynderkens sellen deylen in den goeden derselver Aleyten honder moeder die zij heden des daags heeft alsof het haar wettige kinderen waren ende oft geviel dat Aleyt voers. enen man truden ende daer wittige kynderen daer bij creech dat alsdan dese voergenoemde Ariaen en Lisbet horen kynderen metten voergenoemde toecomende wittige kynderen gelijck deylen sellen ende oft enige rogge of goed gelost worden oft tot penningen quaemen dat men die penningen sal weder beleggen - actum xxvi januarij ts borchman Brievinck
195. 1250/319v-2/29-05-1481. Solvit.
Reijmboldus Adriani Meliss als man van Katharina Willelmi Willelmi die Brouwer, verkocht aan Wolterus Willelmi die Kort een weiland, genaamd een Weide, in Oisterwijk ter plaatse Wippenhout, tussen erfgoed van de kinderen van wijlen Hermannus Cleijnaels en tussen erfgoed van de erfgenamen van wijlen Engela Moerss, strekkend van erfgoed van Goeswinus van den After tot aan de gemeint van Oisterwijk, belast met het recht van weg over dit perceel.
Reijmboldus filius Adriani Meliss tamquam maritus et tutor legitimus, ut dicebat, Katharine sue uxoris, filie Willelmi die Brouwer filii quondam Willelmi, peciam terre pascualis dictam een Weijde, sitam in parrochia de Oesterwijck ad locum dictum Wippenhout inter hereditatem liberorum quondam Hermanni Cleijnaels ex uno et inter hereditatem heredum quondam Engele Moerss ex alio, tendentem ab hereditate Goeswini van den After ad communitatem de Oesterwijck, ut dicebat, hereditarie vendidit Woltero die Kort filio quondam Willelmi, promittens super omnia et habenda warandiam, obligationem et impeticionem deponere, exceptis oneribus viandi per dictam peciam terre e iure transeu.., ut dicebat. Testes Ham et Berck. Datum penultima maij, quarta post vocem.
196. 1250/319v-3/29-05-1481. Duplicetur. Solverunt ambo.
Dezelfde Reijmboldus, als echtgenoot, verkocht aan Laurencius Christiani van den Veken, een beemd van 2 bunder, in Oisterwijk ter plaatse Wippenhout, tussen erfgoed van wijlen Laurencius van der Heiden en tussen erfgoed van Adrianus Brievinc, strekkend van erfgoed van de erfgenamen van wijlen Engela Moers tot aan erfgoed van het klooster van Tongerloo, met het recht van weg naar deze beemd, belast met
1. de grondcijns van 2 oude groten,
2. een erfpacht van 3 mud rogge
3. ....... 4 lopen rogge aan genoemde erfgenamen van wijlen Engela Moerss
4. een erfpacht van 1 mud rogge aan de zusters van de derde regel van St.Franciscus over de Tolbrug in 's-Hertogenbosch,
5. het recht van weg over deze beemd.
Idem Reijmboldus, maritus ut supra, peciam prati dua bonaria terre vel circiter continentem, sitam in parrochia de Oesterwijck ad locum dictum Wippenhout, inter hereditatem quondam Laurencii van der Heiden ex uno et inter hereditatem Adriani Brievinc ex alio, tendentem ab hereditate heredum quondam Engele Moers ad hereditatem monasterii de Tongerloe, simul cum iure viandi ad dictam peciam prati e iure spectante, ut dicebat, hereditarie vendidit Laurencio filio quondam Christiani van den Veken, promittens super omnia et habenda warandiam, obligationem et impeticionem deponere, exceptis duobus denariis aude groten communiter vocatis census fundi, hereditaria paccione trium modiorum siliginis ....... quatuor lopinis mensure de Oesterwijck dictis heredibus quondam Engele Moerss et hereditaria paccione unius modii siliginis mensure de Buscoducis sororibus tercie regule sancti Francisci ultra pontem dictum die Tolbrugge in Buscoducis antim exinde e iure solvendis, atque oneribus viandi per dictam peciam ?pn e iure transeu..., ut dicebat, et ....... onera predicta dictus emptor exnunc deinceps perpetue dabit et solvet absque dampnis venditoris, prout emptor recognovit et repromisit super omnia et habenda ut in forma. Testes, datum supra.
Laurencius emptor litteram suam XXVIII novembris anno LXXXII.