(1) Elle avait une relation avec Arts vanden Boer.
(2) Elle est mariée avec Peter Arien Brievincx.
Ils se sont mariés avant le 1529.
Elisabeth Reymbout Ariaen Melis | ||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||
Arts vanden Boer | ||||||||||||||||||
(2) < 1529 | ||||||||||||||||||
Peter Arien Brievincx |
1544? januari 4 ?? 822.Sch.Mgt,R.292B,167r-2
Alsoe tanderen tijde een huwelijck getracteert .. tussen Peter Brievincxs als bruidegom ter eenre ende Reymbout Ariaens als bruyt ter andere zijde zoals besproken in de huwelijkse voorwaarden voors. in soe verre Elizabeth voors. langer leeft dan Peter dan zal Elizabeth verbetert zijn van . haar leven lang en niet langer
zij zal behouden van Peter haar leven lang
? een stuk beemd dat Helbroeck
alsmede een rente van 3 .welke Peter voors. heffende was
? ten Bosch op ..
een rente van 3 Rgld die welcke Peter .was op Ariaen Roey Gerits
dit aldus geschiet sijnde comen voer ons scepenen huyden op desen dach dese voergen. Peter en Elizabeth voors. ende heeft .baerlijck bekent ende gelijt dat voers dese vo .ende tractaet aldus gesciet te sijn ende geloeft . est dit tractaet voers. Elizabeth voerrs. vast ende stedich onverbrekelijck haeren leven lanck ende nae haere doet over te gaen tot Peters gerechte erfgenamen actum anno xL .. januarij testes Jan Gerits Gerit Pouwels
7.1535 maart 13822.Sch.Mgt,R.291,232r-1 [xiij]
t Ariaen Brievincxss heeft opgedragen Wouteren vanden boer .. Janne sijnen broeder al alsulcken recht in schepenbrieven van Gestel versterf als Metken weduwe w. ..ps van Hoybraeck en el Scoeffs man van Henrick sijns wijfs d.w. Moers vut de Raeck suster van Elisabeth hvr was van Peter Brievincx dat hon aenbestorven mocht wesen vander selver Elizabetjh voers. welk versterf voorn. Metken en Koel voorn. opgedragen hebben Peteren Ariaen Brievinckss zoals in verschillende sch.br. van Gestel blijkt
actum anno xxxv xiij vande merte testes Jan Peterss Jan Gerit ende voert alle seven scepenen
1530 november 15 ? 822.Sch.Mgt,R.290,60v-1
Lysbeth weduwe Arts vanden Boer heeft met Peteren Brievinx horen wittigen man en mombaer nutertijt helmelinge vertegen tbv Wouteren Wouters vanden Boer op alsulcken tocht als hoer toebehoren was en sij hebben was
een deall? gedeelt in die erff geschreven onder dit teken X op dandere sijde van desen blade [niet gevonden]
actum
357.1502 januari 26822.Sch.Mgt,R.286,287 (133 vi)
sch. Mgt getuigen dat gekomen is Reymbout Adriaen Meliss ter eenre en Aleyt d.w. Art Artss van Engellant t.a.z. ende sijn nuulike van malcanderen gesceyden van dat sij twee tsamen in onwtte te huysrade geseten hebben x of xij jaren lanck bovendien had Reymbout vors. levende hadde een Gertrude huysvrou in den ierste soe heeft d seker Reymbout helmelinge vertegen tbv Aleyt voorn. hoerder tochte van sekere dienst die zij hem gedaan mach hebben ende na hoerder doot puerlike om gotswille om daeraf te leven inder erffelicht ende in .. erffelicht te hebben ende te besitten Adriaenen en Lisbetten honder beyder natuerlike kynderen in manieren voers. gh . wonnen ende vercregen bijder voergen. Aleyten in de acht lopen roge tsjaers erfpacht mate van Gestel aen Anthonisse Adriaen Brievincks soen jaerlix te heffen ende te boren
item hebben noch geloeft Reymbout ende Aleyt voers. dat Reymbout sal leggen soe veel penningen om 4 lopen erf rogge op gode onderpanden daer mede te copen ende Aleyt voers. oeck soe veel penningen te leggen om acht lopen erfrogge daer mede te copen op goede onderpanden ter stond sonder vertreck in welcke alsulcke ghecofte x ij lopen rogge die seker Aelyt oeck (133v) hebben sal hoer tochte hoer leven lanck ende honder beyder voergen. kynder honne erffelicheyt
en heeft Aleyt nog geloeft op al haar goederen dat Ariaen en Lisbet honder beyder kynderkens sellen deylen in den goeden derselver Aleyten honder moeder die zij heden des daags heeft alsof het haar wettige kinderen waren ende oft geviel dat Aleyt voers. enen man truden ende daer wittige kynderen daer bij creech dat alsdan dese voergenoemde Ariaen en Lisbet horen kynderen metten voergenoemde toecomende wittige kynderen gelijck deylen sellen ende oft enige rogge of goed gelost worden oft tot penningen quaemen dat men die penningen sal weder beleggen - actum xxvi januarij ts borchman Brievinck